image Onlangs werden de kookboeken van het jaar verkozen. Opmerkelijk: de winkelprijzen van de boeken lagen over het algemeen rond de veertig euro, dus naast de receptuur en tekst zal ook de boekverzorging een belangrijk criterium zijn geweest, en logisch.

In hun struggle for life in het boekenschap hebben kookboeken pauwenveren ontwikkeld. Veel belangrijker dan de recepten of de prijs zijn marketingtrucs, die zeggen: eet mij. En zo zijn het beroemde-chefkookboeken (autoriteitsargument) en boeken vol met schitterend gefoodstylede en gefotokokte kleurenfoto's (wat mooi verpakt is, is goed) die de toon voeren. Trouwens, bij die chefboeken geldt ook: hoe beroemder de chef, hoe duurder de boekverzorging. Hadden de internationale sterren Adria en Ducasse niet al boeken van > EUR 200? Kunnen onze Herman, Boer en Helder dan voor < EUR 30 in plakrug gaan liggen? De marketingtruc waar ik zelf voor val, is authenticiteit. Tijdens mijn arme studententijd kocht ik op een dag een boekje van Madhur Jaffrey, voordelig zonder ook maar één foto, maar vol aanstekelijke beschrijvingen hoe ze, rondreizend door India recepten van echte mensen noteert. Soms bij "een ver familielid in Delhi", dan weer bij "een gastvrije familie in de Himalaya". In overzichtelijke stappen legde ze uit hoe ik de gerechten zou kunnen maken, waarbij ze welwillend alternatieven gaf voor moeilijk te krijgen ingrediënten, zoals zwarte cardamom, zwart mosterdzaad, curry leaves en het groen van fenegriek (methi leaves), alledrie toen nergens in mijn woonplaats Leiden te koop. En daar zat hem de kneep: ik rustte door deze uitdaging niet voor ik precies die spullen vond, die Madhurs tandeloze achternicht uit Hyderabad ook gebruikte. Nou, het lukte mij bijna. In een Hindoestaanse pruikenwinkel in de Wagenstraat in Den Haag bleek een kruidenhoekje te zijn ingericht, waar afgezien van methi-leaves alles wat ik moest hebben in grote familieverpakkingen lag opgestapeld.

Uit mijn kookboekenplankje blijkt dat ik nog altijd als een blok val voor (de schijn van) authenticiteit. Een Grieks kookboek komt er pas in als het door een 'Moudiotis' is geschreven, een joods kookboek is geruststellend van Malvina Liebman, een Pools van ene Zeranska en voor recepten uit Nice heb ik het boek van oud-burgemeester Médecin. Natuurlijk bezit ik ook 'Traditional recipes of Laos', met tekst zowel in het Engels als het Laotiaans en vol met zelfs nu nog niet te regelen ingrediënten, al is een aantal kruiden gedroogd verkrijgbaar bij de beter gesorteerde Chinese medicijnwinkel.

Een paar maanden geleden was ik weer in dezelfde Haagse pruikenwinkel. Ditmaal voor attabloem, het meel dat noodzakelijk is om chapatti's te maken, volgens 'Flatbreads & Flavor's', een overtuigend reiskookboek, met foto's als bewijs dat het schrijvende echtpaar echt in plekken als Amritsar is geweest om te zien hoe de Sikhs te werk gaan. Volgens het echtpaar mag je attabloem desnoods vervangen door gezeefd volkorenmeel (haha echt niet!). Attameel bleek bij de pruikenwinkel onhandig alleen in 5 kilo-verpakking te verkrijgen, wat tot resultaat had dat ik wekenlang mijn heerlijke zelfgebakken originele chapatti's met allerlei bepaald niet subcontinentale gerechten combineerde, tot er weer een andere steen langs de weg schitterde.
Dit artikel afdrukken