Rik werkte in zijn vrije tijd aan het openbaren van overheidsinformatie en ontwikkelde privé een website om de kwaliteit van het oppervlaktewater inzichtelijk te maken voor een breder publiek. Voor die site pestinfo.nl kreeg hij zelfs een prijs in de Hacking for Sustainability-wedstrijd over het ontsluiten van open data. De competitie was georganiseerd in opdracht van het toenmalige ministerie van Infrastructuur en Milieu (inmiddels van Infrastructuur en Waterstaat). Het ministerie moedigde zijn activiteiten destijds aan.

Inmiddels is Rik geschorst door zijn werkgever; hij zit thuis. Zijn site pestinfo.nl zou verwarring opleveren omdat de geboden informatie afwijkt van de officiële bestrijdingsmiddelenatlas.nl, die wordt verzorgd door het Centrum voor Milieuwetenschappen (CML) van de Universiteit Leiden in samenwerking met ingenieursbureau Royal Haskoning. Rik schreef onder het pseudoniem "creepy waterbug" dat er haken en ogen zitten aan de informatie zoals CML die openbaar maakt. De gegevens zouden negatiever zijn over de waterkwaliteit in Nederland dan volgens EU-eisen kan worden berekend.

Omdat denkbaar is dat CML afwijkt van de berekeningswijze die de EU voorschrijft om ruwe meetdata om te zetten in te rapporteren waarden, is de kous nog niet helemaal af. Ook de minister geeft immers geen antwoord op de vraag die Rik aan zijn baas en CML stelde: hoe kon zijn berekening volgens de EU-richtlijnen andere vervuilingswaarden opleveren dan die van CML?
Geen antwoord
We spraken al eerder met Riks raadsman mr. Ferre van de Nadort. Hij lichtte toe dat Rik ontdekte dat "de verwerking van de ruwe data van metingen van de Universiteit van Leiden mogelijk niet spoort met de manier waarop die volgens EU-richtlijnen behoren te worden verwerkt. Riks berekeningen over het pesticidenniveau in het oppervlaktewater komen wat gunstiger uit voor boer en tuinder dan die van de universiteit. Om die reden wilde hij weten wat het verschil tussen zijn berekeningen en die van de Leiden kan verklaren." Maar, vertelde Van de Nadort, noch Leiden, noch Riks werkgever, hebben ooit op dat geconstateerde verschil in willen gaan. Rik is wel onder druk gezet en uiteindelijk zelfs geschorst omdat hij vasthield aan zijn vragen en zijn site niet offline wilde halen. In NRC werd gesuggereerd dat er kinnesinne en broodnijd zou zijn ontstaan omdat Leiden graag een monopoliepositie wilde houden bij het verstrekken van informatie over gifresiduen in het Nederlandse oppervlaktewater.

'Verschillende methodes'
De affaire leidde tot vragen vanuit de Tweede Kamer. Gisteren beantwoordde minister Cora van Nieuwenhuizen (VVD) de vragen van Kamerlid Matthijs Sienot (D66). In een Kamerbrief legt de minister uit dat er verschillende meetgegevens in omloop zijn. "Het klopt dat er in Nederland verschillende methodes worden toegepast om te rapporteren over metingen van gewasbeschermingsmiddelen in oppervlaktewater." Er zijn verschillende rapportages met ieder een eigen doel: de voor de Kaderrichtlijn Water (KRW) voorgeschreven rekenmethode ten behoeve van de rapportage aan de Europese Commissie én het landelijk meetnet gewasbeschermingsmiddelen voor het nationale beleid. "De rekenmethodes die in beide meetnetten worden toegepast zijn dus afgestemd op de verschillende doelen van de meetnetten. Er kunnen misverstanden ontstaan als men bij het beoordelen van metingen van gewasbeschermingsmiddelen in oppervlaktewater deze twee verschillende doelen uit het oog verliest. Het in de genoemde artikelen aangehaalde voorval maakt duidelijk dat dit voortdurend communicatie en uitleg behoeft." In het antwoord schuilt iets merkwaardigs. De minister verwijst naar de Kaderrichtlijn Water uit 2000 en suggereert alsof een Richtlijn uit 2009 - die voorschrijft hoe residuen van pesticiden in oppervlaktewater moeten worden gemeten - door CML voor Nederland verfijnder zou zijn vormgegeven. Wie de EU-regels napluist, ontdekt dat de Richtlijn uit 2009 nu juist voorschrijft hoe de Richtlijn uit 2000 ten aanzien het meten van de invloed van pesticidengebruik op de waterkwaliteit moet worden toegepast.

Op de vraag "Deelt u de mening dat open data altijd vrij gebruikt zouden moeten kunnen worden door individuen, instituten, bedrijven en andere organisaties?", antwoordt de minister bevestigend. Op de vraag "Wat vindt u ervan dat Universiteit Leiden open data lijkt in te zetten om een monopoliepositie te verkrijgen?", schrijft zij: "Er is geen sprake van een monopoliepositie omdat zoals aangegeven metingen van gewasbeschermingsmiddelen altijd door iedereen vrij gebruikt kunnen worden." Een gesprek met Universiteit Leiden of eventueel milieudeskundige Rik, "zodat zijn website in de lucht gehouden kan worden", vindt de minister niet nodig. "Ik ga niet over het wel of niet in de lucht houden van de betreffende website." De minister ziet dus geen redenen om Rik te vragen zijn site uit de lucht te halen.

Geen antwoord van de minister, wel de juiste vraag uit de Kamer
Helaas gaat de Kamerbrief aan een belangrijk aspect van het ontstane conflict voorbij. Rik gebruikte bij zijn berekening van de watervervuiling door pesticiden de officiële manier die Brussel voorschrijft; net zoals CML dat - zo lijkt de minister te suggereren - doet. Niettemin constateerde hij een verschil in uitkomsten. De minister verzuimt in haar beantwoording van de vragen in te gaan op dat niet onbelangrijke aspect van het ontstane conflict. Rik constateerde dat de waterkwaliteit volgens de EU-richtlijn minder door pesticiden is aangetast dan CML vaststelt.

Omdat denkbaar is dat CML afwijkt van de berekeningswijze die de EU voorschrijft om ruwe meetdata om te zetten in te rapporteren waarden, is de kous nog niet helemaal af. Ook de minister geeft immers geen antwoord op de vraag die Rik aan zijn baas en CML stelde: hoe kon zijn berekening volgens de EU-richtlijnen andere vervuilingswaarden opleveren dan die van CML? Niettemin stelde Kamerlid Sienot wel degelijk de juiste vraag: "Kunt u toelichten waarom Nederland andere methodes dan de EU hanteert?" De minister suggereert dat Rik andere berekeningen toepaste dan CML en dat CML Europese Richtlijnen volgt. Rik zegt nu juist dat hij wil weten hoe zijn EU-conforme berekening (volgens de Richtlijnen uit 2000 én 2009) tot andere waarden kan leiden dan de Leidse. De vraag hoe Nederland gifresten in water berekent en of die EU-conform zijn blijft nog even een mysterie, maar behoort natuurlijk wel te worden beantwoord.

Woensdag 7 maart vindt in de Tweede Kamer een debat plaats over gewasbeschermingsmiddelen. De Kamer debatteert met minister Schouten (LNV) en staatssecretaris Van Veldhoven (I&W) over gewasbeschermingsmiddelen. "De kwaliteit van het oppervlaktewater is de afgelopen jaren verbeterd, maar er wordt nog niet voldaan aan de eisen van de Europese Kaderrichtlijn Water voor ecologische kwaliteit", zegt de aankondiging van de Unie van Waterschappen over het debat.
Dit artikel afdrukken