1. Hunkeren is geen noodsituatie. Je denkt wel dat je NU iets wilt, maar probeer eens een beetje geduld te oefenen. Net als een storm komt een hunkering keihard aanwaaien, maar waait hij ook weer over. Verwelkom de hunkering als een tijdelijke gast, in plaats van je er tegen te verzetten als ware het een vijand.
2. Buig mee. Om de hunkering het hoofd te kunnen bieden is het een goede tip om juist een instrument toe te passen dat tegen je intuïtie ingaat: meebuigen met de hunkering. Je lichaam roept om aandacht, niet om appeltaart met slagroom. Luister naar je lichaam en probeer erachter te komen wat je eigenlijk wilt.
3. Stel uit. Naar sommige dingen hunker je hevig maar kort, andere zeuren uren of dagen door. Simpel truukje voor de korte termijn hunkeringen: beloof jezelf die chips - over een half uurtje. Grote kans dat het dan niet meer hoeft. Heb je nog steeds enorme zin, dan is het misschien een hunkering van de zeurende soort. Dus doe die zak chips in je boodschappenkar en ga over tot de volgende tip (4).
4. Vrouwen: gooi 't eruit. Mannen: vertel het juist niet verder. Uit een onderzoek uit 2008 kwam dat wanneer vrouwen hun gedachten over chocolade probeerden te onderdrukken, ze maar liefst 50% meer chocolade aten dan vrouwen die aangemoedigd werden er expliciet aan te denken en over te praten. Voor mannen was de uitkomst omgekeerd: de mannen die eraan mochten denken en over praten aten meer chocolade dan degenen die iedere gedachte aan chocola de kop in probeerden te drukken.
5. Maak een ritueeltje rondom je favoriete eten. Daardoor ga je er nog meer genieten, blijft het effect langer hangen en vind je het ook nog eens extra lekker, bleek uit een recent onderzoek.
6. Vervangers werken niet. Als je naar een koekje hunkert maar je eet een wortel, is de kans groot dat je een paar minuten later alsnog dat koekje neemt. Of meer. Hou jezelf - en je hunkering - niet voor de gek.
7. Geniet ervan. Als je dan toch eindelijk je tanden er in zet, proef het dan ook echt. Eet langzaam en aandachtig, kauw, proef alle smaken. Geen hap-slik-weg. "Het is zo gewoon om een maaltijd zo naar binnen te schuiven zonder te proeven dat het 'raar' voelt om je tempo te verlagen. Maar 'mindful' eten kan je hunkeringen en je buikomvang doen afnemen", besluit Ellen Hendriksen. En je hoeft er niet eens bijzonder voor te eten, niet bijzonder, veganistisch of biologisch. Al eet je de korstjes van de boterhammen van je kinderen - als je het maar met je volle aandacht doet.
Dus: onbedwingbare trek? Geen paniek, buig mee en geniet met volle aandacht van ieder hapje. Met een beetje oefenen ben je zo van je hunkeringen af.
Fotocredits: geertr
Op 2 oktober krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Tip 6: Vervangers werken niet? Probeer het eens met 'synesthetische vervangers': ieder zintuig kent zijn eigen verlangens of hunkeringen zo je wilt, maar die kunnen uitwisselbaar zijn. Is er een parfum waar je dol op bent? Verstuif die geur om je heen. Is er muziek waar je zielsgelukkig van wordt? Zet die CD op. Vormen van aanraking? Laat je masseren, of doe dat zelf. Kun je helemaal opgaan in het kijken naar kunst? Ga kijken naar kunst. Of lees een gedicht .... Het werkt (bij mij) echt! Onbedwingbare trek in iets lekkers is immers een vorm van behoefte aan aandacht, maar die kun je ook op allerlei andere manieren bevredigen.
een mooie reeks jan peter, sommigen synoniem (fel verlangen, heftig verlangen) maar de meesten toch met een net iets andere connotatie,soms overeenkomend met de hunkering, of die meer of minder benaderend. want begeren is natuurlijk iets anders dan reikhalzen(d uitzien naar), stof voor de pastoor en de dominee, want het zonde-besef is niet veraf (anders dus dan in het land van Ellen Hendriksen, waar Pia de Jong zo amusant en met afgrijzen wekelijks over bericht op de achterpagina van de NRC). de Zusters van Liefde kunnen innig verlangen naar de hostie, maar niet naar een kersenvlaaitje op de zondag, en -snakken naar- zie ik de eerwaarde zusters ook niet doen (maar Mitterand op zijn sterfbed weer wel naar een ortolaantje, ook al stond het vogeltje op de rode lijst). tandakken kende ik niet, dus even zitten googlen, -iemand die tabak had afgezworen liep de hele dag te tandakken naar een sigaret-, dat wordt dus categorie #2 van mijn # 23, uiteraard is het een maleis woord dat door steeds minder onder ons verstaan wordt , jammer en helaas!
Haha Dirk, verslaafd aan een gerookt visje of een foie grasje. Maar ik geloof dat mensen wel degelijk aan junkfood verslaafd raken.
Hunkeren: 1) Begeren 2) Dorsten 3) Fel verlangen 4) Heftig begeren 5) Heftig verlangen 6) Hevig verlangen 7) Innig verlangen 8) Met ongeduld verlangen 9) Reikhalzen 10) Rusteloos verlangen 11) Smachten 12) Snakken 13) Sterk verlangen 14) Talen 15) Tandakken 16) Verlangen 17) Versmachten 18) Zuchten
Craving wordt toch vaak in verband gebracht met verslaving.
@ ria: dit draadje is wat belegen, dus wat extra reflectie mag wel nu: ik vind die van Dale definitie niet zo best, tenminste niet zoals ik het ervaar, verlangen is het juiste woord niet,hans had het over hunger, dat zit er in, maar dat hun(g)-keren geeft iets repetitiefs aan, net zoals je dat hebt in sabbelen, peuteren, rammelen, het is voor mij dus iets wat je blijft achtervolgen, iets vervelends, naars dus, de verslaving van jan peter is dan idd weer net iets anders, verslaafd aan een gerookt visje??. omdat wij allen foodloggers zijn, gaat het hier over eten en (genotzuchtig) overeten, maar er is een chinees spreekwoord: -een mens hunkert naar vriendelijke woordjes zoals een hond naar voedsel-, en inderdaad, als je die mist, kan dat hunkeren ook op het relationele vlak plaats vinden (al geloof ik niet dat dieren kunnen hunkeren, wel verlangen of snakken).
Jan Peter, die duim was van mij. Op zich maakt het e.e.a. duidelijk.
Maar toch klopt het niet helemaal semantisch.
Ik pak mijn (hele oude) Van Dale erbij: Hunkeren: "rusteloos, met ongeduld verlangen".
Dirk Z. #23: Ik weet niet of wat je zegt, klopt. Ja, het zijn iets andere omstandigheden.
Jouw #9 doet me denken aan een mooie jeugdherinnering: Mijn oom ving en rookte zijn eigen paling. De zolder hing er soms vol mee. Die geur!
Als hij dat gerookt had, kregen alle aanwezige neven en nichten (en dat waren er soms nogal wat!) elk ca. een kwart (maar dan wel van de lekkerste paling). Je at het op (tegelijk 'met je vingers') en wilde eigenlijk meer, maar dat kreeg je niet.
Dus ik heb me nooit overeten; het was en bleef altijd een feestje. Zelfs in mijn -voortdurende- herinnering eraan.
En dat lijkt ook weer op wat Hans in #6 zegt.