Meer dan de helft van de volwassenen was obees. Schoolkinderen kregen pizza voor ontbijt en kipnuggets als lunch. Oliver ging er met gestrekt been in, vooral de lunch ladies, de dames van de schoolkantines, moesten het ontgelden. Terwijl zij toch eigenlijk alleen maar deden wat ze opgedragen kregen.

The Washington Post ging terug naar Huntington om te kijken hoe het nu, negen jaar later, gesteld is met de bevolking. Een stuk beter, blijkt.

Het aantal obese inwoners daalde van 45,5% naar 32,6 %. Er is een boerenmarkt die zes dagen per week producten van boeren uit de streek verkoopt.

De menu’s op de scholen werden aangepast, door het hoofd van de school-food service, dezelfde dame die indertijd door Oliver verguisd werd. Zij herschoolde de koks, bouwde de keukens om en laat tegenwoordig 80% van de schoolmaaltijden vers koken. Kinderen eten best graag groente als het door een boer verbouwd is die ze zelf ook kennen.

Er werden fietspaden aangelegd en schoolkinderen kregen een fiets tot hun beschikking. Er werden hardloopwedstrijden georganiseerd en voorlichtingsprogramma’s gedraaid. De burgemeester zelf voert een wandelclub aan.

Wat is het geheim? “De verandering begon niet bij de mensen thuis, maar in openbare plekken: scholen, kerken, winkels, het kantoor van de burgemeester. Huntington denkt nu aan beter eten op een andere manier dan 10 jaar geleden. Dat is vooruitgang,” schrijft The Post.

Dit artikel afdrukken