Fysiek heeft hij nooit een vinger naar haar en de kinderen uitgestoken, dat was ook niet nodig; ze luisterden wel, sterker nog, ze kropen voor hem. De kinderen hebben zodra het kon, het boerenerf verlaten. Ze ziet ze niet veel. Haar man heeft de kinderen bestempeld als ondankbaar en verwend. “Als ze nog te lui zijn om op de boerderij te komen helpen, hoeven ze niet te denken dat wij naar hen toekomen”.
Ze is er klaar mee, ze wil haar rug rechten, ze heeft er spijt van, niet een beetje spijt, heel veel spijt. “Ik heb mijn kinderen willen beschermen, maar ik heb ze aan de Goden overgeleverd. Ik was altijd thuis, maar ik was er niet echt. Ik maakte me onzichtbaar en hoopte dat daardoor de kinderen het geweld zou ontgaan, Ik heb mezelf voor de gek gehouden en mijn kinderen nog veel meer.”
Stap voor stap heeft ze haar rug gerecht. Ze heeft het contact met haar kinderen hersteld, door ze te vertellen over haar angsten, haar spijt en haar schaamte. Ze heeft haar man laten zien dat ze een eigen leven kan en wil leiden, ze heeft vrijwilligerswerk en sport opgepakt. Ze heeft de banden met familie en vrienden van vroeger weer opgepakt en open over haar kwetsbaarheid gesproken.
Helaas heeft ze er niet lang van mogen genieten. Ze werd ongeneeslijk ziek en bereidde samen met haar kinderen haar eigen uitvaart voor. Ze wilde begraven worden in het familiegraf van haar ouders. Terug naar het veilige nestje, naar de tijd waarin de wereld nog mooi en zorgeloos was. Het mocht niet zo zijn, zelfs aan het einde van haar leven, had haar man het laatste woord.
Op de rouwkaart las ik met tranen in mijn ogen dat ze gecremeerd zou worden.
Paulien Hogenkamp coacht agrarisch ondernemers en bemant de vertrouwenslijn voor de agrarische sector. Zij vertelt over wat zij meemaakt onder boeren die zij bijstaat in hun gang naar de 21e eeuw.
Op 11 april krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
“Haar man was er van overtuigd dat als je mensen aan je wilde binden, je ze klein moest houden, afhankelijk en afgesloten van de verlokkingen van de wereld. Hij kon er misschien niets aan doen, zo was hij zelf ook opgevoed. Zijn ouders hadden hem en zijn broers en zussen met harde hand opgevoed. Niet alleen verbaal, maar ook fysiek”
Uit het bovenstaande citaat uit het verhaal van Paulien blijkt dat deze man anderen aan zich wilde onderwerpen uit angst dat ze niet bij hem bleven. Hij geeft uiting van verlatingsangst, een neurotische stoornis die ontstaat in de vroege kinderjaren als gevolg van emotionele verwaarlozing of mishandeling. Het heeft niets van doen met een verwende opvoeding die Marco zich voorstelt. Het tegenovergestelde juist.
Uit het verhaal blijkt verder dat deze man eist dat zijn kinderen steeds komen “helpen”. Soms is een verlatingsangst zo groot dat iemand niet eens alleen kan werken: er moet steeds iemand “helpen”. Het gaat in dat geval niet om werkelijk helpen maar dat er iemand bij hem is zodat hij niet alleen is.
De man in het bovenstaande verhaal kijkt niet naar zijn kinderen om omdat ze niet komen “helpen”. Vanuit zijn neurotische belevingswereld is dat begrijpelijk: de kinderen komen niet “helpen”, dus ze hebben hem in de steek gelaten. Hij betaalt ze met gelijke munt terug: hij kijkt niet meer naar zijn kinderen om.
Wat bij een boerengezin anders is dan bij gewone burgergezinnen, is dat een boerderij een goede dekmantel is om een dergelijk probleem achter te verbergen. “Helpen” kan immers ook echt helpen zijn omdat een boerderij nu eenmaal een gezinsgebeuren is. Ook Islamitische leefregels kunnen een uitstekende dekmantel zijn voor een dergelijke stoornis: de vrouw moet een burka dragen, mag niet met anderen in contact komen of mag geen auto rijden.
Heel vroeger, maar nog niet zo heel lang geleden, nog minder dan een eeuw geleden zelfs, lag armoede op de loer. Ja! Erger dan vandaag de dag. Maar dat was volksbreed zo. Ooit trouwde men eigenlijk overal binnen eigen kring en stand. Het huwelijk was tevens een zakelijke verbintenis. Als er liefde bij kwam kijken was dat mooi meegenomen. Vaak was er heus wel liefde in het spel. En ooit was het trouwen binnen eigen kring ook een vorm van zelfbescherming. Men snapte elkaar binnen groepen en standen nu eenmaal beter. Emotie van toen was anders dan vandaag de dag. Honger, ziekte en armoede bepaalde meer de emotie dan het eigen individuele gemoed van zingeving. Een volle maag was vaak al zingeving genoeg. En over ziekten en doodmaakte dat eerder emotie bepaalde dan gewoon een alledaags ka-uu-tee-gevoel. Gebeden werd er voor vee en gewas. Dankdagen, etc.
Maar we leven nu, vandaag de dag. De tijd is veranderd. dat ging toch wel snel. Ook voor de mensen en hun koppies, wat daar in zit. Maar tal van boerenfamilies hebben toch nog steeds die soms eigenlijk 19e eeuwse mentaliteit tussen de oren. Hoe modern de technische middelen vandaag de dag ook zijn, de mentaliteit is er soms wel eentje van generaties terug. Daar zit een grote spagaat. Modern en ouderwets tegelijkertijd.
Bovendien verschillen families en personen en komt dat nog meer aan het oppervlak in deze tijd. Vroeger als men trouwde bleef men zonder uitzondering bij elkaar. Ook dat was volksbreed zo, behalve bij een enkele notabele. Vandaag de dag moet je als man en vrouw beter nadenken over hoe de ander denkt, wat die wil. Je moet niet alleen uitgaan van jezelf of de eigen groep. Mensen gaan ook relaties aan buiten de eigen kring en groep. Ook dat vraagt wederom een bepaalde extra slimheid. Zeker als er nog een oudere vader of moeder is met een ouderwetsere mentaliteit. Vaders (en moeders) die over het graf willen regeren vanuit een 19e eeuwse mentaliteit, zitten menig geluk van opvolgers en hun partners in de weg.
Paulien Hogenkamp,
Goed geschreven, en komt vaak voor, tegenwoordig minder denk ik omdat scheiden tegenwoordig meer geaccepteerd is. Goed dat je geen oordeel geeft zoals "hij kon niet anders met deze oneerlijke prijzen etc. etc.", maar het oordeel over de situatie (wie is slachtoffer en wie is dader?) in het artikel overlaat aan de lezer.
Ik denk dat het in dergelijke gevallen juist niet om de boerderij gaat, het gaat om hem mijnheer boer.
- in de jeugd al een uitzonderingspositie, hij gaat boer worden.
- eenmaal boer dan gaat het om macht en het beter weten, hij zal wel eens laten zien hoe het moet
- na verloop van tijd komen er onredelijke verwijten, zoals zij (de vrouw) heeft minder meegebracht van thuis uit. Had mijnheer boer natuurlijk voorruit kunnen weten, en er zouden ook best andere redenen kunnen zijn om van haar te houden en haar te respecteren, maar niemand die hem daar op wijst.
- om onder het geblaf en de verwijten uit te komen gaat de vrouw maar wat harder werken en meer zwijgen.
- erfbetreders zien het ook wel maar wat moeten ze doen, zeggen ze iets, klant kwijt.
- uiteindelijk komt er een situatie dat de volgende generatie zich aandient, nu moet de boer die met zijn gedrag altijd is weggekomen de macht overdragen en dan komt de ware aard (voor de buitenwereld) naar voren.
De macht overdragen heeft als resultaat dat mijnheer boer geen macht en aanzien meer heeft en met veel minder financieele middelen achterblijft dan bij verkoop (eventueel in gedeeltes) aan een vreemde.
- zelfs de eigen kinderen worden dan in een positie gebracht dat mijnheer boer "niet anders kan" dan ze eerst uit te buiten en dan weg te treiteren en tegen elkaar op te zetten.
- weinig tranen als mijnheer boer eenmaal dood is, wel ruzie over de erfenis.
Wat je schrijft m.b.t. referentiekader klopt, dat zijn nml. andere boeren (het referentiekader is dan niet geluk of gezondheid of kwaliteit als boer, het referentiekader is dan geld, hectares, aantal stuks vee). Een punt is dat een medewerker in een bedrijf altijd ter verantwoording geroepen word als er onaangepast gedrag is, een zelfstandige die rechtstreeks met de consument zaken doet let uit zichzelf wel op zijn gedrag om geen klanten kwijt te raken. Een boer hoeft zich voor zijn gedrag niet te verantwoorden, al zijn toeleveranciers zijn eenvoudig vervangbaar en zijn product gaat toch wel naar de supermarkt.
Gelukkig ook situaties dat er wel een goede harmonie is.
#1, ja, dat heb ik. In de generatie waarover ik schrijf trouwden de meesten boerenzonen met een boerendochter. Beide veelal opgegroeid in een cultuur waarin de boerderij vóór het gezin gaat en de vrouw volgzaam is aan de man. Het geïsoleerde leven op de boerderij zorgde voor een kleiner referentiekader, waardoor patronen generaties lang bleven bestaan en sowieso langer dan in gezinnen waar de kinderen uitvliegen naar andere milieus, culturen en sectoren. De vrouw bleef vaak thuis na het trouwen, de boerderij bleef familiebezit, waardoor ze ook financieel afhankelijk werd van haar man en schoonfamilie. Een hele toer om zelfstandigheid en zelfrespect te behouden voor menig vrouw uit die generatie.
Paulien, heb je het idee dat dit in boerengezinnen vaker voorkomt dan in niet boerengezinnen?