'Gewone' foie gras wordt gemaakt door eenden en ganzen te dwangvoederen, door middel van 'gavage', waardoor zij extreem vervette levers ontwikkelen. Behalve in Frankrijk, België, Hongarije, Bulgarije en Spanje waar het een geliefde luxe is, is het produceren - en eten - van foie gras in de nodige landen omstreden en soms zelfs verboden. Maar inmiddels biedt de modernste levensmiddelentechnologie uitkomst.

Dankzij de techniek van het hogedruk-pasteuriseren, pascalisatie, is het mogelijk "ganzenvet onder extreem hoge druk in gewone levers (van dode ganzen) te persen", schrijft Mac van Dinther in De Volkskrant. Door die hoge druk smelten lever en vet als het ware samen. Wat resulteert is een 'worst' van niet-van-echte foie gras te onderscheiden nep-foie gras. De Volkskrant liet de worst aan 3 chefs proeven; ze lieten zich moeiteloos overtuigen.

Prachtig nieuws dus, voor dierenvrienden die van lekker houden. De producenten, de Nederlander Joeri Groot en het Duitse levenmiddelentechnologieinstituut DIL, hebben een fabriek die de foie gras-worst vanaf maart moet gaan draaien. "Dan willen we het uitrollen in Europa en misschien wel wereldwijd", klinkt het vol vertrouwen. Zelfs voor supermarkten zou de machinale foie gras een optie zijn. Er is maar één maar. De naam. Omdat foie gras als naam beschermd is, noemden Groot c.s. hun product 'foie royale'. Ze gaan argeloos voorbij aan het feit dat foie in het Frans mannelijk is. Foutje dus. Vette ganzenleverworst zou eigenlijk foie royal moeten heten. Gelukkig is taalmishandeling minder naar dan dierenmishandeling.

Dit artikel afdrukken