Daaronder ligt een musje. Een kleintje nog. Ik begroef het nadat ik het - zo'n lief klein hoopje, met van die zwarte kijkoogjes - had doodgemaakt.

Het was alweer diezelfde rotkat. Ditmaal had hij een jonge mus kort voor het uitvliegen uit een nestje gehaald. Hij kwam het ons trots brengen. Het beestje was nog nauwelijks beschadigd. De stier en de sprinkhaan was 2 dagen ervoor geschreven. Mijn vrouw vond dat ik maar moest laten zien hoe je in zo'n geval beschaving toepast.

Hoe? Aan het gas. En het geworstel dan? Z'n of d'r nekje omdraaien? De kop er in een flinke ruk aftrekken? Een tik op de kop geven? Om zeker te weten dat je dat laatste goed doet, moet je de kop ineens verbrijzelen. Je - ik dus - bent niet geoefend. Wat een vervelende keuzen. Niets garandeert de ongeoefende dat de andere keuzen - kopje omdraaien of eraf trekken - in een keer goed gaan.

Onduidelijk was uit welk nestje het kwam en het beestje had een beet in zijn achterlijf. Het moest gebeuren. Niks 214 reacties lang delibereren over wel niet en met welke gevoelens en onder welke condities. De praktijk eiste doen. Het was nog veel te goed om zelf snel dood te gaan, maar zou het zeker gaan. Alle denkerij bleek pijnlijk nutteloos. Futiele en eigenlijk onbeschofte intellectualiteit. Niet eens wat maar hoe moet je het doen? - dat is de uiterst concrete vraag. Het maar laten kon ook. Het zou ook onbeschoft zijn.

Ik vond een beschrijving uit de NRC van de euthanasie die een kraai pleegde op een duif die tegen het raam was gevlogen en gebruikte al m'n praktische verstand om de snelheid van de kraai, die de duif in 10 seconden door onthoofding naar dezaligheid hielp, met minstens 80% te verbeteren. Ik gaf me 2 seconden om zelfs in mijn ongeoefendheid trefzeker te wezen. Ik koos voor een grote, scherpe schaar. Kalmeerde het beestje in mijn hand. Het liet het zonder versnelling van zijn of haar hartritme toe dat je het kopje wat weg van het lijfje trok. Dat had - denk ik - iets te maken met de voederreflex.

Bewust in 1 krachtige beweging. Knip.

Gelukkig was ik voorbereid op stuiptrekkingen in zowel lijfje als de oogleden en het snaveltje in het opeens losse kopje.
Alles overwegende had ik het liefst een shredder bij de hand gehad. Zo'n ding waarin 1-dags kuikens in een fractie van een seconde levend worden versnipperd. Ik deed er vermoedelijk 1,5 tot 2 seconden over. Gas - mag buta? - was een hel geweest. De andere methoden waren te onzeker. Maar ik had niet beter.

Ik begroef het. We waren te laf om het schoon te maken en te eten. Dat zou logisch geweest zijn en zin hebben gegeven aan al die emotie. En zouden we dat hebben gedaan, dan had het lekker moeten smaken. Om precies dezelfde reden. Respect voor zo'n klein beestje dat nodeloos maar toch moest gaan.


Dit artikel afdrukken