Terwijl professor Jaap Seidell zich het vuur uit de sloffen loopt om stadslandbouw onder de kansarme jeugd populair te maken, kwam de NASA met zijn verontrustende analyse: we gaan naar de kloten, omdat we niet kunnen delen en op tijd ons leven kunnen veranderen. Nederland maakte zich druk om paardenmishandeling en de NVWA die zei dat we in Nederland de facto geen voedselpolitie meer hebben.

De week daarvoor maakte ik me druk over het onrecht dat daardoor mogelijk ontstaat voor tientallen vleesverwerkende bedrijven. Tegelijk maken we ons druk over het herstel van de bodem waar plantjes uit moeten kunnen blijven groeien om ons te voeden, maar vergeten we dat we met zoveel zijn dat we de bodem wel kunnen herstellen maar niet voor iedereen. Kort daarvoor viel hier een indrukwekkend en beangstigend stuk te lezen: alle moderne landbouw kost zoveel energie dat het niet uit kan.

We maakten ons hier razend druk over suiker, terwijl de uitdaging is anders te gaan eten. Eergisteren kwam het nieuwe VN klimaatrapport uit, waaruit moet blijken dat we ten onder gaan als we niet heel snel onze uitstoot en dus ons leven veranderen. Dat gaan we niet doen. Dat maakte werkgeversvoorzitter Bernard Wientjes afgelopen zondag in Buitenhof duidelijk. We gaan veilig en duurzaam schaliegas winnen, ook al komt daar een berg chemicaliën en een zoetwaterverspilling bij kijken waar de NASA en VN mensen hun hoofd bij schudden. En ik, ik maakte me drie dagen druk om uit te vinden of Joustra's vleesonveiligheidsrapport geen cover-up is voor bestuurlijk overheidsfalen.




Dagelijks gaan we op in de waan die altijd meeslepend is. Het raast maar door en alles is even spannend. Maar eigenlijk is het vermaak, tijdverdrijf om tegen elkaar te kunnen praten. Steeds meer krijg ik dat Ti Ta Tovenaar gevoel: laten we de boel eens stop zetten en kijken wat echt belangrijk is.

Wat doet ertoe? En hoe kunnen we dat beter verslaan, volgen en er een samenhangend beeld over opbouwen?

Fotocredits: Ti Ta Tovenaar, Televisietijd
Dit artikel afdrukken