Het inhoudelijke deel van het ochtendprogramma werd gedomineerd door CEO Feike Sybesma van DSM. Hij legde de nadruk op het gelijktijdig uit de wereld helpen van honger én het niet alleen genoeg maar ook goed voeden van mensen. Nieuwe chemische technologieën zullen helpen om mensen niet alleen genoeg te eten te geven maar hen ook te voorzien van de juiste natuurlijke balans in micronutriënten. Die technieken zullen bovendien helpen de 30-50% verliezen aan bruikbaar voedsel te beperken. Niemand kan het met zo'n visie oneens zijn, al staan de Slow Foodies die met een rijke en romantische Westerse bril naar voedsel kijken er ver van vanaf. Sybesma liet de conferentiegangers de toekomst zien: chemische technologie zal het mogelijk maken goede stoffen uit natuurlijke producten te halen en daar high tech natuurlijk voedsel voor zoveel mogelijk mensen van te maken. Dat is een nieuwe en goede ontwikkeling in de levensmiddelentechnologie. In Nederland loopt DSM met deze visie voorop, hoewel ook zuivelbedrijf FrieslandCampina al in dezelfde richting denkt en werkt.

Ik deed mee aan een van de 'workshops' die in de middag werden gehouden. Het ging er - alweer - over de cruciale rol die technologie zal spelen om de wereld voldoende en goed te voeden.
Er moet meer uit de aarde worden gehaald, die moet minder worden uitgeput en vooral veel beter in conditie worden gehouden. Alweer boodschappen waar niemand het mee oneens kan zijn. Wakker werd ik door de presentatie van de Israeli Erez Vigodman. Hij vertelde dat het R&D-budget van landbouwtechnieken wereldwijd amper boven de 1% uitkomt (versus bijv. 15% in de automobielindustrie) , terwijl de noodzaak om te innoveren groot is. Vigodman is CEO van het bestrijdingsmiddelenconcern Makhteshim Agan Industries, een bedrijf met een kleine $ 3 miljard omzet dat in 2011 werd overgenomen door het Chinese ChemChina. Vigodman vertelde dat de Israeli's geleerd hebben het onmogelijke te doen. Zonder land en zonder water telen ze toch hun eigen voedsel. In de woestijn zelfs. Hij pleitte dan ook voor een desintensificatie van de landbouw. De druk op de vruchtbare plekken hoeft dan niet zo groot te worden. Het is beter om ook op plekken waar van nature geen of weinig landbouw mogelijk is met slimme technologie toch eten te maken. China zit precies met dat probleem. Het land heeft een grotere bevolking dan zijn territoir kan voeden.

Vigodman ziet de toekomst hard in. Het gaat snel. Er komen zo snel zoveel consumenten bij en we hebben nog zo weinig kennis en nieuwe technologie ontwikkeld, dat we moeten opschieten. Anders gaat het fout en belanden we in oorlogen om voedsel, grondstoffen, energie en water. Net als Israeli's moeten we weten dat we hard moeten werken om aan de gevaren voorbij te komen. "Het publiek moet echt weten wat er aan de hand is", zei hij. Er moet veel meer geld naar innovatie in landbouw, als we het willen redden. Dat lukt alleen als we de subsidies afschaffen en private bedrijven uitzicht hebben op de winsten die zij met hun innovaties kunnen behalen. Dat klinkt als een groot-industriële boodschap. In één adem door echter pleitte Vigodman voor zware investering in in kennis van de bodem (soil science) - niet anders dan Jan Willem Erisman, directeur van het biologisch Louis Bolk Instituut. Voor technologieën om efficiënt met water om te gaan en dat te kunnen reinigen. En voor nadrukkelijke vergroting van de biodiversiteit in de gewassen waarmee we ons voeden. We zijn, zei hij, levensgevaarlijk bezig door ons in essentie afhankelijk te maken van letterlijk een handjevol gewassen zoals we dat nu doen.
Klinkt Vigodman 'gangbaar' en als een gelover in de klassieke technology fix? Ja. Klinkt hij als iemand die zich bewust is van de ecologische en bevolkingsproblemen waar technologie ons tot op heden mee heeft opgezadeld. Ook ja. Hij heeft een toon die in Nederland Aalt Dijkhuizen en Louise Fresco niet konden vinden. Het is boeiend te zien dat China juist die toon in huis heeft gehaald.

De conferentie verraste me door geen aandacht te schenken aan de belangrijkste uitdaging van de 21e eeuw: het terugwinnen van de nutriënten uit onze eigen poep en plas. Noch in de plenaire sessies, noch in de workshops kwam het aan de orde. Zijdelings kwam het aan de orde in de presentatie van natural tech Princeton whizz kid Jason Aramburu die met zijn bedrijf RE:CHAR slimme oventjes maakt waarmee arme Afrikanen alle biomassa die ze niet eten en alles wat ze uitpoepen tot vruchtbare mest kunnen omzetten. Dat komt akelig dicht in de buurt. Voor Afrika dan. Na zijn korte presentatie werd er beleefd geklapt. Daarna ging het gesprek weer verder over technologie om meer met minder te doen en minder te verspillen. Dat Aramburu zojuist duidelijk had gemaakt dat verspilling geen probleem is als je die maar terug in de grond stopt, viel vermoedelijk bijna niemand op.

Fotocredits: Jason Aramburu, Foodlog Media
Dit artikel afdrukken