Omdat patiënten zo verschillend kunnen reageren op het virus, rijst de vraag: wat beïnvloedt de werking van het immuunsysteem? De Duitse onderzoekers hebben een mechanisme aangetoond dat een verband legt tussen bepaalde bacteriën in de darmen en de activering van immuuncellen met als signaalstof interferon.

Symbiose
Dat er een innige samenwerking is tussen het microbioom, dat in feite een extern organisme is, en het immuunsysteem, een functie van vele organen tezamen, is het afgelopen decennium veel bestudeerd. Met enig biologisch inzicht valt te begrijpen dat de symbiose tussen het lichaam, als gastgever, en het verzamelde microbiologische leven in en op het lichaam heel innig, effectief en complex is.

Bacteriën voeden de binnenzijde van de darmwand, die geen bloedtoevoer vanuit het lichaam heeft
De mens is met zijn omgeving en zijn microbioom in honderdduizenden jaren geëvolueerd. Niemand kijkt ervan op dat nu het microbioom met nieuwe technieken goed bestudeerd kan worden er allerlei functies aan het licht komen, die van levensbelang zijn voor het lichaam, maar niet door de genen van het lichaam zelf worden aangestuurd. Bacteriën produceren ontelbare hoeveelheden stofjes, van glucose tot ingewikkelde hormonen. Bacteriën voeden de binnenzijde van de darmwand, die geen bloedtoevoer vanuit het lichaam heeft. Bacteriën regelen de energiebalans, bij de een beter dan bij de ander. Enzovoort. En uiteindelijk vormen ze, levend en dood, met ander afval een gezonde drol.

Soldaten
Darmbacteriën controleren ook het immuunsysteem. De huidige cijfers over IC-patiënten leren dat dat bij de een beter gaat dan bij de ander. Maar waarom is dat? Het valt te begrijpen dat het immuunsysteem van ouderen niet meer zo krachtig is en de besmetting door een onbekend virus niet kan opruimen. Kinderen hebben (veel) meer witte bloedlichaampjes, de soldaten van het immuunsysteem. Hoe dat werkt wordt goed uitgelegd in het NTR-programma De Kennis van Nu.

Eén verklaring voor het feit dat jongeren veel minder last hebben van Covid-19 is dat hun immuunsysteem voldoende witte bloedlichaampjes kan mobiliseren om de onbekende vijand al in de keel en de neus te verslaan, nog voordat het lerende deel van het immuunsysteem adequate hoeveelheden antilichamen tegen het virus heeft weten aan te maken.

Een belangrijk deel van het actuele onderzoek en geëxperimenteer met antivirusmiddelen en bestaande vaccins hoopt op een toevallig effect bij Covid-19. Zo zijn mogelijk in Portugal relatief een stuk minder coronadoden te betreuren dan in buurland Spanje, omdat in Portugal vroeger vaccinatie met het BCG-vaccin tegen tuberculose verplicht was en in Spanje niet.

In een gezond lichaam laat een voortdurende uitwisseling van interferon tussen het microbioom en rustende dendritische cellen zien. Als die signalering ontbreekt, is er geen afweerreactie
Dendritische cellen
Het Duitse onderzoek was gericht op de rol van het microbioom bij de activering van immuuncellen. Dat gaat zo: het binnengedrongen virus activeert de immuunrespons van het lichaam. Een sleutelrol hierbij spelen 'conventionele dendritische cellen' (cDC's). Deze behoren tot het aangeboren immuunsysteem en hebben receptoren, die de binnendringende ziekteverwekkers snel herkennen. De eerste reactie van de cellen bestaat uit het afgeven van signaaleiwitten (cytokines), die andere immuuncellen naar de plaats van de infectie lokken. De dendritische cellen vangen en verteren de ziekteverwekkers (dat heet fagocytose) en gebruiken materiaal van de indringer voor de aanmaak van antigenen. Dit leidt tot de activering van T-cellen (die deel uitmaken van het adaptieve immuunsysteem), wat resulteert in een gerichte immuunrespons.

In een steriele omgeving, bij speciale labmuizen zonder microbioom, vindt die activering van cDC’s niet plaats. Voor die activering is een signaal vanuit het microbioom nodig, concludeerden de onderzoekers. “De cellen missen de brandstof die nodig is om te reageren op de ziekteverwekkers,” zegt een van de onderzoekers in EurekAlert. En ze vonden ook welke signaalstof dat is: interferon.

Ook zagen ze dat er in een gezond lichaam een voortdurende uitwisseling van interferon tussen het microbioom en rustende dendritische cellen is. Als die signalering ontbreekt, is er geen afweerreactie. De onderzoekers zagen ook dat fouten in de signalering tot auto-immuunreacties kunnen leiden. In vervolg op dit onderzoek moet gekeken worden hoe het microbioom zodanig beïnvloed kan worden dat die interferonsignalering optimaal verloopt. Meer controle over de immuunreactie zou kunnen helpen bij immunotherapie tegen kanker, aldus de onderzoekers.
Dit artikel afdrukken