De oude voedingsnormen voor energie dateren nog van 2001. Afgelopen zomer bracht de Gezondheidsraad de herziene voedingsnormen voor energie, ofwel de referentiewaarden voor de dagelijkse calorische inname naar buiten. In de normen maakt de raad onderscheid naar leeftijdsgroepen en tussen man en vrouw. De belangrijkste wijziging is dat de raad opsplitst naar 4 verschillende niveaus van lichamelijke activiteit. Dat maakt dat de geadviseerde energiebehoefte naar leeftijd nu varieert tussen bijvoorbeeld 1900 en 2710 kcal/dag bij een vrouw van 35 jaar. Ook specificeren ze nu de extra energiebehoefte voor zwangere vrouwen (per trimester) en voor vrouwen die borstvoeding geven. De raad baseert de normen op die van de Europese voedselveiligheidsautoriteit EFSA die ze aanpasten aan de gemiddelde lengte en het gemiddelde gewicht van de Nederlandse bevolking.
De Gezondheidsraad beschrijft hoeveel calorieën kinderen en volwassen gemiddeld nodig hebben op een dag. De experts benadrukken dat deze alleen gelden voor de gemiddelde Nederlander. Maar die bestaat niet.
Aan de bekende '2.000 kcal/dag' voor vrouwen en '2.500 kcal/dag' voor mannen die je op etiketten vindt, heb je dus eigenlijk niks.
De Raad formuleert wel aandachtspunten waarmee diëtisten de energiebehoefte van een individu kunnen inschatten om toch een deugdelijk individueel voedingsadvies te kunnen geven. In reactie daarop paste het Voedingscentrum de dagelijkse aanbevolen gemiddelde hoeveelheden een klein beetje naar beneden aan.
Het gemiddelde advies gaat uit van gezonde mensen met een gezond gewicht. De Gezondheidsraad beveelt onderzoek aan naar de behoefte aan energie bij mensen met ondergewicht, overgewicht en/of obesitas, chronische ziekten, medicijngebruik en bij oudere volwassenen. Een goed idee, vindt van Ooijen. Maar wetenschappelijk gezien is het niet meer dan een aanmoediging aan onderzoekers om meer aandacht te besteden aan het feit dat er geen algemene adviezen voor individuen bestaan.
Met vrije uitloop, goed idee.
Dat is de mens natuurlijk al, Jan Peter. Ik denk trouwens wel dat er veel te winnen is als we mensen net als landbouwhuisdieren zouden voeden: minder voedselverspilling, minder welvaartsziekten, minder milieubelasting. Ultieme voeding op maat ;-)
Haha Carolien, inderdaad. Betekent dat dat de mens ook meer en meer een verdienmodel wordt?
Toch leuk om te zien dat de voederwaardering en de vaststelling van nutritionele behoeften van de mens steeds meer leert van de systemen die we voor landbouwhuisdieren al lang hanteren ;-)
Elk mens is anders? Inderdaad, elk eikenblad is ook anders maar ze lijken toch verdomd veel op elkaar. De overeenkomsten zijn biologisch gezien veel belangrijker dan de verschillen. En zo is het met mensen ook natuurlijk.