Wat later dan in Nederland, maar inmiddels steeds nadrukkelijker, wordt nu ook in Duitsland het eten van dieren een maatschappelijke discussie. In de Frankfurter Allgemeine Zeitung spreekt professor Bernd Ladwig, hoogleraar in de sociale wijsbegeerte aan de Freie Universität van Berlijn, zich uit tegen het eten van dieren.

Dieren mogen we van hem in beginsel eten. De heikele kwestie zit wat hem betreft in de omstandigheden waaronder we ze houden, vervoeren en doden. Hij noemt de houderijsysteem 'buitengewoon problematisch'. Dieren zouden daarin lijden, niet zichzelf kunnen zijn en zich bewust zijn van hun ongemak. Daarom is het eten van dieren wat Ladwig betreft verkeerd.

Op de vraag of hij weleens in een stal is geweest antwoord hij ontkennend. "Maar daar mag je ook zomaar niet naar binnen", zegt hij.

De FAZ vraagt Ladwig of het doden van alle dieren gelijk is. Muggen doden op de vooruit van je auto - en dus autorijden - of het dooddrukken van spinnen zouden via hetzelfde argument immers ook moreel verwerpelijk kunnen zijn. Mocht blijken dat ze daardoor lijden en wij dat lijden door maatregelen te nemen, hadden kunnen voorkomen, dan vindt Ladwig dat ook verwerpelijk. Niettemin vindt hij dat we dieren mogen eten als we dat nodig hebben voor onze gezondheid. Daar is in rijke samenlevingen echter geen sprake van; wij hebben immers voldoende alternatieve eiwitbronnen. Daarom kunnen wij onze tanden volgens Ladwig niet met een schoon geweten in een dier zetten.

Ladwig's beeld van de dierhouderij lijkt overeen te stemmen met het beeld dat de Amerikaanse site Rolling Stone begin december naar buiten bracht in de reportage In the Belly of the Beast. Het zijn beelden die sporen met de manier van communiceren van Gaia in België en Wakker Dier, de PvdD en Ongehoord in Nederland. Op de milieu- en dierwelzijnsbewuste site Grist schoot dat beeld Nathanael Johnson in het verkeerde keelgat. Johnson ging wel kijken bij boeren.

Fotocredits: In the Belly of the Beast, Rolling Stone, screenshot
Dit artikel afdrukken