Tijdens de coronaperiode verspilden we minder voeding. Dat blijkt uit een onderzoek uitgevoerd door supermarkten, WUR en het ministerie van Landbouw, Natuur & Voedselkwaliteit. Ze voerden dit onderzoek uit onder de vlag van de stichting Samen tegen Voedselverspilling.

Volgens Toine Timmermans, directeur van de stichting Samen tegen Voedselverspilling, zitten we inmiddels alweer bijna op het pre-corona niveau van voedselverspilling. "Mensen planden toen blijkbaar beter, maakten meer gebruik van boodschappenlijstjes", zegt Timmermans op de NOS (1.1). "Er waren minder impulsaankopen, men kocht vaker langer houdbare producten en er waren - doordat we meer verplicht thuis zaten - minder onverwachte gebeurtenissen." Een andere belangrijke ontwikkeling was volgens Timmermans de populariteit van verspakketten, die tot minder verspilling thuis leidden.

Tussen 8 en 17 mei 2020 onderzocht Wageningen Food & Biobased Research middels een representatieve steekproef onder 1.500 consumenten welke verschillen zij tijdens de coronamaatregelen ervaren hebben ten opzichte van voor deze periode. Zij kregen vragen voorgelegd over hun planning- en aankoopgedrag, het bereiden van maaltijden, het bewaren van voedselproducten en de hoeveelheid voedsel die zij weggooiden. Ongeveer 70% gaf aan niet meer of minder weg te gooien, ongeveer 26% gaf aan minder weg te gooien. Het ging in het laatste geval vooral om verse groente, vers fruit en maaltijdresten. De inzichten uit dit onderzoek zullen worden gebruikt om voedselverspilling effectiever tegen te kunnen gaan in de toekomst.

In de verspillingsvrije week, die vandaag begint, staat brood centraal. Brood staat in de top 3 als het gaat om verspilling. We kunnen, volgens het Voedingscentrum (2.1), in één week tijd ruim 60 miljoen boterhammen besparen door ze simpelweg niet weg te gooien.
Dit artikel afdrukken