Overal in Groot-Brittannië krabbelen de winkelverkopen weer overeind. Alleen het centrum van Londen blijft achter, en niet zo zuinig ook. De Financial Times analyseerde de uitgaven van een steekproef van Britse bankklanten, gedeeld door de Social Investment Busines, en keek in welke geografische locaties betaaltransacties plaatsvonden.

In driekwart van de 368 Britse (deel)gemeenten waren de consumentenuitgaven hoger dan 2 jaar geleden, voor de coronapandemie uitbrak en er allerlei coronabeperkingen werden doorgevoerd. Kleine steden en randgemeenten blijken te profiteren van de door de coronamaatregelen afgedwongen verschuiving naar lokaal shoppen. Zelfs ten tijde van de jongste beperkingen - om de omikronvariant af te stoppen - gaven de Britten gemiddeld 4% meer uit in januari 2022 dan in januari 2020.

Maar in Londen blijven de consumentenuitgaven ver achter. Consumenten zijn online gaan kopen, toeristen en forensen blijven weg en consumenten zijn dichter bij huis gaan shoppen. Dat alles samen is funest voor Londens business model. Het omzetniveau in Londen ligt nog altijd 10% onder dat van voor de pandemie, in de City is dat zelfs -55%. De grote vraag is in hoeverre de veranderingen - en de verliezen - blijvend zijn, nu de coronabeperkingen ten einde zijn gekomen. "De oplossing voor de problemen in Londen is niet terug te gaan naar een wereld waarin iedereen naar de hoofdstad moet om in een kantoor te zitten," zegt Hazel Blears, voorzitter van SIB en voormalig minister van lokale overheden (The Financial Times, 2.1). "Het gaat erom Londen te helpen zich aan te passen aan het feit dat mensen zich hebben gerealiseerd dat ze op afstand kunnen werken vanaf de plek waar ze eigenlijk willen wonen."


Dit artikel afdrukken