Liever dan hun klanten met lege schappen te confronteren, zetten Britse supermarkten er foto's van de ontbrekende producten in. Of nepverpakkingen, zodat het er niet zo leeg uitziet (De Telegraaf, 2.2).

Op de sociale media zijn verschillende voorbeelden te vinden: foto's van bundels asperges of sinaasappels in de groentevakken van Tesco, silhouetten van flessen wasmiddel op kartonnen dozen geplakt bij Sainsbury's. Sommige klanten zien er de lol van in: "Geweldig dat de asperges zo groot worden in Groot-Brittannië. Dat moet ons klimaat wel zijn", klinkt het in een tweet.



De lege schappen hebben twee belangrijke oorzaken. Te weinig vrachtwagenchauffeurs, personeelstekorten in de voedingsmiddelensector en opstoppingen in havens door het gebrek aan containers waardoor kerstbestellingen vertraging oplopen door het vertrek van Groot-Brittannië uit de Europese Unie. De hogere brandstofprijzen en inhaalvraag door het einde van de strenge lockdownmaatregelen.

Maar er is nog een onderliggende reden, volgens The Guardian (2.3): winkels zijn te groot geworden, of beter nog, het assortiment is te groot. Traditionele Britse supermarkten voeren zo'n 40.000 verschillende artikelen. De ook in Groot-Brittannië succesvolle discounters Aldi en Lidl doen het met 3.000. En dus snijden ook de andere supers in hun assortiment om efficiënter én competitiever te worden. Ze halen minder vers in huis om derving en voedselverspilling te voorkomen. Koppel dat met de brexit- en corona-perikelen en de opkomst van online boodschappen doen waardoor supermarkten beduidend minder non-food artikelen op de schappen nemen, en de trend is duidelijk. Er vallen geen gaten, de schappen zijn gewoon te groot.
Dit artikel afdrukken