Twee miljoen telefoontjes kregen de GGD-lijnen vandaag te verwerken toen 'de rest' van Nederland zich eindelijk mocht melden voor een prik met het Janssen-vaccin (AD, 3.1). Vakantie en reizen lokken. Maar voor een onbekende groep: de bijna 50.000 Nederlandse en buitenlandse zeevarenden op schepen onder Nederlands beheer, betekent het Janssen vaccin letterlijk de verlossing (de Volkskrant, 4.1). Eindelijk komt er zicht op het einde aan hun 'pariastatus' en een maanden- en soms zelfs jaarlange verblijf aan boord.

Zeevarenden konden tot op heden niet meedoen aan de reguliere vaccinatiecampagnes aan wal. Al sinds het begin van de coronapandemie konden ze bijna nergens ter wereld meer van boord door de strengere toegangsregels. In veel havens mochten ze niet eens van boord. De Koninklijke Nederlandse Vereniging van Rederijen (KNVR) trok aan de bel en wist bij de Nederlandse overheid vaccins los te krijgen voor de opvarenden van de schepen in Nederlands beheer. Artsen en verpleegkundigen zullen de komende 9 maanden van schip naar schip gaan om de opvarenden te vaccineren met het Janssen-vaccin, waar maar één prik van nodig is. Niet alleen om hen sneller naar huis te helpen, maar ook om de veiligheid aan boord te garanderen. Op een schip is immers maar beperkte behandelcapaciteit beschikbaar.

"Ik hoop dat we nu eindelijk naar huis kunnen," zegt de 43-jarige Rolly Baroro (43), die als eerste bemanningslid van de Seatrade Blue geënt wordt. Reikhalzend keek de vader van twee uit naar de vaccinatie. Hij heeft zijn gezin al zes maanden niet gezien. Wereldwijd zijn er naar schatting 300- tot 400.000 zeevarenden die door corona langer op hun schip moesten blijven dan gebruikelijk.
Onderwijl rukt de deltavariant van het virus op; 40% van de besmettingen in Amsterdam draagt die nieuwe kenmerken in zich.


Dit artikel afdrukken