Het Corona-effect Kippen wachten op slacht door uitval besmette slachters

"Wij doen het niet slechter dan andere bedrijven," zegt Ron Priem, directeur van Plukon België, enigszins beschroomd in De Tijd (2.1). "Ons afwezigheidscijfer ligt hoger omdat wij ons personeel zo vaak testen. Als je veel test, vind je veel besmette mensen, zeker nu. Je vindt minder personeelsleden die positief testen als je minder testen uitvoert. Wij nemen bewust dat risico niet en proberen de werkvloer veilig te houden.’'

Tien procent van het personeel van de kippenslachter zit thuis, omdat ze ziek zijn of in quarantaine zitten. In België verwerken de 1.500 Belgische werknemers van de Nederlandse kippenslachter Plukon gemiddeld iedere week 2 miljoen kippen. Dat is nu "een pak minder", waardoor Plukon ook minder kipproducten aan zijn klanten kan leveren. Het lagere slachttempo heeft nog een consequentie: Plukon kan ook minder kippen verwerken. "Minder kippen verwerken, betekent ook dat er veel kippen in de stallen blijven zitten, wat al snel leidt tot overbevolking in de stallen van onze boeren. Zij en wij lopen inkomsten mis."

'Nultolerantie'
Volgens Priem worden medewerkers 3 keer per week getest met een PCR-test. Om al die tests te verwerken kocht Plukon zelf laboratoriumruimte in. Terug aan het werk mogen de werknemers pas na een negatieve test. "Ik ben voorstander van een absolute nultolerantie. Ik wil dat onze mensen in een veilige omgeving werken. Anders verergert het probleem alleen maar. En stel je voor dat iemand in onze fabriek besmet raakt en toch ernstig ziek wordt of erger… Dat wil ik niet op mijn geweten hebben."

'Privacy niet te waarborgen'
In Nederland wilde het RIVM in het kader van de pandemiebestrijding kunnen beschikken over data over drukte en verplaatsingen van groepen mensen om de verspreiding van het virus te kunnen volgen. Dat hoopte het RIVM te kunnen bereiken door inzage te krijgen in de data van telecombedrijven. Toezichthouder Autoriteit Persoonsgegevens, verschillende kamerleden, belangenorganisaties en de telecombedrijven zelf waren tegen, omdat de privacy van miljoenen telefoongebruikers niet gewaarborgd zou kunnen worden. De enige manier waarop het kabinet het leveren van telecomdata zou kunnen regelen, was door een aparte wet. Maar die wet gaat er niet komen. Het ministerie van Economische Zaken trok het wetsvoorstel met een korte brief aan de Tweede Kamer stilletjes in (Het Financieele Dagblad, 4.1). Het delen van telecomdata met het RIVM is definitief van de baan.