China staat op een kruispunt: met 37 miljoen mensen in lockdown zwelt de kritiek op het zero covid-beleid aan. Chinezen zijn inmiddels banger voor de coronamaatregelen dan voor het virus zelf, zegt China-correspondent Roland Smid (RTL Nieuws, 2.2). Want zodra ergens een infectie opduikt, wordt een hele wijk of zelfs hele stad afgesloten. Dus wat doen de Chinezen, die daartoe de middelen hebben? Ze hamsteren (The Guardian, 2.2) en verzinnen creatieve manieren om de hond uit te laten:



Tot nu is China er steeds in geslaagd alle uitbraken te beteugelen door het inzetten van extreem zware maatregelen: massaal testen, totale lokale lockdowns, verplichte quarantaines en opname van alle covidpatiënten in het ziekenhuis.

Dergelijke maatregelen vragen een enorme personeelsinzet en brengen navenant hoge kosten met zich mee. Nu de omikronvariant ook in China niet buiten de deur te houden blijkt, getuige de eerste 2 coronadoden sinds januari 2021 (NOS, 1.3), lijken die maatregelen té zwaar. De economie en groei van China lijden onder de strikte aanpak; volgens zakenbank Goldman Sachs veroorzaakt een lockdown van een maand in een derde van China een daling van het Chinese bbp van 1 procentpunt.

En dus schakelt China over van zero-covid naar een 'dynamische' covidaanpak en mogen Chinezen dit keer ook zelf-testen, Pfizer-antivirusmiddelen slikken en is ziekenhuisopname niet langer verplicht (asymptomatische en milde covid-gevallen worden naar gecentraliseerde isolatiecentra gestuurd). Deze week liet de Chinese leider Xi Jinping doorschemeren dat "maximale preventie en beheersing tegen zo laag mogelijke kosten" het devies zijn om de gevolgen van de epidemie voor de economische en sociale ontwikkeling tot een minimum te beperken.

Dit artikel afdrukken