De oorsprong van het SARS-CoV-2-virus is nog altijd in nevelen gehuld. Nieuw onderzoek, verschenen in Nature, door Franse wetenschappers lijkt twee mogelijke 'verdachten' vrij te waren. Het schubdier én het Wuhan-laboratorium.

De onderzoekers van het Institut Pasteur onderzochten 645 vleermuizen uit grotten in het noorden van Laos, dicht bij de Chinese grens. Ze vonden er 3 coronavirussen die wel heel erg lijken op SARS-CoV-2, inclusief de mogelijkheid om menselijke cellen te infecteren. "Deze drie SARS-CoV-2-achtige coronavirussen hebben een 'receptor binding domain' (RBD), dat zich op het Spike-eiwit bevindt, waardoor ze zich aan menselijke cellen kunnen binden. Van de 17 functioneel belangrijke aminozuren in dit domein zijn er slechts één of twee die verschillen van die van SARS-CoV-2," aldus hoofdonderzoeker Marc Eloit in de HuffingtonPost (4.1).

Tot op heden is die capaciteit om menselijke cellen te infecteren nog nooit eerder vastgesteld bij vleermuizen. Dat was de reden dat er gezocht is naar een 'tussengastheer' (zoals het schubdier, of de wasbeerhond) en dat de theorie van 'gemaakt in en ontsnapt uit het Wuhanlaboratorium' opgang deed. In Wuhan was namelijk, in 2013, het virus RATG13 onderzocht, afkomstig uit een grot in Yunnan. RATG13 was tot nu toe de meest nabije verwant van Sars-Cov-2, maar had een afwijkend RBD-domein, dat juist niet makkelijk mensencellen infecteerde. Het onderzoek van Eloit laat zien dat een virusvariant die capaciteit ook langs natuurlijke weg kan verkrijgen. Daarmee lijkt de laboratoriummanipulatie van tafel.

En het schubdier dan? Een gevalletje van 'collateral damage'. "Bij het schubdier (de pangolin) zijn coronavirussen aangetroffen met een RBD dat zo dicht bij het SARS-CoV-2-virus ligt dat het dier als 'smeltkroes' kan hebben gefungeerd," zegt Eloit. "Maar de drie nieuwe virussen lijken erop te wijzen dat het schubdier geen tussengastheer was, maar een nevenslachtoffer, besmet door vleermuizen."

3. Het 'nieuwe gezond'

Toelichting ›

4. Overig

Dit artikel afdrukken