Dat concludeert Raymond Cronise op basis van een theorie waarmee hij onze welvaartsziekten probeert te verklaren.

Het concept 'calorie' dateert uit de 19e eeuw, toen we nog niet de overvloed aan voedsel kenden van vandaag. Toen definieerden wetenschappers, als Lavoisier, Liebig en Atwater stukje bij beetje het concept van de drie macronutriënten vetten, koolhydraten en eiwitten. Het denken in de energie en voeding die de macronutrienten verschaffen, kreeg voorrang boven onderzoek naar het effect van voedsel op de manier waarop ons lijf met energie omgaat. Onderwijl kregen we toegang tot veel en goedkoop voedsel en losten we het probleem van ondervoeding op. Even later wisten we met lekker eten dat verleidt door zijn smaak de massa's zelfs vet te mesten, iets dat nog nooit eerder in de geschiedenis was voorgekomen. Toppunt van luxe was de marketing gericht op 'genoeg eiwitten eten!' ('vlees mevrouw, u weet wel waarom') die de kop op stak in de na-oorlogse jaren.

Niet alleen macronutriënten tellen
Ons metabolisme, de manier waarop we met voeding omgaan, doet meer dan alleen het omzetten van voedsel in energie en bouwstoffen. Raymond Cronise werkte, samen met David Sinclair en Andrew Bremer, aan een alternatieve theorie die het ontstaan van welvaartsziekten (obesitas en chronische aandoeningen als gevolg van zogenaamde low grade inflammaties) wil verklaren vanuit de diepgaande veranderingen in ons eet- en leefpatroon die ons de laatste eeuw overkwamen.

Zijn hypothese is simpel. Alle levende wezens op aarde hebben te maken met seizoensinvloeden: lange periodes met minder voedselaanbod, minder daglicht en koude. Maar nu wij zijn aanbeland in een tijdperk waarin een overaanbod aan calorieën bestaat, we te weinig slapen en het bovendien bijna nooit meer koud hebben, is dat mechanisme grondig ontregeld. Met alle inmiddels bekende gezondheidsellende tot gevolg.

De 'metabole winter'-hypothese
Cronise wijst in zijn open-sourced artikel op verschillende mechanismen die zijn hypothese ondersteunen:
- we hebben geen voorkeur voor eiwitten, maar voor voedsel met een hoge energiedichtheid
- calorierestrictie zorgt voor een langere levensduur
- het hele complex van genen, sirtuïnes, signaalstoffen en hormonen die een rol spelen in zowel langere levensduur als het ontwikkelen (of niet) van chronische ziekten
- onze 'energiefabriekjes', de mitochondriën, en de rol en aanwezigheid van bruin vet in het regelen van onze lichaamstemperatuur
- het aanpassingsvermogen van mensen (en dieren) om in koude omstandigheden (meer) te slapen (denk aan winterslaap)
- de verstorende werking van ploegendienst en te weinig slaap op het metabolisme
- meer bewegen - meer energie besteden - helpt niet om af te vallen (dieren gaan ook niet extra bewegen als ze teveel gegeten hebben)

Nooit meer winter
Dat brengt Cronise tot de volgende conclusie: "Ons 7-miljoen jaar durende evolutionaire pad werd gekenmerkt door twee seizoensuitdagingen, calorieschaarste en koude stress. In de laatste 0,9 inch van onze evolutionaire mijl zijn we er in geslaagd beide nagenoeg volledig weg te poetsen. Koeling en transport hebben ons beschikbare voedsel en onze leefomgeving fundamenteel veranderd. We slapen ook minder en zijn aan aanzienlijk meer kunstlicht blootgesteld, vooral in de wintermaanden. Obesitas en chronische ziekten zien we het meest terug bij mensen én hun (huis)dieren die in lekker warme omgevingen met ruim voldoende eten wonen en werken. Het is redelijk te geloven dat ook wij, in lijn met het circadiaanse ritme en de meeste andere levende organismen, reageren op de seizoenen en de overlevingsgenen voor de winter bij ons dragen. Misschien is ons probleem dat het nooit winter wordt."

Fotocredits: 'Bear's nest', SnowHotel, Antti T. Nissinen
Dit artikel afdrukken