Het lijkt op de woorden van President Kennedy: "Vraag niet wat de wereld voor jou kan betekenen, maar wat jij voor de wereld kan betekenen”. Baltimore, een stad met ruim 600.000 inwoners, heeft al ruim 8 jaar een actief voedselbeleid, gericht op het vergroten van de toegang tot gezond voedsel. Volgens Holly Freishtat leeft een kwart van de bevolking in food deserts. Dat zijn gebieden met veel armoede, weinig voertuigen en waar weinig gezond voedsel te koop is. Hun beleid is door 24 andere steden in de VS overgenomen.

Freishtat: "De belangrijkste succesfactor is het bij elkaar brengen van alle partijen die zich met voedsel bezighouden en het organiseren van de samenwerking. Er waren intern alleen al twaalf agentschappen die iets met voedsel hadden, variërend van planning, gezondheid, milieu, onderwijs, landbouw, aanbesteding etc." Ze hebben een inventarisatie gemaakt van de voedselwoestijnen en voor die gebieden worden goedkope leningen verstrekt voor supermarkten die meer gezond voedsel willen verkopen of verhuren grond voor stadslandbouwprojecten. Ook heeft men fiscale faciliteiten voor die ondernemers die hun beleid ondersteunen.

Extern werkt de stad Baltimore met 60 organisaties samen om de toegang tot gezond voedsel te vergroten. Daarvoor hebben ze ook externe fondsen binnengehaald. 
"Op landelijk niveau is er veel versnipperd beleid. Er zijn regelingen om de consumptie van groenten en fruit te stimuleren, maar ook allerlei promotiecampagnes voor vlees", merkt Freishtat op. Voor veranderingen heb je geduld nodig en een lange adem.

Het aanwezige publiek bestond voornamelijk uit vertegenwoordigers van steden die betrokken zijn bij de City-deal die in januari van dit jaar op de Voedseltop is afgesloten met de Rijksoverheid. Ze zijn allang blij dat hun werk gewaardeerd is met een passage in het regeerakkoord. Dat biedt kansen om financiële steun te vragen voor hun werk, maar het zou natuurlijk nog mooier zijn als ze kijken hoe ze kunnen bijdragen aan een beter Rijksbeleid.
Dit artikel afdrukken