Deze week trokken de Belgische federale overheid en het Federaal Voedselagentschap (FAVV) de vergunning in van het vleesbedrijf Veviba uit Bastenaken. Veviba is een onderdeel van de groep Verbist, die vorig jaar in opspraak kwam na beelden uit het slachthuis in Izegem. Bij een inspectie bij Veviba bleek dat "meer dan de helft van de gecontroleerde producten niet in orde was met de regels op het vlak van voedselveiligheid. Zo zou bijvoorbeeld de vermelde invriesdatum van het vlees vervalst zijn. Er is zelfs sprake van slachtafval dat toch in vlees voor menselijke consumptie verwerkt werd", schrijft De Tijd.

De groep Verbist is verantwoordelijk voor 30% van de Belgische vleesmarkt en heeft Delhaize en Colruyt als grootste klanten. Beide supermarktketens halen alle producten uit de schappen, aldus De Tijd. De autoriteiten zijn volop bezig het verdachte vlees te traceren en terug te halen. "Als we nog onverwerkt vlees vinden, wordt dat vernietigd", zegt Philippe Houdart, woordvoerder van de FAVV.

Deze vaststellingen hebben geleid tot een volledige en onherstelbare vertrouwensbreuk
Geen compromis
Colruyt, dat vrijwel al zijn vlees zelf uitsnijdt, schort de samenwerking met Verbist op tot de lopende onderzoeken afgerond zijn en Delhaize besloot vandaag de samenwerking met Verbist te beëindigen. "Deze vaststellingen hebben geleid tot een volledige en onherstelbare vertrouwensbreuk. De vastgestelde wanpraktijken zijn absoluut onaanvaardbaar voor Delhaize en hebben het vertrouwen in alle ondernemingen van de Veviba Groep op een onherstelbare manier geschonden. Delhaize maakt geen enkel compromis inzake voedselveiligheid en duldt dan ook geen enkele inbreuk hierop", laat Delhaize weten. De supermarktketen is al bezig met alternatieve leveranciers, waarbij de keus voor Belgische producten voorop blijft staan.

Voedselveiligheid mogelijk in het geding
Omdat er mogelijk sprake is van een voedselveiligheidsprobleem belegde de Belgische minister van Landbouw Denis Ducarme een spoedoverleg met verschillende betrokken partijen. Maandag zal de Kamercommissie Landbouw, in aanwezigheid van Ducarme en minister van Volksgezondheid Maggie De Block het dossier verder bespreken. Beide ministers gaven vandaag al wel aan dat er "voorlopig geen indicaties zijn dat de vleesfraude een gevaar vormt voor de volksgezondheid", vult De Tijd aan.

Volgens Greenpeace zijn de consumenten en de landbouwers "de grootste slachtoffers van dit schandaal, dat het zoveelste bewijs is dat onze industriële vleesproductie door en door rot is
Waar gaat het precies om? "Specifiek zijn er op de site van slachthuisgroep Verbist in Bastenaken drie entiteiten", vertelt Houdart. "Bij het slachthuis zijn er geen problemen ontdekt. Bij de uitsnijderij en het diepvrieskoelhuis is er fraude vastgesteld". Zo kreeg het bevroren vlees een nieuw etiket: "Dat is in principe geen gezondheidsprobleem, maar men probeerde vermoedelijk ouder vlees als nieuwer te verkopen". Bij de uitsnijderij zijn stukken karkas die niet bestemd waren voor menselijke consumptie, toch in gehakt verwerkt. "Bij het kelen van een dier kunnen microben naar binnen komen. De stukken vlees rond de wonde worden normaal weggesneden, en worden bestempeld als categorie drie: niet meer geschikt voor menselijke consumptie. In deze uitsnijderij kwam het vlees toch in gehakt terecht. Er bestaat dus een risico dat er te veel microben in het vlees zitten", aldus Houdart.

Zware kritiek
De Belgische Federatie van het Belgische Vlees (Febev), de Boerenbond en Greenpeace uiten in De Morgen zware kritiek op het vleesbedrijf. Haast in koor wijzen ze op het belang van transparantie, distantiëren ze zich van de praktijken en onderschrijven ze de 'nultolerantie' die tot de verschillende maatregelen hebben geleid. Volgens Greenpeace zijn de consumenten en de landbouwers "de grootste slachtoffers van dit schandaal, dat het zoveelste bewijs is dat onze industriële vleesproductie door en door rot is".
Dit artikel afdrukken