De minister is verrast en verontwaardigd. Haar vertrouwen in de sector heeft een deuk gekregen. Ze heeft vertegenwoordigers van de sector, zowel bestuurders als bedrijven die diensten verlenen aan veehouders, bestraffend toegesproken op een foute cultuur. En de overtreders kunnen stevige boetes tegemoet zien. Zo hebben we eindelijk weer een minister die compassie met boeren weet te combineren met een duidelijke en stevige aanpak. Een verademing.
Legale en illegale ontduiking
Helaas zal het bij deze fraude niet blijven. Er zijn nog andere legale en illegale mogelijkheden om de mestwetgeving te ontduiken. Een opsomming.
Er zijn tenminste drie legale ontwijkingsmogelijkheden:
1. Een melkveehouder die in Nederland koeien en jongvee wil houden, heeft fosfaatrechten nodig. Dat geldt niet voor dieren die hij in het buitenland houdt. Door jonge kalfjes te exporteren, in het buitenland op te laten groeien en als volwassen dier te importeren, heeft een melkveehouder voor zijn niet-productieve jongvee geen fosfaatrechten nodig. Risico’s op de insleep van ziektes door alle veetransporten nemen deze veehouders voor lief.
2. In de wet zijn voor alle koeien, afhankelijk van hun melkproductie, forfaitaire getallen voor hun fosfaatproductie opgenomen. De tabel met deze forfaits reikt van ca. 5.000 tot 11.000 kg melk per koe. Hierdoor worden bedrijven met een melkproductie beneden 5.000 kg per koe benadeeld, terwijl bedrijven met een melkproductie boven 11.000 kg juist worden bevoordeeld. De laatste jaren zijn er steeds meer van zulke hoogproductieve bedrijven. De minister is hier vanuit de Tweede Kamer op gewezen, maar ziet dit vooralsnog niet als een probleem.
Hoe vaak deze trucs worden toegepast is nu niet te zeggen. Maar de minister en de sector doen er verstandig aan niet af te wachten tot deze of nog andere trucs boven tafel komen. Want dan volgt affaire op affaire en raakt het imago van de sector steeds verder beschadigd3. Professionele melkveebedrijven moeten een boekhouding bijhouden van de productie en het gebruik van dierlijke mest. Hobbydierhouders hoeven dat niet. Door jongvee onder te brengen bij een of enkele hobbydierhouders kan een melkveehouder zelf meer koeien melken. Het feitelijk onderbrengen van jongvee bij een hobbyboer is creatief en niet verboden. Maar als dit louter administratief gebeurt, is er sprake van fraude.
Dan enkele illegale mogelijkheden:
1. Melkkoeien hebben een mestproductie van ca. 45 kg fosfaat per jaar. Zodra een melkkoe niet meer wordt gemolken en wordt ‘afgemest’, mag de veehouder haar status wijzigen in weide- of zoogkoe, met een mestproductie van 26,9 kg fosfaat. Maar er zijn veehouders die zulke koeien toch nog maar een tijdje door melken. Daardoor geven ze meer mest, die buiten de boeken blijft. De NVWA kan dat alleen controleren door frequente bedrijfsbezoeken, maar ja, personeelsgebrek.
2. Als een vaars voor de eerste keer kalft, verandert haar status van jongvee naar melkkoe en neemt haar forfaitaire mestproductie toe van 21,9 kg fosfaat naar ca. 45 kg. Geeft de veehouder deze statusverandering pas later door, dan is de feitelijke fosfaatproductie hoger dan die op papier.
3. Een onbekend aantal melkveehouders heeft afgekalfde, melkgevende vaarzen uit Duitsland geïmporteerd, maar geregistreerd als jongvee, met een navenant lagere forfaitaire mestproductie.
Met al deze trucs kan een melkveehouder meer, of meer mest producerende dieren dieren houden dan opgegeven en daardoor hoefde hij in 2017 geen heffing te betalen in het kader van het fosfaatreductieplan. Naast deze fraude met melkvee en mestproductie was in november al gebleken dat werd gerommeld met de mestafvoer en de beschikbare grond voor mestplaatsing. De mestafvoer werd groter voorgesteld dan ze was door manipulatie met het gewicht van de mesttransporten en met de gehaltes van fosfaat in mest. Daarnaast zijn niet alle gronden waar op papier mest werd uitgereden in gebruik bij de veehouder. Of ze liggen op zo’n grote afstand dat er weinig of minder mest naar toe ging dan de bedoeling was. Door dergelijke creativiteit en fraude werd met name in veedichte gebieden teveel mest dichtbij huis uitgereden.
'Inkeerregeling'
Hoe vaak deze trucs worden toegepast is nu niet te zeggen. Maar de minister en de sector doen er verstandig aan niet af te wachten tot deze of nog andere trucs boven tafel komen. Want dan volgt affaire op affaire en raakt het imago van de sector steeds verder beschadigd - ook bij de Europese Commissie, die binnenkort moet beslissen over verlenging van de door Nederland aangevraagde derogatie van de Nitraatrichtlijn. Zonder derogatie mogen melkveehouders ongeveer 30% minder (stikstof uit) dierlijke mest op hun land gebruiken. Hierdoor neemt het landelijke mestoverschot toe tot peperdure proporties en wordt de fraudedruk nog veel hoger. Daarom is het beter nu door te pakken, alle malversaties boven tafel te halen en zowel de Nederlandse samenleving als Brussel te laten zien dat Nederland hier een streep onder wil zetten.
Zo’n regeling spaart de NVWA een hoop controletijd en kan zorgen voor proportionele sanctiesZo’n operatie vergt meer menskracht dan de NVWA in huis heeft, want het gaat om vele duizenden veehouders. Misschien is een “Inkeerregeling” zoals staatssecretaris Jan Kees de Jager die in 2010 bedacht om naar het buitenland weggesluisde vermogens op te sporen, een oplossing. Volgens die regeling hoefden vermogensbezitters die zich spontaan meldden geen boete bovenop hun achterstallige belasting te betalen; maar wie dat niet deed moest dokken. Vertaald naar de melkveefraude zou dat bijvoorbeeld als volgt kunnen worden ingevuld:
- wie een lichte fraude spontaan meldt hoeft geen of slechts een kleine boete te betalen;
- wie een zware fraude meldt, krijgt een sanctie, bijvoorbeeld terugvordering van zijn GLB-toeslagen over het desbetreffende jaar. Daarmee kan de sector enig vertrouwen terugwinnen in Brussel;
- wie een zware fraude niet meldt en alsnog wordt betrapt, verliest niet alleen zijn toeslagen maar krijgt ook andere sancties aan de broek. Bijvoorbeeld een heffing krachtens het fosfaatreductieplan, korting op fosfaatrechten en een fikse boete.
Zo’n regeling spaart de NVWA een hoop controletijd en kan zorgen voor proportionele sancties.
Hoe dan ook, het is tijd voor Operatie Schoon Schip. De geloofwaardigheid van de Nederlandse melkveehouderij staat op het spel.
Frits van der Schans, CLM Onderzoek en Advies
Wouter van der Weijden, Stichting Centrum voor Landbouw en Milieu
Op 30 december krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
#Jan-Roelof, het is zoals je zegt afhankelijk van het contract van de terreinbeherende organisatie. Fraude is pas aantoonbaar als het op papier niet klopt. Het kan op papier allemaal mooi kloppen, voldoende vinkjes voor voldoende grond, en toch in de praktijk een grote knoeiboel zijn.
Je moet het met me eens zijn dat het in dit geval van de drijvende boerderij bijzonder is dat grond zonder mestplaatsingsruimte aan melkvee wordt gekoppeld om de grondgebondenheid te borgen. Helaas zijn er wel contracten waarbij de mest op andere percelen kan worden geplaatst als in het totale plaatje (GDI) ook percelen zijn zonder mestplaatsingsruimte.
#87 Carla, dat is ook gewoon fraude. Als er in het contract staat dat er een beperking is op deze percelen die wel als grasland te boek staan (> 5ton ds opbrengst per ha), dan mag je de rest niet toerekenen aan de overige gronden. Is het natuurterrein dan is het feitelijk afvoer naar natuur terrein. Ik heb hier een collega die grasland huurt van een terreinbeherende organisatie waar helemaal niets op mag. Die verwijderen we gewoon uit het bemestingsplan. Deze percelen worden gebruikt om de toeslagrechten te verzilveren en aangezien ze dus opgegeven worden bij de Gecombineerde Opgave moeten ze wel bemonsterd worden ivm de derogatie-eisen.....
#Sjaak, ik besef heel goed wat ik zeg en durf ook meer te beweren: Terreinbeherende organisaties faciliteren overbemesting op perceelsniveau elders. Stel melkveehouder huurt/pacht land waarop alleen mest door beweiding is toegestaan. Dat zal dan meestal jongvee zijn dat daar een weideseizoen mag lopen. De rest van de bemestingsnorm zal de melkveehouder op zijn andere grasland kunnen gebruiken waardoor de bemesting hoger wordt. Het ligt aan de verhouding van gepacht natuurgrond en "eigen" grasland hoeveel stikstof en fosfaat dan wordt uitgereden. Dat kan hoger zijn dan de onttrekking door het gewas.
Carla, #82 goed punt en mee eens:
"Is dit niet pseudo grondgebonden? Als regel zou alleen grond met mestplaatsingsruimte gebruikt mogen worden bij grondgebondenheid".
Ik hoop alleen wel dat je beseft wat je zegt. Er zijn namelijk nogal wat boeren die gebruik maken van de mestplaatsingsruimte op natuurgrond terwijl het pachtcontract dat niet toelaat. Het pachtcontract is leidend. Dit gebeurt met medeweten van de Terreinbeherende organisatie want die kunnen immers een hogere pachtprijs berekenen.
Helemaal goed Hendrik. Het is trouwens best de moeite waard om me te leren kennen :-).
Ik heb trouwens niet gezeurd over het feit dat je mijn reactie niet waardeerde. Dat is tenslotte volledig aan jou.