De Nederlandse landbouw geldt als het schoolvoorbeeld van efficiëntie en maximalisering van opbrengsten. Maar de richting die onze landbouw insloeg had ook negatieve gevolgen, betogen Jaap Schröder, Hans Van Grinsven, Jules Bos, Hein ten Berge, Bert Smit en Jan Willem Erisman in De Volkskrant. "Diezelfde landbouw deed vogelsoorten als patrijs, grutto en veldleeuwerik in vijftig jaar tijd met meer dan 70 procent afnemen. Schaalvergroting liet behalve boeren ook fraaie cultuurlandschappen verdwijnen omwille van efficiëntie. In combinatie met een hoog gebruik van inputs, is ook een efficiënte landbouw echter nog altijd milieubelastend. Denk aan de deken van weggelekte meststoffen waar de Nederlandse natuur onder gebukt gaat.

Van de zucht naar efficiëntie gaat bovendien een perverse prikkel uit. Ze dwingt boeren om zoveel mogelijk kilo's te produceren, ook al gaat een hoge benutting van bijvoorbeeld land daarbij ten koste van de benutting van meststoffen. Minder efficiënte of meer vervuilende aspecten van het productieproces worden bovendien aan volgende generaties of aan bedrijven elders overgelaten. De aldus gespecialiseerde en deels zelfs grondloze bedrijven worden in dat geval alleen ogenschijnlijk efficiënter dan het voedselproductiesysteem als geheel of op termijn."


De boer betaalde voor die hele efficiëntieslag een prijs: "lage marges, dure kennis, geleend geld en overheidscontrole. Een tot ongelukken gedoemde prestatie getuige fraudes, ruimingen van vee, preventief gebruik van antibiotica, resten van gif in voer en voedsel en een diep gefrustreerde boerenstand." Een boerenstand die daardoor geneigd is de 'ambtenarenflauwekul' aan zijn laars te lappen, zoals Bert Wagendorp dit weekend schreef.

De schrijvers van dit opiniestuk pleiten daarom voor een meer inclusieve landbouw, waarin "de kosten en baten van een schoner milieu, meer biodiversiteit, gezondheid en een fraai landschap" verrekend worden. Dat zal tot een minder intensieve landbouw kunnen leiden.

Als Hollanders de intensieve pijp aan Maarten geven, hoe moet de wereld dan gevoed worden?
"De grote uitdaging is de consument en kiezer te overtuigen dat meer eenvoud, meer grutto's, meer menselijke maat, meer gezondheid en minder 'circus' ruimschoots opwegen tegen de extra kosten. Transities beginnen met de bereidheid om op zijn minst de kosten en baten van zo'n inclusieve landbouw financieel door te rekenen. Op basis van aldus verkregen wisselkoersen kunnen vervolgens acties gedefinieerd worden," schrijven de experts. "Laten we nadenken over een 'inclusieve' Nederlandse landbouw, waar we wat voor zullen moeten betalen." Als dat allemaal lukt, kan de Nederlandse landbouw opnieuw een voorbeeld zijn. "Maar dan een voorbeeld van hoe een patiënt van zijn meervoudige kwalen en chronische medicijngebruik kon afkomen." Hoe dat concreet moet gebeuren en waarom Nederlandse burgers minder dure landbouwproducten uit andere landen zullen afzweren, vertellen de schrijvers niet. Ook vertellen ze niet waarom buitenlanders, die veel meer dan de helft van onze productie kopen, onze opeens duurdere landbouwproducten blijven kopen. Als ze dat niet doen, moet immers veel meer dan de helft van de Nederlandse boerenbedrijven worden afgeschreven.

Tot zover de Volkskrant. Op Boerderij valt vandaag een opinie te lezen van Dick Boddeüs, investment manager bij Nationaal Groenfonds. Daarin valt dezelfde taal te lezen, maar ook een voorstel om het mogelijk te maken. Dat klinkt als volgt: Als we willen dat boeren natuurinclusieve landbouw omarmen, moeten er voor de agrariër die de transitie wil maken, mogelijkheden worden geboden. Om die reden heeft het ministerie van Economische Zaken in de vorige kabinetsperiode expliciet aan het Groenfonds gevraagd om daar waar mogelijk pilots van natuurinclusieve landbouw te (co)financieren.
Dit gebeurt nu op beperkte schaal. Er zijn mooie voorbeelden van boeren die bijvoorbeeld rekening houden met weidevogels middels een uitgestelde maaidatum. Dit vermindert de productie en kost de boer in feite geld. Door zijn product anders te vermarkten, levert het echter meer op en kan de boer een goede boterham verdienen.


De reacties van de boerenlezers zijn sceptisch. Deze vat de lijn van hun respons goed samen: "Zou zeggen, begin er maar aan investmentmanager. Het wel zelf doen vriend!" Boeren lijken nog niet zo ontevreden met hun circusact dat ze zich gewonnen geven. En nog iets: nog maar kort geleden zong de internationaal gerespecteerde National Geographic de lof van de oude circusartiest die Nederland op het gebied van de intensieve landbouw is. We zouden prachtige hoogtechnologische oplossingen hebben ontwikkeld om de hele wereld tot in de lengte der tijden te voeden.

Ons land verkeert vermoedelijk in een zware identiteitscrisis: willen we boeren die geld verdienen met een nieuwe ecologische aanpak of boeren en tuinders die de wereld voeden? In het eerste geval gaan we veel minder maken. Als we daar voor kiezen, zorgen we vast voor twijfel in de rest van de wereld: als Hollanders de intensieve pijp aan Maarten geven, hoe moet de wereld dan gevoed worden?
Dit artikel afdrukken