‘Onderzoekers Harvard: vet- of koolhydraatarm eten kan risico op overlijden vergroten.’ Dat was de kop van een artikel met datum 23 januari op de gezondverstand-website Welingelichte Kringen.

‘Te weinig koolhydraten of vetten eten kan even schadelijk zijn als te veel.’ Aldus een kop van de Belgische krant Het Laatste Nieuws op dezelfde datum.

Meer reacties zullen wellicht nog volgen, want het Harvard-onderzoek haakt in bij de levendige discussie over welke macronutriënt het best in het eten verminderd kan worden. Volgens de hierboven genoemde nieuwsbronnen zijn zowel een dieet met weinig koolhydraten als een dieet met weinig vet funest dan wel nefast.

Koppenmaker
Beide beweringen komen niet overeen met de strekking van het Harvard-onderzoek, maar daar moeten we in beide gevallen vermoedelijk weer de koppenmaker de schuld van geven, die ook maar moet woekeren met een beetje ruimte. Niet veel of weinig vet of koolhydraten, maar veel of weinig goede of slechte vetten en koolhydraten zijn bepalend voor een eetgewoonte waar je oud mee wordt. Dat is de belangrijkste uitkomst van het onderzoek en die komt overeen met de breed gedeelde opvatting, zowel binnen de wetenschappelijke wereld als daarbuiten, dat ongezond eten je dood bespoedigt.

Het artikel Association of Low-Carbohydrate and Low-Fat Diets With Mortality Among US Adults verscheen op 21 januari in JAMA Internal Medicine en is van de hand van Amerikaanse onderzoekers die gelieerd zijn aan de Harvard-universiteit en Chinese onderzoekers van een instituut uit Wuhan (de miljoenenstad die iedereen nu kent vanwege het coronavirus).

NHANES
De epidemiologen van Harvard (onder wie bekende namen als Walter Willett en Frank B. Hu) hebben school gemaakt met het analyseren van gegevens van grote groepen Amerikanen, in dit geval deelnemers aan de US National Health and Nutrition Examination Survey (NHANES). De deelnemers zijn 20 jaar en ouder en hebben vanaf 1999 tot 2014 geregeld op een lijst ingevuld wat ze het afgelopen etmaal hadden gegeten, een ‘24-hour dietary recall’.

Dit is de uitkomst: “In deze cohortstudie van 37233 Amerikaanse volwassenen van 20 jaar of ouder werden over het algemeen koolhydraatarme en vetarme diëten niet geassocieerd met totale sterfte, maar een gezond koolhydraatarm dieet (lagere hoeveelheden koolhydraten van lage kwaliteit en hogere hoeveelheden plantaardig eiwit en onverzadigd vet) en een gezond vetarm dieet (lagere hoeveelheden verzadigd vet en hogere hoeveelheden koolhydraten en plantaardig eiwit van hoge kwaliteit) werden geassocieerd met een lagere totale sterfte.”

Geen wonder dat het dik maakt, zou een nuchter mens denken
Fast food
Dat de kwaliteit van voedsel belangrijk is, mag vanzelfsprekend heten. In de Verenigde Staten krijgt naar schatting de helft van de bevolking het merendeel van de dagelijkse calorieën binnen uit fast food. Dat bevat doorgaans weinig voedingsstoffen en vezels en veel gemakkelijk opneembare suikers en verzadigd vet. Het heeft dan ook een grote energiedichtheid: het biedt weinig gevarieerde voedingsstoffen in verhouding tot de hoeveelheid calorieën. Geen wonder dat het dik maakt, zou een nuchter mens denken.

Er is de nodige kritiek op dit soort onderzoeken, onder meer op het gebruik van ‘food frequency questionnaires’, de lijsten waarop de deelnemers schrijven wat ze gegeten hebben. FFQ’s zijn notoir onbetrouwbaar, ook al wordt er bij de verwerking ervan rekening mee gehouden dat het invullen vaak niet naar waarheid zal gebeuren. In een reactie op het stuk in JAMA wijst een lezer erop dat het alcoholgebruik niet of niet voldoende is meegenomen in de data. Juist in deze groep van 20 jaar en ouder is het gebruik van (zeer calorierijke) drank hoog, wel 2 tot 3 keer zo hoog als mensen vermelden als ze er wel naar gevraagd worden.

Diet Doctor
Voor fanatieke ‘low carbers’, zoals de bezoekers en medewerkers van de verstandige website Diet Doctor is dit onderzoek van Harvard weer een ‘misrepresentation of low-carb diets’, een verkeerde voorstelling van zaken van wat een laag-koolhydraat dieet is. ‘What is a low-carb diet? Don’t ask Harvard!’, koppen ze dan ook bij Diet Doctor. De laagste score onder de NHANES-deelnemers in de laag-koolhydraat groep was een dagelijks dieet met altijd nog 46 EN% koolhydraten. Terwijl voor Diet Docter een laag-koolhydraat dieet maximaal 20 EN% uit koolhydraten bevat. “Bij Diet Doctor zijn we heel duidelijk over de definitie van low-carb.”

In 2018 publiceerde een andere onderzoeksgroep van Harvard in Lancet Public Health de resultaten van een onderzoek naar de hoeveel koolhydraten in een dieet die het gezondst is. Dat was nogal verrassend, een aandeel van 50 tot 55 EN% in het dagelijkse eten van koolhydraten bleek, gelet op de levensverwachting, optimaal. Minder maar ook meer koolhydraten lieten gemiddeld een korter leven zien in de berekeningen.

Fundamentele zwakheden
Dat onderzoek kreeg zeer veel kritiek, ook naar aanleiding van een stuk op Foodlog. In de discussie die daaronder volgde, schreef hoogleraar voedingskunde Jaap Seidell onder meer: “[V]oedingsonderzoek (is) een kwestie (…) van 'muddling through': het beantwoorden van complexe vragen met een zeer beperkt arsenaal aan onderzoeksmethoden waarvan er geen zonder fundamentele zwakheden is. [De] vooringenomenheid gemixt met zwakke onderzoeksmethoden maakt dat wij nu al vijftig jaar een discussie hebben over een vraag of een gezonde voeding nu wel of niet afhangt van het energiepercentage koolhydraten dan wel vetten.”

Het is niet zo moeilijk epidemiologisch onderzoek af te kraken, zegt Seidell verder nog. Goed voedingskundig onderzoek doen is moeilijk, duur en tijdrovend en misschien wel ondoenlijk, omdat er zoveel wisselvallige factoren meespelen. Dit soort onderzoek is vooral van belang voor de hypothesevorming en voor het aanwakkeren van de discussie. Vooral dat laatste lukt altijd goed.
Dit artikel afdrukken