Hoewel er heel veel mensen zijn die het zien en het hardop zeggen, doen we wereldwijd nog altijd alsof er geen schaarste van grondstoffen op ons afkomt. We willen het niet echt horen en handelen er niet naar. Dat betekent dat we in een klem komen te zitten: we houden vast aan verspillende processen die straks opeens terug moeten naar bijvoorbeeld de helft van hun capaciteit. Dat zorgt voor crises die nu nog vermijdbaar zijn.

We dansen in Nederland om de hete duurzaamheidsbrij heen omdat we de werkelijke issues niet benoemen en ons bezighouden met de franjes
Grondstoffenschaarste
We moeten nu op een slimme manier veel zuiniger omgaan met grondstoffen. Daarmee kunnen we tijd kopen om vervolgens verdere innovaties en een andere leefstijl te ontwikkelen. Bezuinigen kan relatief eenvoudig op tal van terreinen, van fosfaat tot water en van stikstof tot olie. Dat weten we al decennia, maar we krijgen het niet georganiseerd. Vermoedelijk zit daar dan ook het echte vraagstuk: we hebben andere organisatie- en maatschappelijk meer betrokken besluitvormingsprocessen nodig want de (nationale en internationale) consensusvorming is veel en veel te traag. De beleidscyclus heeft duidelijk geen gelijke tred gehouden met de enorme versnelling in de kringlopen van koolstof, stikstof, fosfaat, en water. Leven en biodiversiteit lijden daar nu al onder en dat zal verder toenemen.

Kansen laten liggen
We dansen in Nederland om de hete duurzaamheidsbrij heen omdat we de werkelijke issues niet benoemen en ons bezighouden met de franjes. We zijn een doorvoerhaven, meer dan welk Europees land ook. We denken niet na over wat er gebeurt als andere geopolitieke blokken over zo’n 10 tot 20 jaar besluiten niet meer te exporteren vanwege de schaarstes die dan onvermijdelijk gaan ontstaan. Ook hier geldt: er is geen forum om het daarover te hebben en het van daaruit gestalte te laten krijgen.
Misschien moeten we er eerst eens bij stil staan hoe het komt dat Unilever de urgentie wel ziet en aan de slag gaat, terwijl onze bestaande politieke organisatievormen erin slagen de plank bij voortduring mis te slaan.
Liever hebben we het over de vraag welke stal wel of niet duurzaam is, terwijl we het eerder zouden moeten hebben over de aantallen dieren die ons land kan verdragen.
Nederland zou moeten nadenken hoe het op grondstoffen kan bezuinigen en hoe het andere landen daarbij kan helpen of inspireren. Zo houdt ons land zijn handel en kan het zijn ruime kennis op die technisch gebieden te gelde maken. We zijn daar namelijk sterk in.

Wereldwijd moeten we - met een drastische vermindering van inputs of verliezen - minstens evenveel effectief te gebruiken voedsel produceren. Minder consumptie gaat vanzelf lukken door stijgende prijzen. Wie de helft kan knijpen op inputs en de andere helft uit het dalen van de consumptie haalt, koopt ook bij een groeiende wereldbevolking de tijd om een nieuwe leefstijl te ontwikkelen.

Georganiseerde actieplannen
Maar dat lukt alleen als we dat nu doen. Noch wereldwijd, noch in eigen land, noch in Europa lijken we in staat de vraagstukken nuchter te bekijken en van daaruit georganiseerd actieplannen te maken. Een firma als Unilever is wel in staat om zijn eigen aanvoer in de toekomst nu al te organiseren en is daar (onder het mom van duurzaamheid) terecht heel druk mee bezig. Anders dan regeringen en beleidsmakers is zo’n bedrijf in staat om de werkelijkheid te bekijken, doorgronden en er op te handelen. Misschien moeten we er eerst eens bij stil staan hoe het komt dat zo’n bedrijf de urgentie wel ziet en aan de slag gaat, terwijl onze bestaande politieke organisatievormen erin slagen de plank bij voortduring mis te slaan.

Fotocredits: De plank misslaan, Erich Ferdinand
Dit artikel afdrukken