"Dit doden is onmenselijk; het moet stoppen," zegt Árni Finnsson, voorzitter van de Iceland Nature Conservation Association, in The Guardian. "Er is geen economisch voordeel voor IJsland en het ondermijnt de reputatie van het land als natuurbeschermingsnatie."

Vorig jaar augustus besloot Svandís Svavarsdóttir, de minister van voedsel, landbouw en visserij, dat de IJslandse voedsel- en veterinaire autoriteit (MAST) regelmatige inspecties moest uitvoeren tijdens de walvisjacht om het dierenwelzijn te bewaken. Experts van MAST filmden en analyseerden vorig jaar de jacht op 58 walvissen. Op 36 walvissen werd meer dan één keer geschoten. Dat gebeurde bij 5 walvissen 3 keer en bij 4 walvissen 4 keer.

Hoewel de bepalingen van de IJslandse dierenwelzijnswet bij de walvisjacht niet zijn overtreden, noemt Svavarsdóttir het rapport 'alarmerend'. Het onderstreept volgens haar "de noodzaak van een discussie in IJsland over de waarden waar we bekend om willen staan. Ik ben van mening dat industrieën die niet in staat zijn het welzijn van dieren te garanderen eerder tot ons verleden dan tot onze toekomst moeten behoren."

Dit nieuwe bewijs onderstreept hoe achterhaald deze praktijk is
Svavarsdóttir voorziet dat IJsland na 2023 met de walvisjacht gaat stoppen.

Volgens Patrick Ramage, directeur bij het Internationaal Fonds voor Dierenwelzijn (IFAW) schokt het rapport zowel IJslanders als de internationale gemeenschap. "Er is geen humane manier om een walvis op zee te doden. Dit nieuwe bewijs onderstreept hoe achterhaald deze praktijk is," zei hij. "Er moet onmiddellijk een einde aan komen - niemand in IJsland is afhankelijk van dit vlees."

Japan, Noorwegen en IJsland zijn de enige drie landen ter wereld die nog een commerciële walvisvaart kennen, sinds in 1986 een moratorium op de commerciële walvisjacht werd ingesteld. Ook in Japan is de belangstelling voor walvisvlees drastisch gedaald: de consumptie is er nog maar 2,5% van wat die in de jaren '60 was.


Dit artikel afdrukken