De Nederlandse en Brusselse overheid zetten in op een flinke groei van biologisch van 15-25%. HAK is ambitieuzer dan de overheid.
Vanaf dit jaar stapt de fabrikant geleidelijk over op biologisch, per 2027 wil HAK al zijn lokale groenten en peulvruchten biologisch telen. Dat komt neer op 85% van het volume. De groenteverwerker schat hiermee ongeveer 10% van de totale groei van het biologische akkerbouwareaal in Nederland voor zijn rekening te nemen. De fabrikant verwacht dat een deel van de bestaande HAK-telers mee omschakelen. Omschakelaars wil HAK extra belonen via onder meer een plus op de kiloprijs en lange termijn-samenwerkingen. Voor het plan heeft de fabrikant 3.000 hectare extra grond nodig.
Directeur Timo Hoogeboom noemt de ambitie in het persbericht ambitieus en strategisch belangrijk voor de toekomst van het bedrijf, ze maken zich zorgen om de akkers. In de overstap naar biologisch ziet HAK kansen in het ontwikkelen van een lokale, toekomstbestendige akkerbouw met een goed verdienvermogen voor de teler. Bovendien wil het bedrijf een bijdrage leveren aan een gezonde leefomgeving met gezonde voeding voor de generaties na ons.
"Wij willen als marktleider voorop lopen in lokale en duurzame teelt", zegt Hoogeboom in NRC. "Op korte termijn lopen we met deze beslissing een risico, maar op lange termijn is dit besluit beter dan in de supermarkten twee soorten producten aanbieden, de ene biologisch en de andere gangbaar. Dat schept verwarring bij de consument."
Om het plan te laten slagen, moet de vraag naar biologische producten wel toenemen. Daarom wil HAK de consumentenvraag naar biologisch stimuleren en zet het bedrijf in op een klein prijsverschil met gangbaar.
Vanaf dit jaar stapt de fabrikant geleidelijk over op biologisch, per 2027 wil HAK al zijn lokale groenten en peulvruchten biologisch telen. Dat komt neer op 85% van het volume. De groenteverwerker schat hiermee ongeveer 10% van de totale groei van het biologische akkerbouwareaal in Nederland voor zijn rekening te nemen. De fabrikant verwacht dat een deel van de bestaande HAK-telers mee omschakelen. Omschakelaars wil HAK extra belonen via onder meer een plus op de kiloprijs en lange termijn-samenwerkingen. Voor het plan heeft de fabrikant 3.000 hectare extra grond nodig.
Directeur Timo Hoogeboom noemt de ambitie in het persbericht ambitieus en strategisch belangrijk voor de toekomst van het bedrijf, ze maken zich zorgen om de akkers. In de overstap naar biologisch ziet HAK kansen in het ontwikkelen van een lokale, toekomstbestendige akkerbouw met een goed verdienvermogen voor de teler. Bovendien wil het bedrijf een bijdrage leveren aan een gezonde leefomgeving met gezonde voeding voor de generaties na ons.
"Wij willen als marktleider voorop lopen in lokale en duurzame teelt", zegt Hoogeboom in NRC. "Op korte termijn lopen we met deze beslissing een risico, maar op lange termijn is dit besluit beter dan in de supermarkten twee soorten producten aanbieden, de ene biologisch en de andere gangbaar. Dat schept verwarring bij de consument."
Om het plan te laten slagen, moet de vraag naar biologische producten wel toenemen. Daarom wil HAK de consumentenvraag naar biologisch stimuleren en zet het bedrijf in op een klein prijsverschil met gangbaar.
#14 Frans, enkel ter aanvulling: ik ken biologische telers die eerste rupsen hun gang laten gaan om de populatie predatoren op gang te krijgen ten einde latere rupsen die schade doen, kwijt te raken. Zo kunnen ze zonder bacteriepreparaten een goede opbrengst van een goede kwaliteit halen. Inderdaad: na een kunstweide groeit het goed.
Hallo Frans, mooi om te lezen hoe men dat vroeger deed. Ik ben er ook heilig van overtuigd dat we, voor een duurzamere samenleving, meer leer moeten trekken uit 'hoe onze voorouders het deden'. Om vervolgens te kijken hoe we schone moderne technieken kunnen gebruiken voor een efficiëntere toepassing.
Ik ben ook zeer benieuwd naar de resultaten van de experimenten met strokenteelt, wat in feite overeenkomt met de combinatieteelt om plagen te voorkomen. Maar waarbij mechanisch zaaien en oogsten wel mogelijk is. Al gaat dit uiteraard niet voor alle gewassen werken aangezien men ook in tuinderijen met kleine bedden regelmatig last heeft van plagen. Meer telen op basis van 'hoe het in de natuur gaat', hence permacultuur principes zou wat dat betreft de beste keuze zijn. Maar dat staat echt mijlen ver van de huidige manier van landbouw en zou al snel betekenen dat 1 op 10 mensen boer moet worden. Wat dat betreft staat het in systeem brengen van natuur en de mogelijkheid tot efficiëntie omgekeerd evenredig in verband met plaagdruk, bodemkwaliteit, etc. We hebben voor een te grote mate gekozen voor de efficiëntie. Maar we zullen een stapje terug moeten, het kiezen voor uitsluitend biologisch gewassen is een mooie eerste stap.
De bladkool (raapstelen) en stoppelgewassen (o.a. mei- en herfstknol) werden vroeger uiteraard ook meer door mensen zelf geconsumeerd; gezien ze juist in voor- en najaar geoogst kunnen worden en redelijk goed te bewaren zijn. Maar deze toch licht scherpe en wat zware gewassen zijn verdreven door de mogelijkheden van import van verre en de (op gas gedreven) kasteelt, waardoor ons dieet in de winter en het vroege voorjaar uit meer zomerse gewassen is gaan bestaan. Gezien ik verwacht dat 'warme en belichte' kasteelt, evenals de import zal afnemen ben ik zelf bezig om te kijken hoe deze gewassen gebruikt kunnen worden in de moderne Nederlandse keuken. Ik denk dat er voor Hak ook wel mogelijkheden zijn; bv ingemaakt zoetzuur van wortel en meiknol.
Die combinatieteelt van biet en kool, ga ik zelf eens proberen dit jaar in mijn groentetuin t.b.v. mijn catering.
Frans, leg ons meer uit; we hangen aan je lippen.
Bieten wordt verbouwd door akkerbouwers, weides door melkveehouders. 'Vroeger' zal er in gemengde bedrijven vaak gewerkt zijn, zoals je aangeeft. Maar hoe gaat dat nu, nadat in de jaren '70 van de vorige eeuw de laatste gemengde bedrijven vermoedelijk wel zo'n beetje verdwenen waren.
En: hoe gaat het bij HAK? In de praktijk dus.
Dick, een biologische bedrijf kan het tekort aan stikstof opheffen middels vlinderbloemigen. Fosfaat en kali, afgevoerd in de vorm van product, zullen als meststof moeten worden vervangen. De truc is dan zo min mogelijk product af te voeren, dus 'schoon' verkopen.
Het eerste jaar na het scheuren van tijdelijk klaverrijk grasland komt veel stikstof vrij en ook over een lange periode. Je kiest als eerste gewas dan bieten of kool, omdat deze gewassen veel en lang stikstof opnemen. Bieten en koolsoorten zijn bij wijze van spreken hoofdgewas en vanggewas in één. Ze laten, naar oud gezegde, 'koude grond' achter.
Bladkool en stoppelknollen (ook een koolsoort) waren vroeger belangrijke voedergewassen omdat ze na de graanoogst in staat waren de resterende of nog vrij komende stikstof te benutten. Dubbelteelt dus.
Frans, is het dan altijd zo dat rode kool na gras wordt geteeld?
In dat geval is er een mooie keten rond te zetten: biologische melk en biologische bieten.
Maar dan raak ik het spoor weer bijster: er gaat toch wel wat mest op het gras?