1. Je ontdekt haantjes die we sinds kort weer kunnen eten. Sinds wanneer eten we geen haantjes meer?
WK: Moeilijk te zeggen wanneer het afgelopen was. Maar toen de dubbeldoelkip verdween was het met de haantjes gedaan. Dat wil zeggen, er kwam een legkip en een vleeskip. Omdat een haan uit de vleeskiplijn ook snel dik wordt en geslacht voordat hij vervelend wordt (hanen kunnen knap vervelend doen) eten we die haantjes wel. Haantjes uit de legkiplijn zijn niet welkom in onze economie. Vergis je niet. Houd je deze haantjes dan worden eieren twee keer zo duur.

2. Laat je ze in leven, dan blijven het scharminkeltjes terwijl ze veel ouder en duurder zijn dan hun neefjes en nichtjes die vleeskip zijn geworden. Wat gebeurt als je ze één of twee jaar oud laat worden?
WK: Wacht even. Er zijn nu weer 'ouderwetse' braadhaantjes te koop, uit de legkiplijn, maar die zijn niet echt oud. Ze zijn rond de acht weken of nog een paar weken ouder. Zouden ze door mogen leven, dan maken ze elkaar dood. Ik heb er al van acht weken tegen elkaar op zien dansen, het begin van een hanengevecht.
Er gebeurt niks als je een haan uit de legkippenlijn oud laat worden in zijn eentje. Dan wordt het een fors beest, taai, maar goed voor de soep.

3. Hoe smaken de haantjes en waar kun je die kopen?
WK: Ze smaken kippiger dan ploffers. Ik zie ze te koop bij groothandelshuizen als Sligro, waar ze 7 euro vragen voor een mormeltje. Nel Schellekens, geweldige chef, bereidt ze voor haar gasten. De Gulle Waard bij Winterswijk.

4. Wat een ingewikkeld verhaal. Is het niet veel makkelijker om een kip te verzinnen waar je de eieren van kunt eten en de haantjes ook met een week of 8 op je bord kunnen?
WK: De dubbeldoeler. Kan best. Reken maar uit. Maar het nieuwste; het lijkt mogelijk om in bevruchte eieren al vast te stellen of er een haan of hen in groeit. Haan? Abortus!
Dus geen eendagskuikens meer. Het betekent dan wel het einde van de ooievaar in Nederland. Wat zeg ik nu weer.

5. We zullen wel zien wat je er mee bedoelt. En weer aanleiding tot Kamervragen, de uitzending?
WK: Dat weet je maar nooit. Ik hoop wel dat ze weer kijken, onze volksvertegenwoordigers. Zien ze voor het eerst van hun leven een dood diertje dat tevoorschijn komt uit een doordrukstrip.

Fotocredits: leghaantje bij Nel Schellekens, Foodlog Media
Dit artikel afdrukken