'Break-even'
UF002, zoals de Haagse stadsboerderij heet, is de tweede grootschalige stadsboerderij van het Zwitserse UrbanFarmers. In Basel bouwde UrbanFarmers 3 jaar geleden hun eerste stadsboerderij, om de haalbaarheid van de technologie en het businessmodel te testen. De Baselse vestiging draait inmiddels, met verschillende lokale restaurants als klant, break-even.
UrbanFarmers streeft er naar 'goed voedsel dichter bij mensen te brengen'. “We willen garanderen dat 20 procent van al het verse voedsel dat in de stad wordt geconsumeerd, ook in de stad wordt geproduceerd” zegt managing director Mark Durno. "In plaats van boeren ver weg groenten te laten verbouwen en vis in te vliegen vanuit het buitenland, is het wat ons betreft veel logischer en duurzamer om voedsel daar te verbouwen waar mensen wonen; dicht bij mensen, in steden." UF002 is een eerste stap: "Met deze boerderij voeden we nog niet eens 1% van de populatie in Den Haag. Als we meer mensen willen voeden, hebben we meer stadsboerderijen nodig.”
'Niche van een niche'
Durno is niet bang voor concurrentie, of om zelf te worden gezien als concurrent. “Onze business is zelfs totaal verschillend van de meeste bedrijven in de tuinbouwsector, die grootschalig produceren. Wat wij bieden is een niche van een niche. Het is slechts een van de oplossingen om te voldoen aan de voedselvraag van de groeiende wereldbevolking. Kwekers en ondernemers die weten te innoveren, en mensen met zich mee op reis weten te nemen, zullen in de toekomst het succesvolst zijn."
"Stadslandbouw zonder stadse hulpbronnen als groen afval, restwarmte of organische meststoffen uit rioolwater is gewoon weer iets 'hips' dat zelfs in de woestijn geplaatst kan worden"Stadslandbouw 'out of the box'
Jan-Willem van der Schans, werkzaam bij LEI van Wageningen UR stelt in Scientias dat hij denkt dat stadslandbouw blijvend is. Hij definieert stadslandbouw als voedselproductie in en rond de stad, met hulpbronnen uit de stad als groen afval, restwarmte of organische meststoffen uit rioolwater. Zonder dit laatste criterium wordt het volgens hem "gewoon weer iets ‘hips’ dat zelfs in de woestijn geplaatst zou kunnen worden".
Hij betoogt dat stadslandbouw beter zijn eigen koers kan gaan varen en nieuwere, meer onderscheidende toepassingen moet vinden dan alleen het produceren van sla en kruiden om winstgevend te zijn. Er moet meer ‘out of the box’ gedacht worden om stadslandbouw een succes te laten worden.
Verticale slateelt in Japan commercieel succes
In Japan lijkt stadslandbouw vaste voet aan de grond te krijgen. Het bedrijf Spread levert dagelijks 21.000 kroppen sla aan meer dan 2000 supermarkten in heel Japan. Het succes van stadsboerderij Spread heeft te maken met het feit dat de verticaal geteelde gewassen niet nucleair besmet zijn, in tegenstelling tot gewassen geteeld in het open veld. Hierdoor zijn consumenten bereid er 20% meer voor te betalen en is de verticale slateelt van Spread een commercieel succes.
Op 30 november krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
"Verticale stadslandbouw geen toekomst in dakkas Den Haag" Dus het pand gaat in de verkoop en wordt het concept nu definitief losgelaten.
#131, Jopie: je eet sla toch niet voor de energie-inhoud?
Als Maren Schoormans. dit een huzarenstukje noemt, dan heeft hij al een tijdje zijn literatuur niet bijgehouden. Het principe van integratie visteelt/landbouw is al oud, vaak werd er nog een derde tak aan toegevoegd: kippen- of varkenshouderij en vond vooral plaats op kleine bedrijfjes in Zuidoost Azië en Latijns Amerika, zie dit FAO rapport uit 1992. Ook visteelt in combinatie met kaslandbouw is al een aantal keren uitgeprobeerd in Nederland.e
Het vernieuwende aan dit project is dat er nog nooit zo'n combinatie uitgeprobeerd is op het dak van een Philips gebouw in Den Haag. Je moet tegenwoordig ook wat om een innovatief en disruptief project te lanceren.
Dit alles nog los van de onzinnige hoeveelheid energie die er nodig is om dit soort systemen in Nederland overeind te houden.
Een klein stukje uit de NRC:
Twee leverancier van Urban Farmers hebben bijvoorbeeld elk een ander antwoord op waar het fout is gegaan. Peter Jens van Koppert Biological Systems uit Berkel en Rodenrijs, marktleider op het gebied van biologische gewasbescherming, zegt: „Urban Farmers had té veel aandacht voor de techniek. De sociale component, de buurt, werd vergeten.”
Maren Schoormans van Priva uit De Lier, marktleider in klimaatbeheersing voor de glastuinbouw, zegt juist: „Het doel was de innovatie te laten zien.” Priva installeerde de vis- en kweeksystemen van de dakboeren. „Een huzarenstukje”, noemt Schoormans het. De poep van de vis werd gebruikt als voedingsstof gebruikt om groenten te kweken, een techniek die aquaponics heet.
Van die Regen Villages uit #130 heb ik ook nooit meer iets gehoord.