Meer dan driekwart van de grote vleesetende diersoorten ziet zijn aantallen teruglopen. Dat heeft vergaande ecologische consequenties volgens een studie die afgelopen vrijdag verscheen in Science.

Een team onder leiding van William Ripple van Oregon State University onderzocht de huidige positie en rol van 31 van 's wereld grootste roofdieren, waaronder de leeuw, wolf, dingo en beer. "Veel van deze dieren worden met uitsterven bedreigd", zegt Ripple.

Hun natuurlijke habitat verdwijnt. Ze worden bejaagd. Hun prooi verdwijnt. Dat zijn de drie belangrijkste oorzaken voor hun dalende aantallen, zeggen de onderzoekers. Zeventien van de 31 diersoorten leven in reservaten die slechts half zo groot zijn als de oorspronkelijke grootte van hun leefgebied.

Het verdwijnen van de dieren werkt door in het gehele ecosysteem van eten en gegeten worden. Zo zorgt bijvoorbeeld het teruglopende aantal wolven en poema's in het ecosysteem van Yellowstone er voor dat er minder grote planteneters worden gegeten. Dat leidt tot vernieling van de plantaardige natuur. Dat heeft op zijn beurt gevolgen voor de vogelstand en de aantallen kleine zoogdieren. Dergelijke effecten zijn overal in de wereld terug te vinden, o.m. in het Amazone-gebied, Afrika en Z-O Azië.

Volgens Ripple ligt de oplossing van het probleem in handen van de mens. Als gehele ecosystemen afhankelijk zijn van grote roofdieren, dan moeten we ons realiseren dat we die niet alleen voor de sier of het vermaak moeten beschermen, maar dat we hen als onderdeel van de natuurlijke diversiteit waar we van afhankelijk zijn, gaan zien. Het ecosysteem op aarde is volgens Ripple veel te complex om kunstmatig door mensen te kunnen worden onderhouden.
Dit artikel afdrukken