Light frisdrank is al lang een heel gangbaar alternatief voor de varianten met suiker, maar nog immer is er twijfel of die kunstmatige zoetstoffen nou echt wel zo onschadelijk zijn als wordt beweerd. De WHO gaat daar spoedig een aanbeveling over uitvaardigen. De basis voor dat advies is een groot literatuuronderzoek, een systematic review, dat vorige week gepubliceerd is in het vakblad BMJ.
De veelheid van onderzoeken naar voor- en nadelen van kunstmatige suikervervangers in frisdranken heeft het de reviewers niet gemakkelijk gemaakt. "Een betrouwbare review doen naar de effecten van de verschillende soorten zoetstof of van de calorische effecten versus niet-calorische effecten is een uitdaging", schrijven ze. De onderzochte studies waren te divers van opzet, te kort van looptijd en te onbetrouwbaar van verslaglegging.
Sommige onderzoeken rapporteren een verband tussen light frisdrank en een kleiner risico op diabetes type 2, overgewicht en obesitas (waarmee gesuggereerd is dat het gunstig is voor de volksgezondheid en diabetesbeheersing), andere onderzoeken suggereren dat light frisdranken de kans op overgewicht, diabetes en kanker vergroten.
Dat leidde tot de volgende uitkomst: “Er is geen overtuigend bewijs om belangrijke gezondheidsvoordelen van zoetstoffen zonder suiker aan te wijzen, gelet op een reeks gezondheidsuitkomsten. Potentiële schade aan de gezondheid door het gebruik van zoetstoffen zonder suiker kan niet worden uitgesloten.”
Er moet beter opgezet, langduriger en goed gecontroleerd onderzoek gedaan worden naar de voor- en nadelen van het gebruik van suikervangers, zeggen de auteurs.
BMJ - Association between intake of non-sugar sweeteners and health outcomes: systematic review and meta-analyses of randomised and non-randomised controlled trials and observational studies
De veelheid van onderzoeken naar voor- en nadelen van kunstmatige suikervervangers in frisdranken heeft het de reviewers niet gemakkelijk gemaakt. "Een betrouwbare review doen naar de effecten van de verschillende soorten zoetstof of van de calorische effecten versus niet-calorische effecten is een uitdaging", schrijven ze. De onderzochte studies waren te divers van opzet, te kort van looptijd en te onbetrouwbaar van verslaglegging.
Sommige onderzoeken rapporteren een verband tussen light frisdrank en een kleiner risico op diabetes type 2, overgewicht en obesitas (waarmee gesuggereerd is dat het gunstig is voor de volksgezondheid en diabetesbeheersing), andere onderzoeken suggereren dat light frisdranken de kans op overgewicht, diabetes en kanker vergroten.
Dat leidde tot de volgende uitkomst: “Er is geen overtuigend bewijs om belangrijke gezondheidsvoordelen van zoetstoffen zonder suiker aan te wijzen, gelet op een reeks gezondheidsuitkomsten. Potentiële schade aan de gezondheid door het gebruik van zoetstoffen zonder suiker kan niet worden uitgesloten.”
Er moet beter opgezet, langduriger en goed gecontroleerd onderzoek gedaan worden naar de voor- en nadelen van het gebruik van suikervangers, zeggen de auteurs.
Er is heel veel aandacht besteed aan het afleren van roken en drinken, maar hoe je van die drang naar zoet afkomt laten we links liggen. Ik zie liever een onderzoek dat zich richt naar het waarom van zoetverslaving in plaats van naar de voor- en nadelen van zoet of zoet.
Akkoord, er is altijd twijfel, en die zal er ook altijd blijven.
De vraag is hoeveel zekerheid je acceptabel vind. Als je alleen 100% wilt, dan blijft er niks over dat je kunt eten.
Bijvoorbeeld van aspartaam weten we dat het snel uiteen valt in 3 stoffen die ook in ons normale eten voorkomen (2 aminozuren en methanol). Van methanol is bekend dat het giftig is, maar er zitten grotere hoeveelheden in rijp fruit, dus dan moet je dat ook niet meer eten.
In rijst zit arsenicum. In een zakje noten kunnen gevaarlijke schimmels zitten. In ontbijtkoek zit acrylamide, net als in alles dat je zelf bakt.
Ik heb zo het gevoel dat we nogal extreem doorschieten bij de zoetstoffen, in vergelijking met duizenden andere stofjes. Wellicht dat hier de suikerindustrie een rol speelt, die natuurlijk grote belangen heeft bij huiver voor zoetstoffen, terwijl er niemand belang heeft bij angst voor bijv E320 (Butylhydroxyanisol)
Maar dat is dus wat we niet weten: of de 2e keus inderdaad minder schadelijk is.
#3: Is dat zo ? Ik zie wel verontruste mensen praten over "E-nummers", maar dat is wat anders dat bijv de WHO zich nogmaals bemoeit met stoffen die al goedgekeurd zijn.
Mee eens dat we de suikerverslaving moeten aanpakken, maar de echte wil ontbreekt, zowel bij aanbieders, overheden, adviesclubs zoals voedingscentrum, als de eindgebruikers. Een minder schadelijke vervanger kan dan een goede 2e keus zijn.
Dat klopt niet Olivier van der Wal , over al die andere toevoegingen is ook al decennialang gedoe (en terecht!), al die kleur- geur- en smaakstoffen en conserveringsmiddelen.
En zolang er onderzoeken zijn die mogelijke risico's voor de gezondheid aantonen zou ik net durven stellen dat nooit is aangetoond dat suikervervangers slecht zijn. Ze zijn in geen geval als veilig te beschouwen.
Inderdaad van suiker weten we dat er grote bezwaren aan kleven. de oplossing is dan ent om naar dubieuze vervangers op zoek te gaan maar om de suikerverslaving aan te pakken. Net als bij elke vesrslaving.