Sinds 2006 schrijft Europese wet- en regelgeving voor dat de voedingswaarde of gezondheidseffecten van voedingsproducten alleen mag worden aangeprezen door middel van goedgekeurde claims op stoffen in die producten. Deze voedings- en gezondheidsclaims worden voor goedkeuring getoetst op hun wetenschappelijke onderbouwing: is er bewijs dat een specifieke stof inderdaad positief is voor de gezondheid? Als dat het geval is, kan de claim worden goedgekeurd voor gebruik binnen de hele Europese Unie.

Voedingsclaims zijn terug te vinden op verschillende versproducten. Op de verpakking van blauwe bessen is te lezen dat ze rijk aan vezels zijn en ook nog eens een bron van vitamine K. Snoeptomaatjes worden aangeprezen als een natuurlijke bron van vitamine C. Vooral voorverpakte versproducten kun je zo verkopen. Het is immers gemakkelijker om op voorverpakte blauwe bessen een claim af te drukken dan op een onverpakte komkommer. Gezondheidsclaims die vertellen hoe vertellen hoe een product aan je gezondheid kan bijdragen, vind je nauwelijks op de open kratten waaruit je zelf je tomaten en paprika's kunt selecteren.

Associatie en causatie
Terwijl epidemiologisch onderzoek associaties laat zien tussen groenten en fruit en onze gezondheid, is het nog lang niet altijd duidelijk welke stoffen uit dergelijke producten op welke manier bijdragen aan diezelfde gezondheid. Causatie, directe oorzaak-effect relaties, ontbreken veelal. De onderbouwing van voedingsclaims is met name te danken aan historische studies naar tekorten en de ontwikkeling van ziekten daardoor.

Modern voedingsonderzoek probeert die gezondheidsclaims beter te onderbouwen. Het bestudeert gezonde proefpersonen; een significant effect op een aan gezondheid gerelateerde biomarker is een goed bewijs.

Natuurlijk eet lang niet iedere consument groenten en fruit omdat het zo gezond is. Maar nieuwe claims bieden wel de mogelijkheid om een groter publiek duidelijker aan te spreken
Al sinds de introductie van de eerste lijst met goedgekeurde gezondheidsclaims in 2012, hebben producenten en verkopers weinig gedaan aan verder onderzoek naar zulke claims. Vermoedelijk vooral als gevolg van de gedachte dat dit met name claims zijn voor functionele, verwerkte voedingsmiddelen. Veel claims sneuvelden omdat ze niet goed genoeg wetenschappelijk onderbouwd bleken volgens de nieuwe voorwaarden. Mede daardoor ontstond het gevoel dat claims alleen met grote budgetten te onderbouwen zijn voor versproducten. En dan nog met een flink risico.

Betere onderzoeksmethoden
Om groenten en fruit beter te promoten, is het dan ook van belang om de communicatie over de gezondheidseffecten van versproducten te verbeteren. Dit was één van de belangrijkste redenen om het PPS-project ‘De Waarde(n) van Groenten en Fruit’ te starten, gesubsidieerd door de Topsector Tuinbouw & Uitgangsmaterialen. Vier jaar onderzoek binnen dit consortium van onder meer veredelaars, telers en producenten, laat zien dat het meten van relevante, maar van nature altijd variërende inhoudsstoffen, sterk verbeterd kan worden.

De eerste resultaten laten zien dat gezondheidsclaims op groenten en fruit baat kunnen hebben bij een nieuwe onderzoeksmethode om gezondheidseffecten te meten. Door meerdere fysiologische effecten gelijktijdig in kaart te brengen kun je beter aantonen waarom groenten en fruit gezond zijn dan met de gebruikelijke ‘farmaceutische aanpak' die zoekt naar één stofje dat één effect heeft.

Natuurlijk eet lang niet iedere consument groenten en fruit omdat het zo gezond is. Maar nieuwe claims bieden wel de mogelijkheid om een groter publiek duidelijker aan te spreken. Door te investeren in onderzoek dat kan bijdragen aan goede, overtuigende informatievoorziening over die gezondheidseffecten kan een breder publiek worden gemotiveerd om meer groenten te gaan eten. We moeten door die huidige 16% heen!
Dit artikel afdrukken