Het Deense groene akkoord is een keerpunt in de Deense landbouw. Hoewel het gericht is op vergaande vergroening, inclusief CO2-reductie en natuurherstel, dwingt het de melkveehouderij tot intensivering en grootschaligheid. Volgens makelaar Bart Wagenvoort leidt dit tot vier fundamentele veranderingen, waaronder minder, maar grotere boerenbedrijven, minder koeien in de wei en een daling van de totale melkproductie. Tegelijkertijd biedt het kansen: hogere melkprijzen en een langetermijnperspectief voor boeren.

1. Minder, maar grotere boeren
Een van de meest zichtbare gevolgen van het akkoord is de afname van het aantal boeren. De invoering van een CO2-belasting vanaf 2027, die oploopt naar €40 per ton in 2030, creëert een aanzienlijke kostenpost van gemiddeld €32.500 per bedrijf met 250 melkkoeien. Die extra kosten dwingen kleinere boeren om te stoppen of te fuseren. Grotere bedrijven investeren in nieuwe technologieën zoals luchtwassers en verbeterde voersystemen en kunnen de extra kosten dekken door optimale schaalvergroting. Dit leidt tot minder boeren en grotere bedrijven.

2. Minder koeien in de wei
Het intensievere karakter van de nieuwe landbouwpraktijken zorgt ervoor dat melkveebedrijven hun productie per koe maximaliseren. Koeien zullen vaker op stal gehouden worden, waar ze efficiënter gevoerd kunnen worden en waar de uitstoot van methaan en ammoniak beter beheersbaar is met technische innovaties. Deze ontwikkeling staat haaks op het traditionele beeld van koeien in de wei, maar geldt inmiddels als een noodzakelijk compromis om de uitstootdoelen te halen.


3. Minder melkproductie in totaal
De combinatie van schaalvergroting en het uit productie nemen van landbouwgrond – maar liefst 350.000 hectare, ruim 10% van het totale Deense areaal – resulteert in een daling van de totale melkproductie. Zo'n 100.000 hectare hoogwaardige landbouwgrond wordt omgezet in natuur. Hoewel de productie per bedrijf zal stijgen, zal de nationale melkproductie als totaal naar verwachting afnemen. Het uit productie genomen boerenland wordt beplant met bos.

In Nederland zei de leidende boerenkoepel onlangs 'toedeloe' naar de regering en Brusselse overheid. De Deense landbouworganisaties hebben wel vertrouwen in de toekomst
4. Betere prijzen voor boeren
Door de daling van het melkvolume en de focus op duurzame productie stijgt de waarde van melk op de markt. Bovendien worden de resterende boeren ondersteund met subsidies en technische innovaties, zoals pensverbeteringspoeders die de methaanuitstoot verlagen tegen minimale kosten. Hierdoor kunnen boeren rekenen op betere marges per liter melk. Dat pakt vooral gunstig uit voor de grootste en efficiënste bedrijven, omdat zij over meer liters melk extra inkomsten kunnen genereren.

5. Een duidelijk langetermijnperspectief
Anders dan in Nederland heeft Denemarken nu een duidelijke landbouwvisie. Dat creëert rust door de duidelijke koers waar boeren op kunnen bouwen. Daarmee biedt het akkoord een langetermijnperspectief, een manco waarmee Nederland al sinds het opstappen van minister Staghouwer in september 2022 kampt. Staghouwer slaagde er niet in een realistisch beeld van de landbouw in Nederland op papier te krijgen en vond zichzelf niet de juiste man om daar verder een poging toe te doen. Ook zijn opvolger Piet Adema slaagde er niet helemaal in en moest uiteindelijk een mislukt landbouwakkoord accepteren.

In Nederland zei de voorzitter van de leidende boerenkoepel LTO Nederland onlangs 'toedeloe' naar de Nederlandse regering en Brusselse overheid. De Deense landbouworganisaties hebben wel vertrouwen in de toekomst; ze hebben geaccepteerd dat er een belasting op uitstoot komt en dat landbouwgrond uit productie gaat, omdat het akkoord de overblijvende melkveehouders ruimte biedt om concurrerend te kunnen werken en een stabiele basis op te bouwen voor verdere investeringen in technologie en duurzaamheid.


Perspectief door duurder voedsel als gevolg van krimp
Denemarken kiest bewust voor intensivering en grootschaligheid om zijn landbouw te kunnen vergroenen. Minder boeren, minder koeien in de wei en minder melk lijken op het eerste gezicht een verlies, maar de betere prijzen als gevolg van schaarsere melk en het perspectief zijn gunstig voor de levensvatbaarheid van de boeren. Consumenten moeten zich realiseren dat ook voedsel uit gangbare landbouw in Europa nog wat duurder wordt dan het sinds 2021 is geworden, als meer landen deze krimpstrategie volgen. Ook in Duitsland en Nederland is die strategie zich aan het ontwikkelen, maar nog zonder duidelijk commercieel-strategisch perspectief zoals in Denemarken: minder productie in totaal, maar grotere boeren, zodat ze mede door schaarste voldoende marge kunnen maken.
Dit artikel afdrukken