1. Minder, maar grotere boeren
Een van de meest zichtbare gevolgen van het akkoord is de afname van het aantal boeren. De invoering van een CO2-belasting vanaf 2027, die oploopt naar €40 per ton in 2030, creëert een aanzienlijke kostenpost van gemiddeld €32.500 per bedrijf met 250 melkkoeien. Die extra kosten dwingen kleinere boeren om te stoppen of te fuseren. Grotere bedrijven investeren in nieuwe technologieën zoals luchtwassers en verbeterde voersystemen en kunnen de extra kosten dekken door optimale schaalvergroting. Dit leidt tot minder boeren en grotere bedrijven.
2. Minder koeien in de wei
Het intensievere karakter van de nieuwe landbouwpraktijken zorgt ervoor dat melkveebedrijven hun productie per koe maximaliseren. Koeien zullen vaker op stal gehouden worden, waar ze efficiënter gevoerd kunnen worden en waar de uitstoot van methaan en ammoniak beter beheersbaar is met technische innovaties. Deze ontwikkeling staat haaks op het traditionele beeld van koeien in de wei, maar geldt inmiddels als een noodzakelijk compromis om de uitstootdoelen te halen.
This morning we have made a new green political agreement in Denmark. We are creating a greener country with more
— Lars Aagaard (@L_Aagaard) November 18, 2024
climate-friendly agriculture, more forests, more nature, and a cleaner water environment. And we are doing it
in a Danish way, where all parties have compromised and… pic.twitter.com/CJ2oHHDHXN
3. Minder melkproductie in totaal
De combinatie van schaalvergroting en het uit productie nemen van landbouwgrond – maar liefst 350.000 hectare, ruim 10% van het totale Deense areaal – resulteert in een daling van de totale melkproductie. Zo'n 100.000 hectare hoogwaardige landbouwgrond wordt omgezet in natuur. Hoewel de productie per bedrijf zal stijgen, zal de nationale melkproductie als totaal naar verwachting afnemen. Het uit productie genomen boerenland wordt beplant met bos.
In Nederland zei de leidende boerenkoepel onlangs 'toedeloe' naar de regering en Brusselse overheid. De Deense landbouworganisaties hebben wel vertrouwen in de toekomst4. Betere prijzen voor boeren
Door de daling van het melkvolume en de focus op duurzame productie stijgt de waarde van melk op de markt. Bovendien worden de resterende boeren ondersteund met subsidies en technische innovaties, zoals pensverbeteringspoeders die de methaanuitstoot verlagen tegen minimale kosten. Hierdoor kunnen boeren rekenen op betere marges per liter melk. Dat pakt vooral gunstig uit voor de grootste en efficiënste bedrijven, omdat zij over meer liters melk extra inkomsten kunnen genereren.
5. Een duidelijk langetermijnperspectief
Anders dan in Nederland heeft Denemarken nu een duidelijke landbouwvisie. Dat creëert rust door de duidelijke koers waar boeren op kunnen bouwen. Daarmee biedt het akkoord een langetermijnperspectief, een manco waarmee Nederland al sinds het opstappen van minister Staghouwer in september 2022 kampt. Staghouwer slaagde er niet in een realistisch beeld van de landbouw in Nederland op papier te krijgen en vond zichzelf niet de juiste man om daar verder een poging toe te doen. Ook zijn opvolger Piet Adema slaagde er niet helemaal in en moest uiteindelijk een mislukt landbouwakkoord accepteren.
In Nederland zei de voorzitter van de leidende boerenkoepel LTO Nederland onlangs 'toedeloe' naar de Nederlandse regering en Brusselse overheid. De Deense landbouworganisaties hebben wel vertrouwen in de toekomst; ze hebben geaccepteerd dat er een belasting op uitstoot komt en dat landbouwgrond uit productie gaat, omdat het akkoord de overblijvende melkveehouders ruimte biedt om concurrerend te kunnen werken en een stabiele basis op te bouwen voor verdere investeringen in technologie en duurzaamheid.
Perspectief door duurder voedsel als gevolg van krimp
Denemarken kiest bewust voor intensivering en grootschaligheid om zijn landbouw te kunnen vergroenen. Minder boeren, minder koeien in de wei en minder melk lijken op het eerste gezicht een verlies, maar de betere prijzen als gevolg van schaarsere melk en het perspectief zijn gunstig voor de levensvatbaarheid van de boeren. Consumenten moeten zich realiseren dat ook voedsel uit gangbare landbouw in Europa nog wat duurder wordt dan het sinds 2021 is geworden, als meer landen deze krimpstrategie volgen. Ook in Duitsland en Nederland is die strategie zich aan het ontwikkelen, maar nog zonder duidelijk commercieel-strategisch perspectief zoals in Denemarken: minder productie in totaal, maar grotere boeren, zodat ze mede door schaarste voldoende marge kunnen maken.
Op 30 december krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
#111, Frits, voor de benutting hoeven we het niet om te zetten naar renure. Stikstof uit dierlijke mest wordt in de melkveehouderij op grasland beter benut dan die uit kunstmest. In de akkerbouw kan ik me voorstellen dat met de overgang naar bladbemesting de benutting van N verhoogt. Dan nog hebben we het alleen maar over N terwijl dierlijke mest zoveel meer aspecten heeft. Helaas hebben de N oogkleppen het brede perspectief vertroebelt.
Zoals ik Jan begreep was het toch niet het volledige landbouwverhaal wat in Brussel werd gebracht, maar wel degelijk het N kunstmest besparingsverhaal. Als reddingspoging van de melkveehouderij op korte termijn. Overigens ook tot mislukken gedoemd omdat de capaciteit om renure te maken de komende jaren veruit onvoldoende zou zijn om de impact van derogatieverlies te compenseren.
Ruud Hendriks in reactie op enkele van je posts....
- Ik twijfel niet (sterk) aan de inhoudelijke kwaliteiten van de beleidsambtenaren in Brussel. Het is altijd belangrijk om naast hen te gaan staan om te kunnen kijken vanuit eenzelfde perspectief. Ons NLse perspectief is heel anders dan het perspectief voor heel Europa / EU.
- Huitema begon 8 jaar geleden met Renure -vertelde hij in Gorinchem- vanuit het perspectief van optimaal benutten van de stikstof uit dierlijke mest. Niet om het mestprobleem op te lossen en ook niet om kunstmest te vervangen. Die (schijn-)argumenten zijn er later pas bij gekomen.
- Ben het met je eens dat het verstandig is om (goede) dierlijke mest te produceren en zo goed als mogelijk aan te wenden ten behoeve van een optimale benutting van nutriënten. Bij voorkeur zonder technieken die relatief veel energie kosten.
#109 als je toch internationaal gaat beginnen, moet je de extra co2 die het kost om een kwak mest naar noord Frankrijk te brengen ook meenemen en delen door het gehalte stikstof en zul je er snel achter komen dat het veel interesanter is om voor de CO2 balans kunstmest te pakken ipv dierlijke mest. Dan kun je zeggen dat de koeien dan daar ook maar beter heen kunnen, maar zo werkt het niet. Anders waren ze er al. Fransman verdient liever met akkerbouw als met vee.
@107 renure is slechts een onnodig energie kostende omweg om stikstof die je al hebt om te zetten is stikstof die je al hebt. Het maakt het energiegebruik van de landbouw per kg product hoger omdat de totale kunstmestvraag er niet door daalt. Het draagt dus bij aan precies dat wat je wil voorkomen.
#103 Dat is toch precies wat ik zeg, of in elk geval bedoel als het er niet uit te halen is? Dat het voor de veehouder wel een voorlopige oplossing is gezien de nood, maar voor de landbouw als geheel niet. Die indruk werd er, heel bewust, wel mee gewekt. Overigens kost renure maken nu per kuub mest evenveel geld als afvoeren, dus het scheelt opslag en transport, meer niet. Het is dus uiteindelijk geldverspilling die ten goede komt aan de mechanisatie leveranciers en niet aan de boeren. Daar hebben we al voorbeelden genoeg van.