De wijnfles zoals we die nu kennen, dateert uit het begin van de 19e eeuw. Er zijn verschillende standaardvarianten: de Bordeaux-fles met zijn hoge schouders, de Bourgognefles met de afgezakte schouders, de slanke hoge fles voor Elzassers en Duitse wijnen.

Alle flestypen kampen allemaal met hetzelfde probleem. Als de fles nog vol is, druppelt de wijn bij het schenken gemakkelijk langs de hals. Dat maakt vlekken, zeker bij rode wijn.

Natuurkundige principes
In de loop der tijd zijn er dan ook allerlei oplossingen voor dit probleem gevonden, van overschenken in een karaf tot schenktuitjes, halsringen of een om de hals van de fles geknoopt servet. De Amerikaanse wetenschapper - en wijnliefhebber - Daniel Perlman vond dat dat ook anders moest kunnen. "Snap wat er natuurkundig gezien aan de hand is", hield hij zichzelf voor, "en je zou in staat moeten zijn een drupvrije fles te maken".

Drie jaar bestudeerde Perlman slow motion-filmpjes van wat er gebeurt als je wijn uitschenkt. Hij constateerde dat de wijn de neiging heeft over de rand terug te krullen en dan langs de flessenhals te druipen. De oplossing: creëer een barrière waar de wijn niet 'overheen' zou kunnen vloeien. Die barrière heeft Perlman na de nodige experimenten gevonden. Een 2 millimeter breed en 1 millimeter diep groefje net onder de bovenkant van de flessenhals blijkt een prima druppelvanger. Een druppel die langs de fles naar beneden wil rollen, kan deze groef niet oversteken en valt met de rest van de wijnstroom in het glas. Voilà, de drupvrije fles!



De vinding van Perlman is nog nergens in productie genomen. Wel lopen gesprekken met verschillende flessenfabrikanten over het ontwerp. Als daar een goede zakelijke deal uitkomt, komt er eindelijk een einde aan 200 jaar druppels, vlekken en geknoei.
Dit artikel afdrukken