We moeten van de nood een deugd maken. Elk nadeel heb z’n voordeel. Kijk omhoog Sammie. Meer VOC-mentaliteit willen we zien. En nog zo wat van die bemoedigingen uit de Hollandse school. Clichés zijn niet voor niets clichés geworden, moeten we er maar bij bedenken als ze over ons uitgestort worden op de treurbuis.

Bij mij zingt de zin: ‘It’s the end of the world as we know it’ al dagen door het hoofd. Niet omdat ik zo’n zwartkijker ben, maar omdat ik een fan van R.E.M. was (wat misschien wel op hetzelfde neerkomt). En gelukkig maar, dat alles verandert, misschien. Wat zou het mooi zijn als we uit deze crisis komen als een minder chagerijnig, minder verdeeld, dankbaarder en verstandiger land.

We beginnen vandaag met twee goede voornemens die gemakkelijker te implementeren zijn door het isolement waarin we gedwongen zijn.
We gaan:
  1. onze kinderen leren koken

  2. intermittent fasting bedrijven

Mogelijk dat 2) uit 1) voortvloeit, maar niet noodzakelijk en liever niet.

Vandaag beperken we ons tot 1). Later in de week komt 2) aan de beurt, bereidt u zich alvast maar voor.

Huishoudscholen
‘Leer je kinderen koken’ is een aanbeveling met een meervoudige achterliggende gedachte. Vroeger was het heel normaal dat kinderen, vooral meisjes, van hun moeders leerden koken, door mee te helpen in het huishouden. Maar ook jongens keken de kunst af van hun moeders. Je kan chefs horen vertellen dat in de keuken van hun moeder of oma de basis voor hun latere loopbaan is gelegd.

Op de Huishoudscholen werd dat geïnstitutionaliseerd. De leerlingen, allemaal meisjes, kregen les in voedingskunde, receptenleer en hygiëne. Ze leerden weekmenu’s opstellen, per dag variërend. Niet altijd vlees, ook af en toe bonen, een ei en vis. Als dessert zelfgekookte zuiveltoetjes of fruit.

Als onder het dagmenu van vrijdag een streep werd gezet en de maaltijden van de hele week werden opgeteld, had het gezin precies alle nuttige voedingsstoffen en de juist hoeveelheid calorieën binnengekregen.

Als je niet naar de ‘spinazie academie’ ging, kon je het nog leren uit de kookboeken die de huishoudscholen uitgaven. ‘Ter gelegenheid van je 25ste verjaardag’ schreef mijn vader voorin het exemplaar van het Haagse Kookboek dat hij mijn moeder in 1950 cadeau deed.

Dat was een veel geraadpleegde vraagbaak voor de Hollandse pot, nog van voor de tijd dat macaroni met paprika en smac exotisch was. AGV, een kruimig piepertje, gaar gekookte groente en een stukje vlees met de jus die daarvan af kwam. Best lekker, indien goed bereid. Moeders bouwden een repertoire op en als je mazzel had was het smakelijk en af en toe enigszins gevarieerd wat ze op tafel zetten.

Niet alleen is het heel bevredigend om je eigen potje te kunnen koken, ook ervaar je wat eten eigenlijk is
Gehaktbal
Als je nu 100 mensen van straat zou mogen halen, van allerlei leeftijden, seksen en denominaties, hoevelen daarvan zouden dan een smakelijk bordje AGV kunnen koken? Andijvie correct snijden en aanmaken, aardappels niet laten af- dan wel droogkoken, een gehaktbal kruiden, draaien en braden. Ik schat nog geen 30, en dan vooral ouderen. Want hoe leer je dat, koken, als je moeder het niet meer kan of er geen tijd meer voor heeft? Als vader wel een geinig schort en een Viking-fornuis heeft, maar nog geen ei kan splitsen? Dat de Huishoudscholen opgedoekt zijn, is een verheugend resultaat van de emancipatie. Maar er is ook veel waardevols mee verloren gegaan.
Kinderen weten niets van voeding. Ze krijgen het van thuis niet mee, ze leren het niet op school en als ze een keer naar het Kinderkookcafé gaan komen ze niet verder dan het versieren van een pannenkoek.

Bevredigend
Niet alleen is het heel bevredigend om je eigen potje te kunnen koken, ook ervaar je wat eten eigenlijk is. Waar het vandaan komt, hoe mooi en smakelijk het allereenvoudigste kan zijn en hoe plezierig het is anderen iets voedzaams en verrassends voor te zetten. Dat heeft de voedingsmiddelenindustrie, van de kleine traiteur tot de grote fabriek, ons uit handen genomen.

Slechts beetje bij beetje herstelt die oude cultuur zich door kleinschalige initiatieven, veranderingen in het bewustzijn bij jongere generaties en een toenemende, maar nog elitaire kennis van voeding en gezondheid. Maar dat moest wel van heel ver komen, na een tijd van al te gemakkelijke acceptatie van een geïndustrialiseerde voedselvoorziening. Het komt weer terug via een omweg en wordt daardoor als heel speciaal ervaren. ‘Pure’ producten, waarmee ‘mooi’ gekookt wordt, heet het dan. Terwijl die hang naar gezond en eenvoudig eten, van de nordic cuisine tot het mediterrane dieet, niets anders is dan een herstel van oude waarden. Gestampte pot 2.0.

Smulpaap
Hier in huis hebben we te maken met een 13-jarig manspersoon dat zich al heeft ontwikkeld tot een veeleisende smulpaap. Zijn ouders hebben daar zeker aan bijgedragen. Geconfronteerd met het (hopelijk) tijdelijke ophokregime met louter uitvallende lesuren kostte het hem niet veel moeite in te stemmen met de verplichte kookcursus. Gisteren voor het ontbijt werden dat American pancakes met bosbessen en maple syrup (bereid met karnemelk). Het diner bestond uit zeer smakelijke zelfbereide hamburgers met jalapeño peper en crispy bacon (de sesambollen waren helaas al weggehamsterd).

Vanavond staat spaghetti puttanesca op het menu, dat simpel te maken lijkt, maar lelijk mis kan gaan (bij gebrek aan taggiasca olijven bijvoorbeeld). Over drie weken eindigen we hopelijk met zwezerik en Beef Wellington. ‘Living well is the best revenge’ is ook een song van R.E.M., met een onbegrijpelijke tekst verder, maar de titel is duidelijk: goed leven is de beste wraak.
Dit artikel afdrukken