Veel Afrikanen kampen met een tekort aan vitamine B6. Zwitserse wetenschappers slaagden er in cassave genetisch zo te modificeren dat de plant voldoende vitamine B6 aanmaakt. Dat meldt Phys.org.

Eenzijdig menu
Het menselijk lichaam produceert zelf geen vitamine B6. In westerse landen komt een tekort aan vitamine B6 maar weinig voor. De vitamine is namelijk te vinden in allerlei soorten voedsel: aardappelen, graanproducten, peulvruchten, vis, vlees en eieren. Groenten, melk en kaas bevatten kleinere hoeveelheden vitamine B6. Een tekort aan de vitamine geeft onder andere een vergrote kans op hart- en vaatziekten.

In de landen ten zuiden van de Sahara wordt echter eenzijdig gegeten. De basisvoeding bestaat uit cassave. Zowel de wortels als de bladeren van de plant zijn eetbaar. Hoewel de cassave veel energie levert, bevat de plant weinig voedingsstoffen. Om dagelijks voldoende vitamine B6 binnen te krijgen, zouden mensen dagelijks maar liefst 1,3 kilo cassave moeten eten. Wetenschappers van de universiteit van Genève en de ETH Zürich ontwikkelden een manier om de planten meer van de vitamine te laten produceren.

Tjokvol B6
De Zwitserse onderzoekers ontdekten hoe een andere plant, de zandraket, vitamine B6 aanmaakt. De enzymen die verantwoordelijk zijn voor de vitamine B6-productie in de zandraket bleken ook prima te werken in cassaveplanten. De dankzij genetische modificatie geteelde 'nieuwe' cassave produceert zoveel van de vitamine dat iemand bij één maaltijd nu voldoende vitamine binnenkrijgt (500 gram wortel of 50 gram bladeren).

Aanwinst
Analyses van de universiteit Utrecht toonden aan dat mensen de vitamine B6 uit de nieuwe cassaveplant inderdaad kunnen opnemen en gebruiken. De onderzoekers keken voor hun studie ook naar de huidige cassavegewassen. Geen van de vele honderden bestaande variëteiten bleek qua vitamine-gehalte vergelijkbaar met de nieuwe soort. Die blijkt dus een heuse aanwinst.

Geen patent
De wetenschappers hebben geen patent aangevraagd op hun plant met zandraket-genen. Ze willen graag dat de nieuwe soort beschikbaar komt voor Afrikaanse plantentelers en boeren. Voor het zover is, zijn er nog een aantal hindernissen te nemen. Ten eerste moeten boeren en plantentelers de technologie leren kennen en de middelen hebben deze toe te passen. Ten tweede (en dat is niet alleen een probleem in Afrika), moet het legaal zijn om een dergelijk gewas te verbouwen. Door de grote voordelen die GMO-gewassen in Afrika kunnen bieden, is er minder tegenstand bij overheden dan in bijvoorbeeld de EU. Zo gaven de Oegandese, Keniase en Nigeriaanse regeringen al toestemming om GMO-gewassen in het veld te testen. Volgens de onderzoekers is dat een eerste stap in de richting van een geaccepteerde GMO-regelgeving in Afrika.

Fotocredits: 'Cassava on the mountain', Chad Skeers
Dit artikel afdrukken