Over de schadelijkheid van glyfosaat, de werkzame stof in 's werelds meest gebruikte onkruidverdelgingsmiddel Roundup, is al jaren veel te doen. De controverse laaide op toen in 2015 het IARC, het kankeragentschap van de WHO, vaststelde dat glyfosaat 'waarschijnlijk' kankerverwekkend is. Amerikaanse en Europese veiligheidsautoriteiten kwamen - herhaaldelijk - tot het oordeel dat het onwaarschijnlijk is dat glyfosaat gevaarlijk is voor de mens. Afgelopen december verlengde de EU, mede omdat maar niet zeker is of en zo ja hoe schadelijk het middel is, de toelating van glyfosaat met 5 jaar in plaats van de beoogde 15 jaar.

Microbioom
Tijd voor een nieuw en onafhankelijk onderzoek, oordeelde het Istituto Ramazzini uit Bologna. Het instituut haalde via crowdfunding €300.000 op bij zijn 30.000 leden. De wetenschappers, een internationaal team van onderzoekers van verschillende universiteiten en instituten, stelden gedurende 3 maanden ratten bloot aan een dagelijkse dosis van 1,75 microgram glyfosaat per kilo lichaamsgewicht, opgelost in water. Dat is de dosis die de Amerikaanse autoriteit EPA veilig acht, de Acceptable Daily Intake.

Bij de ratten traden geen gezondheidsproblemen op, wel bleek het glyfosaatgehalte in het lichaamsweefsel te accumuleren. Vervolgens lieten de onderzoekers de onderzoeksratten zich voortplanten. Bij de nakomelingen constateerden ze verstorende effecten op de seksuele ontwikkeling, genen en nuttige darmbacteriën. "Dat zou niet moeten gebeuren en het is heel opmerkelijk dat het zich voordoet", zegt Daniele Mandrioli, een van de auteurs van de onderzoeksartikelen die op 29 mei zullen verschijnen. "Verstoring van het microbioom is geassocieerd met een aantal negatieve gezondheidsresultaten, zoals obesitas, diabetes en immunologische problemen."

Nóg meer wetenschappelijke onzekerheid dus, en dus is er grootschalig lange termijnonderzoek nodig, aldus mede-auteur Philip J. Landrigan. Dat gaat nog eens €5 miljoen kosten; de crowdfunding is al gestart.

Zagen aan de poten van het onderzoek
Er vallen kanttekeningen te maken bij dit nieuwe onderzoek. De wetenschappers keken niet naar kankerrisico's, maar naar gezondheidseffecten in het algemeen. Dat deden ze op grond van een wankele hypothese, vindt wetenschapssite GeneticLiteracyProject. Een van de redenen dat glyfosaat relatief veilig geacht wordt, is dat het zich specifiek richt op een metabool proces van planten, waarmee die bepaalde aromatische aminozuren kunnen synthetiseren. Zoogdieren hebben dit metabole proces helemaal niet nodig. Maar omdat bacteriën dit proces wel kunnen gebruiken, zo luidde de hypothese, kunnen de darmbacteriën misschien wel verstoord raken als zoogdieren glyfosaat binnenkrijgen. Daar waren de onderzoekers dus naar op zoek, maar ze gingen voorbij aan het feit dat in ons darmstelsel al zoveel aromatische aminozuren voorkomen dat de darmbacteriën geen reden hebben om aan het synthetiseren te slaan. Vooral statistisch zouden de onderzoekers de plank nogal misslaan. Zo is er geen zicht op de omvang van het experiment en de aantallen ratten per groep of controlegroep. "Hoe je het ook bekijkt, 108 gedeeld door 6 geeft een gemiddelde groepsgrootte van 18, en met een 2:1 verhouding van proefrat en controlegroep, levert dat niet bepaald een experiment op met veel statistische zeggingskracht." En zoals critici tegenwoordig standaard zeggen: onderzoek op muizen en ratten is niet zomaar ook geldig voor mensen.

Het mag nieuw onderzoek zijn, het glyfosaatdossier wordt er alleen nog maar complexer op. Recent wees de Franse glyfosaat-onderzoeker Gilles-Eric Séralini dat de kankers die glyfosaat veroorzaken geen gevolg zijn van glyfosaat, maar van de stoffen die samen met glyfosaat een zogeheten formulering vormen.
Dit artikel afdrukken