Voor het luizige loontje van een tekstschrijver leverde Onno een speciaal geschreven quote voor een commerciële wijnvertorial in een Volkskrant van afgelopen week. Waarschijnlijk bevat de case de quintessence van de hele discussie over de onafhankelijkheid van de culinaire journalistiek. Voor ik hier m'n feitelijke waarneming van de dag geef, leg ik de case van Kleyn in de Umbrische wijn voor aan de lezers van deze krant.
Wat had Onno moeten doen:
- zijn naam er niet aan verbinden omdat het een tekst is met een louter commercieel doel?
- zijn naam er wel aan verbinden, maar zich dan ook echt goed laten betalen voor de merkwaarde van zijn autoriteit?
Om vast met een mening te beginnen: de aanwezige hoofdredacteur van een grote Nederlandse culinaire glossy had er geen problemen mee, omdat, zo zei ze, het publiek weet dat Kleyn betrouwbaar is. Hoe lang blijf je dat als je dit vaak doet, luidde mijn wedervraag. Daarop werd het wat stiller.
Pikant: John Bindels, de Olie B. Bommel van de zuivere Nederlandse wijnjournalistiek die wat mij betreft heel betrouwbare wijnschrijvers als Gert Crum en Frank Jacobs voor onbetrouwbare broodschrijvers uitmaakte, had geen moeite met Kleyn's medewerking aan de VK-commercie. Dat kon ik even niet meer volgen.
Hieronder de totale VK-pagina, die bij ongepland toeval uit de tas van Joep Habets kwam:
Op 31 oktober krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Marieke, de redactie leest natuurlijk met plezier mee: kom maar met suggesties!
Deze krant wordt ten slotte bepaald door de hele community die hem mede gestalte geeft.
Een fascinerende discussie, waar ik graag life bij had willen zijn vorige week. Maar ook nu op Foodlog: de moeite waard. (Kost je wel even om door te nemen ;-) )
Maar in het citaat van Onno nu het woordje prachtig was weggelaten, was de discussie dan anders geweest? Dan zit er namelijk totaal geen oordeel meer in het citaat, en leent alleen Onno's naam gewicht aan de wijn. Maar hij zegt er dan iets heel neutraals over....
gerrit jan,
ik vrees dat ge het te zwaar ziet. als er een sociaal-maatschappelijk belang mee gediend is, zijn er diverse routes.
zeker nu footprint, co2, duurzaamheid etc. ect. 'relevante' politieke issues zijn, is de behoefte aan objectieve informatie groeiend. natuurlijk zult ge binnen een kader moeten werken, maar het is aan u om het kader aan te geven.
foodlog zou niet moeten blijven hangen in het kwiwisap van appelsienen, maar ethische, technische en commercieel haalbare concepten voor een integer toekomstbeleid mee kunnen bepalen is een samenspel met bv univ's
ik denk dat iedereen er van overtuigd is, dat zo'n proces niet alleen aan marktwerking kan worden overgelaten.
dat gebeurt met energie, milieu en integratie ook al lang niet meer.
en in de laatste sectoren worden miljoenen geinvesteerd (en verspild) aan project activiteiten.
maar misschien hoort die discussie hier niet thuis. eigelijk is dit een beleidszaak intern voor de redactie.
Wouter vdL: De ellende is dat over dit onderwerp juist best veel publiekstijdschriften zijn. Maar dan wel uitsluitend tijdschriften die je vertellen hoe je een Magnum in vieren kunt snijden, er een Frans vruchtje op kunt leggen en er wat voorgesneden fruit rond kunt draperen. Titel Samen Met Producent, heet zo'n semi-redactionele rubriek dan. Het publiek koopt het tóch wel en de adverteerders zien het helemaal zitten. Veel beter dan bladen die jouw potentiële klant vertellen hoe je zélf met nauwelijks meer moeite en met louter door jou gekozen ingrediënten een toetje maakt. Aan dat volk verdien je niet alleen niks, stel je voor dat ze er met elkaar over gaan práten.
Marieke: misschien, maar publicaties worden alleen gesubsidieerd wanneer een overheidsinstantie van te voren heeft geconstateerd dat de inhoud binnen bepaalde criteria kadert. Met andere woorden: zo'n gesponsord blad beschikt per definitie al niet over totale redactionele vrijheid. Een weinig aantrekkelijk vooruitzicht voor wie de handen vrij wil hebben om zoveel mogelijk objectieve kwaliteit te leveren.
Belangrijker dan de vraag hoe je een kwaliteitsblad (over eten of waarover ook) kunt opzetten via alternatieve financieringskanalen is de vraag hoe het eigenlijk komt dat voor een blad van en over kwaliteit eigenlijk in een vraag- en aanbodgestuurde markt kennelijk zo weinig ruimte is.
Een gedeeltelijk antwoord daarop is: doordat niet alleen producten, maar ook de informatie erover is overgenomen door georganiseerde kanalen van grootindustriëlen voor wie alleen de grote getallen en de efficiëntie van productie en distributie van tel zijn. De consument—ja, ook in België—heeft steeds minder weet van wat er aan (vaak kleinschalig geproduceerde) kwaliteit te koop is en zo zie je het aloude "onbekend maakt onbemind" in actie. Gevolg is dat er geen vraag is naar die kwaliteit en de diverse kanalen daarin meteen aanleiding zien om niet voor aanbod te zorgen. Op precies dezelfde manier als er in supermarkten regelmatig kwaliteitsproducten uit het assortiment verdwijnen "omdat er nooit naar gevraagd wordt". En dat komt dan weer doordat er niet voor geadverteerd wordt. En dat komt dan weer doordat er niet voldoende omzet voor is. Wat weer komt door de beperkte verkrijgbaarheid en de geringe bekendheid.
Toch?