Onderzoekers van de KU Leuven en het Britse ‘Institute for Fiscal Studies' publiceerden afgelopen december de resultaten van een onderzoek onder 3.645 Britse consumenten. Die moesten een jaar lang alles scannen wat ze in de supermarkt kochten.

Zelfdiscipline
De onderzoekers categoriseerden de voedingsinkopen met behulp van de ‘nutrient profile score' (NPS) die ook de Britse overheid gebruikt in officiële statistieken om de ongezonde keuzen van Engelsen in kaart te brengen. Producten met een score hoger dan 4 werden gecategoriseerd als ‘ongezond’. De wetenschappers stelden voor elke consument diens gemiddelde voedselkeuze op en keken op welke momenten hij daarvan afweek. Ze gingen er vanuit dat dit gemiddelde bij elk individu een strijd was tussen de ‘gezonde’ en ‘ongezonde’ ik en dat iedereen op zijn eigen manier een compromis tussen die twee sluit. Afwijken van de gemiddelde voedselkeuze/compromis naar een ongezondere score, zou een blijk zijn van verlies aan 'zelfcontrole'.

Wat bleek?

Jaarlijkse cyclus
Individuen weken op sommige momenten in het jaar meer af van de gemiddelde voedselkeuze dan op andere momenten. Die variatie bleek voor iedereen een overeenkomstig patroon te vormen. In januari kiezen de consumenten uit het onderzoek relatief vaker voor gezondere producten ten opzichte van hun inidividuele gemiddelde. Bij het naderen van de zomer kozen ze voor iets gezonder eten. Ook zagen de onderzoekers dat individuen na een ‘ongezonde’ verjaardag weer wat gezonder gingen eten. De bandbreedte van de afwijking tussen meer en minder gezond eten is ongeveer 10%. Om effect van prijs en budget op voedselkeuze uit te sluiten, corrigeerden de wetenschappers voor koopkracht en lagere of hogere voedselprijzen gedurende het jaar (bijvoorbeeld die van groenten en fruit).

Minder rationele keuzes
Mensen met minder koopkracht en jonge mensen bleken gedurende het jaar meer te variëren ten opzichte van hun gebruikelijke eetpatroon. Ook mannen bleken minder stabiel in hun voedselkeuze door het jaar heen. Bij slechts één op de drie individuen bleef het koopgedrag het hele jaar gelijk. De cijfers kunnen het natuurlijk niet bewijzen, daarom verklaren de onderzoekers het met een ouderwets intuïtieve hypothese: zulke individuen maken vermoedelijke rationelere keuzes en hebben zichzelf beter in de hand.
Dit artikel afdrukken