Onderzoekers van de Universiteit Gent zijn erin geslaagd het folaatgehalte (B9) in rijst maar liefst honderd keer zo hoog te maken als normaal. Dat deden ze door twee genen die instaan voor de productie van het vitamine harder aan het werk te zetten. De realisatie kan een oplossing betekenen voor ernstige gezondheidsproblemen door folaattekort in ontwikkelingslanden.

Vitamine B9, of folaat, kan niet door het lichaam zelf worden aangemaakt. Om gezond te blijven hebben volwassenen zo’n 400 microgram folaten per dag nodig. Voor zwangere vrouwen is dat zelfs 600 microgram. Folaten zijn in grote hoeveelheden aanwezig in groene bladgroenten (folium betekent blad), zoals bvb. spinazie, en in peulvruchten (zoals bonen). Veel andere gewassen, zoals rijst en andere granen, hebben slechts erg lage gehalten van het vitamine.

Een tekort aan folaten heeft ingrijpende gevolgen voor de gezondheid. Naast bepaalde vormen van bloedarmoede, kan folaatdeficiëntie bij zwangere vrouwen leiden tot gebrekkige ontwikkeling van de neurale buis (de voorloper van het ruggenmerg) van het embryo. Problemen in deze ontwikkeling leiden vaak tot spina bifida: een zogenaamde “open rug”. Andere mogelijke gezondheidsproblemen bij folaatdeficiëntie zijn Alzheimer, een hoger risico voor cardio-vasculaire aandoeningen en de ontwikkeling van een reeks kankers. Door het lage folaatgehalte van rijst komt een tekort aan folaat vaak voor in ontwikkelingslanden, waar zowat de helft van de wereldbevolking van rijst leeft. In China en India bijvoorbeeld melden recente studies tot tien maal meer afwijkingen aan de neurale buis dan in het Westen.
Het complete persbericht: http://www.ugent.be/nl/nieuwsagenda/persberichten/pb5602.htm
Dit artikel afdrukken