Loonen is verbonden aan de Rijksuniversiteit Groningen. Hij komt al 25 jaar op Spitsbergen voor zijn onderzoek naar de lokale populatie brandganzen en wordt emotioneel over het tempo van de klimaatverandering zoals hij die zich ziet voltrekken. Het heeft heel zichtbare en grote consequenties voor het leven op het eiland.

Door de in hoog tempo smeltende ijsmassa's zijn zeehonden moeilijker te vangen voor ijsberen. Dat heeft tot gevolg dat de ijsberen vaker naar Spitsbergen komen, op zoek naar voedsel. Dit jaar zijn er al 10 gesignaleerd, die zich tegoed gedaan hebben aan de eieren van de brandganzen. Een verloren broedseizoen: 800 nesten zijn vrijwel leeggeroofd. "De vraag wanneer en hoe er een einde komt aan de groei van de populatie is nog niet beantwoord, alle modellen die Loonen er sinds het begin op losliet ten spijt," schrijft de krant. De modellen blijken steeds niet te kloppen. Dat komt omdat de dieren zich steeds anders aan de veranderende omstandigheden aanpassen dan modelbouwers kunnen voorspellen.

Niettemin zijn er onvermijdelijke negatieve gevolgen. De permafrost ontdooit, met lawines en aardverschuivingen als gevolg. Uit de toendra's gaat methaan vrijkomen, een gas dat een vele malen sterkere broeikasgaswerking heeft dan CO2. In Longyearbyen, de grootste nederzetting op Spitsbergen, staat de ondergrondse wereldzaadbank. De toegangstunnel dreigt door opvriezend smeltwater binnen vijf jaar ontoegankelijk te worden.

Loonen, begonnen als brandganzenonderzoeker, mag zich inmiddels klimaatwetenschapper noemen. "Ik heb het zien veranderen op Spitsbergen, ik zit er hier middenin, en dat maakt dat ik er heel emotioneel over ben."
Dit artikel afdrukken