De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) adviseert wereldwijd om de eerste 6 maanden exclusief borstvoeding te geven, daarna gezonde bijvoeding met behoud van borstvoeding tot, of zelfs voorbij de 2 jaar.

Ook de Nederlandse regering heeft zich bij deze aanbeveling aangesloten en de wetgeving aangepast. "Met name het verbod op reclame voor kunstvoeding tot 6 maanden is belangrijk", zegt de op Foodlog bekende lactatiekundige Gonneke van Veldhuizen-Staas. Deze adviezen liggen er omdat moedermelk de gezondheid van zowel moeder als kind beschermt.

Na 10 tot 12 weken bevallingsverlof gaan werkende moeders in Nederland weer aan de slag. Om borstvoeding te kunnen blijven geven, moeten ze op het werk afkolven of naar hun kind gaan om het te voeden.

Om het vrouwen makkelijker te maken om borstvoeding en werk te combineren, bestaat het voedrecht al zo’n 100 jaar. “Dit houdt in dat een moeder gedurende de 9 maanden volgend op de geboorte van haar kind recht heeft op een kwartier per gewerkt en betaald uur om haar kind te voeden of melk af te kolven”, aldus van Veldhuizen-Staas.

Maar ook de collegae doen vaak moeilijk als de werkneemster weer met haar kolftas haar werkplek verlaat. Vaak veel moeilijker dan naar collegae die op gezette tijden naar de rookplek verkassen
Kolftas
Voor veel vrouwen blijkt kolven nog steeds een uitdaging. “Een flink deel van de werkgevers is om te beginnen niet op de hoogte van deze wetgeving en een nog eens een flink deel probeert er de kantjes vanaf te lopen bij de uitvoering. In veel beroepen lijkt het onmogelijk te zijn om tijd en of ruimte te vinden om te kolven zoals de wet aangeeft. Vooral de zorg en het onderwijs zijn moeilijke plaatsen. Vervanging is moeilijk te regelen. Maar ook de collegae doen vaak moeilijk als de werkneemster weer met haar kolftas haar werkplek verlaat. Vaak veel moeilijker dan naar collegae die op gezette tijden naar de rookplek verkassen.”
Kolven lijkt misschien algemeen geaccepteerd, maar is het in de praktijk niet. “Wat dat betreft is het net als het borstvoeding geven zelf: prachtig als je dat doet, maar dan wel waar anderen het niet zien en er geen last van hebben."

Campagne
Dat ziet ook staatssecretaris Paul Blokhuis. Volgens Blokhuis is het na 100 jaar voedrecht hoog tijd om vrouwen die borstvoeding willen geven nu ook overal te steunen. Hiervoor lanceerde hij maandag tijdens de start van de Landelijke Borstvoedingsweek samen met het Voedingscentrum de campagne Borstvoeding werkt!. “Veel werkgevers hebben het al goed voor elkaar, maar als dat nog niet zo is, is dit een goed moment om als werkgever je mouwen op te stropen en het snel te regelen", aldus Blokhuis. Met het ophangen van de eerste deurhanger aan de kolfruimte op het ministerie trapte de staatssecretaris de campagne af.



De manier waarop “de maatschappij” naar borstvoeding kijkt, moet veranderen. “Het moet normaal worden om kinderen aan de borst te zien, want hoe vaker je iets gewoon ziet, hoe gewoner het wordt
In de campagne, die bedoeld is om vrouwen die borstvoeding (willen) geven te ondersteunen, geeft het Voedingscentrum werkgevers tips. Dat moet ertoe leiden dat werkende vrouwen langer doorgaan met borstvoeding geven. Hard nodig, weet van Veldhuizen-Staas. “Het gaat niet heel goed met de borstvoeding in Nederland. De laatste goede cijfers dateren uit 2015. 80% van de Nederlandse baby's krijgt in de eerste levensweek uitsluitend borstvoeding. Die cijfers dalen al snel naar de helft rond 2-3 maanden. Tegen de 6 maanden blijft er nog een krappe 40% over.”

De maatschappij
Van Veldhuizen-Staas is dan ook blij dat er positieve aandacht is voor borstvoeding. De manier waarop “de maatschappij” naar borstvoeding kijkt, moet veranderen. “Het moet normaal worden om kinderen aan de borst te zien, want hoe vaker je iets gewoon ziet, hoe gewoner het wordt. En gewone dingen worden geaccepteerd.” Daarbij is een verandering in attitude, kennis en vaardigheden in de zorg rond moeder en kind nodig. Omdat borstvoeding wordt 'gepreekt', kunnen moeders zich verplicht en gepusht voelen. “Maar als er vervolgens problemen zijn, dan geeft de zorg als geheel niet thuis. Het ontbreekt de doorsnee zorgverlener aan de kennis en vaardigheden om borstvoeding goed op de rails te zetten en problemen op te lossen. En het ontbreekt aan wil.”

BV Werkt! Voedingscentrum

Met goede begeleiding kunnen moeders bij wie het mis gaat of die afhaken, weer op weg geholpen worden. “Als ze dan weer gaan werken, staan ze stevig in hun schoenen. Het kolven of voeden tijdens werkuren wordt een stuk makkelijker en ze laten zich minder makkelijk wegzetten als profiteurs. Want een geslaagde borstvoeding is niet alleen het recht van het kind, het is ook het recht van de moeder. Geslaagde borstvoeding is puur empowerment voor vrouwen.”
Fotocredits: 'Borstvoeding Werkt!', Het Voedingscentrum
Dit artikel afdrukken