Het is inmiddels bon ton om gans te promoten. Er zijn er teveel. Ze worden geschoten en het is te gek om die dieren onder te ploegen of weg te gooien.

Afgelopen zondag bood VPRO-radio presentator Anton de Goede me een rat aan. Hij had die gekregen van Pek van Andel, de man die de Ig Nobelprijs kreeg voor het filmen van mannelijke en vrouwelijke geslachtsdelen tijdens de daad. Op dit moment promoveert hij op het onderwerp serendipiteit, het vinden van gedachten en ideeën waar je niet naar op zoek bent. Hoe ga je daar toch naar op zoek?
Ik verzoek de goden altijd door te gaan wandelen. Het brengt me de wildste en soms heel handige maar altijd onverwachte 'gratis ideeën', zoals ik ze noem. Ik heb dus een bewuste serendipiteitsstrategie, zo leerde ik van Van Andel.

Van Andel bracht een gevangen, verzopen, gevilde en bevroren muskusrat mee. Jaarlijks worden in Nederland ruim honderdvijftigduizend muskusratten per jaar gevangen. Dat gebeurt in kooien onder water. Daarin stikken ze uiteindelijk omdat ze boven water moeten ademhalen, maar ze vastzitten in de kooi. Dat is minder plezierig voor het dier. Niettemin worden ze gevangen omdat ze schadelijk zijn en rest ons het vlees.

Net als de gans tot voor enige jaren, zie je ze niet bij de vleesjuwelier, zoals de culi zijn poelier liefkozend noemt. Niet bij de super, niet bij de top- en niet bij de keurslager. En vermoedelijk zelfs niet in de dierentuin bij de leeuwen en de tijgers. Dat laatste is niet helemaal zeker. Maar dat was het rond de ganzen ook niet. De cadavers verdwijnen.

Ganzen zijn van oudsher een delicatesse. We moesten het dier alleen weer leren waarderen. Als wild dan, want we aten de tamme altijd al. Logisch, want die is lekker vet.

Ratten zijn eng. Voor Van Andel is de rat in Nederland een teken van serendipiteit, een verrassende trouvaille en een teken van onze stupiditeit tegelijk. Terwijl 'biologisch' en 'natuurlijk' helemaal hip zijn, gaan deze grote schadelijke ratten als ze geluk hebben naar de destructie. In een aantal gevallen belanden ze vermoedelijk vanuit het huisvuil in de gemeentelijke verbrandingsoven.Ik was dom. Bisamrat heet een delicatesse te zijn die als waterkonijn in Vlaamse restaurants wordt geserveerd. Helaas mocht het dier me nog nooit smaken.
Ik had nog een afspraak en wilde niet met ontdooiend waterwild in mijn rugzakje de trein in terug naar huis.

Het exemplaar dat me werd aangeboden was gevild en zag er prachtig mager uit. Zoals een gevilde haas of een konijn, maar zo mogelijk nog magerder van vlees. Oerdieetprofessor Frits Muskiet zou het een dier noemen dat gejogged heeft. Zeer gezond en geschikt voor iedere dag. Op de foto zijn de muskusrat en vlnr De Goede, Van Andel en Hugo Brandt Corstius te zien. De laatste is vegetariër maar kijkt vol bewondering naar het cadaver.

Serendipiteit krijg je per definitie op een presenteerblad aangereikt. Je zoekt het niet, maar je vindt het. Als dat te makkelijk gaat, laat je het kennelijk liggen. Dat zorgt voor spijt.
Daarom zoek ik nu heel bewust een bisamrat. Wie heeft er eentje voor me? Of zitten we nu buiten het seizoen? Later mag ook.

Onderwijl denk ik na, stoven of toch een boutje op de plancha? Ik moet bekennen dat de gedachte aan grillen door me heen ging toen ik het dier weigerde. Het was zo onweerstaanbaar mooi rood dat ik wist dat ik dat zou willen en me ervan zou moeten weerhouden. Het was tenslotte een rat. Je moet weten waar hij vandaan kwam, hoe hij werd gevangen, wanneer en door wie. Dat wil ik dus wel weten. Zo hoort dat bij echt eten.




image
Dit artikel afdrukken