Afgewogen keuzes kunnen maken
Voedselproductie heeft per definitie invloed op de omgeving. Daarbij is sprake van een glijdende schaal. Naarmate de productie van aardappelen, tomaten, vlees of zuivel minder negatieve invloed heeft op klimaat, biodiversiteit, lucht, water en dierenwelzijn is sprake van duurzamer geproduceerd voedsel. De uitdaging is om deze verschillende grootheden objectief en uniform te duiden zodat afgewogen keuzes mogelijk zijn en concrete doelen kunnen worden bepaald.
De uitdaging is om deze verschillende grootheden objectief en uniform te duiden zodat afgewogen keuzes mogelijk zijn en concrete doelen kunnen worden bepaaldDe wetenschappelijke inzichten in de negatieve invloed van voedselproductie nemen in rap tempo toe. Wageningen UR doet al vele jaren onderzoek naar de echte kosten van ons voedsel en ook internationaal is er veel werk gedaan. Wetenschappers zijn het erover eens dat om de klimaatimpact van voedsel te bepalen een analyse op basis van een levenscyclus per productcategorie (PEF-CR) goede inzichten geeft.
Negatieve invloed voedselproductie verminderen lukt matig
De urgentie om de negatieve invloed van voedselproductie te verminderen wordt sterk gevoeld. Toch lukt dit slechts in beperkte mate. Reden is dat marktkrachten en structuren die ten grondslag liggen aan het huidige, op prijs gedreven, voedselsysteem sterk zijn verankerd. Voedselstromen en voedingsketens zijn internationaal verweven en internationale markten beïnvloeden elkaar en marktprijzen. Marktwerking en innovatie hebben efficiëntie aangejaagd en prijzen verlaagd. Vaak met afwenteling van sociale en maatschappelijke kosten. De behoefte aan gemak heeft er bovendien toe geleid dat samengestelde producten worden aangeboden met ingrediënten waarvan de herkomst en duurzaamheid niet altijd duidelijk zijn.
Het is niet eenvoudig om het anders te doen en je als individuele speler of keten te onttrekken aan dit krachtenveld.
Toch bewijzen diverse duurzaamheidskeurmerken en marktconcepten dat het kan. De meest bekende in Nederland zijn Beter Leven, Beter Voor, Biologisch en (on the way to) Planet Proof. Deze initiatieven zijn in staat om zich te ontkoppelen aan de op prijs gedreven krachten. Biologisch uitgezonderd, betreft het landelijke keurmerken.
Recent besloten de Nederlandse retailers en foodservicebedrijven om samen met boeren en tuinders te komen tot een breed gedragen duurzaamheidsstandaard met een goed verdienmodel voor boeren en tuinders. Dit helpt om verder op te schalen en helpt ook de consument, die soms verward raakt door de veelheid aan keurmerken. Het is van belang om ook de sociale component van duurzaamheid in acht te nemen met een eerlijke (meer)prijs voor boeren en tuinders.
Het is niet eenvoudig om het anders te doen en je als individuele speler of keten te onttrekken aan dit krachtenveld. Toch bewijzen diverse duurzaamheidskeurmerken en marktconcepten dat het kanEuropese afstemming over duurzaamheidscriteria en -beoordeling
Nationale certificeringen, concepten en labels verdienen hulde en steun. Ze zijn echter niet afdoende om de gehele Nederlandse en Europese productie te verduurzamen. Het is daarom belangrijk dat er tevens Europese afstemming komt over duurzaamheidscriteria en -beoordeling. Dat zou ook passend zijn in de ambities van de Green Deal en de Farm-to-Fork -strategie van de Europese Commissie.
De Europese Commissie heeft financiering verleend aan een consortium van Nederland (Wageningen UR en ministerie van LNV), Spanje, Duitsland en Frankrijk om te werken aan een Europees geharmoniseerd duurzaamheidslabel. Waarbij nationale databases met gemiddelde LCA resultaten (Levenscyclus analyse) per productcategorie als basis dienen. Ook wordt een testlabel ontwikkeld. Diverse andere Europese landen tonen interesse om aan te sluiten.
Betrouwbaar ecolabel helpt verduurzamen
Een betrouwbaar ecolabel zal ertoe leiden dat voedselbedrijven hun inkoop en aanbod zullen verduurzamen en dat greenwashing wordt voorkomen. De data kunnen ook gebruikt worden door overheden en ketenpartners om doelen te stellen voor een duurzamer aanbod van voedingsmiddelen.
Een Europese geharmoniseerde aanpak op basis van wetenschappelijke inzichten en betrouwbare data gaat ons helpen om op te schalen en impact te maken om voedsel duurzamer te makenTijdens een recent congres in Den Haag bleek dat de Franse overheid eind 2023 een ‘ECO-label’ voor een set aan duurzaamheidscriteria introduceert en dat Colruyt in België het Ecoscore-label al twee jaar gebruikt voor nagenoeg het hele assortiment van 15.000 artikelen.
Appels met peren vergelijken
Het is nog wel de vraag hoe je appels met peren vergelijkt. CO2-footprint, dierenwelzijn en biodiversiteitsverlies zijn verschillende grootheden. Wil je ze wel optellen? En hoe bepaal je een eerlijke prijs? Elke keten heeft weer andere uitdagingen. Voor transparantie en vertrouwen zul je inzicht moeten verschaffen in voor de consument belangrijke aspecten. Anderzijds is verwarring een veelgehoorde klacht. Diepgang en eenvoud is een lastige combinatie.
Een ecolabel is in eerste instantie vooral bedoeld om inzicht te bieden in het duurzaamheidsniveau van producten. Het kan daarmee ook gebruikt worden door Europese inkopers voor een minimaal duurzaamheidsniveau van importen uit derde landen. Daarmee maak je als Europese gemeenschap veel meer impact op de mondiale gemeenschap dan als individueel land.
Ik roep betrokkenen in en rond de voedselketen dan ook op om de ontwikkeling van een Europees systeem te helpen versnellen. De voorgenomen Nederlandse afstemming is een mooie eerste stap. Echter een Europese geharmoniseerde aanpak op basis van wetenschappelijke inzichten en betrouwbare data gaat ons helpen om echt op te schalen en impact te maken om voedsel duurzamer te maken.
Op 8 oktober krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Taal is van ons, niet van Van Dale. We sleutelen er voortdurend aan. Met plezier. Maar soms ontstaat verwarring. Neem duurzaam.
Als het lang vrede is, spreken we van duurzame vrede. Als hout lang mee gaat, is het een duurzame houtsoort. Zo kunnen we spullen verduurzamen (je fiets invetten met vaseline, opa vertelt). Maar vriendelijk doen tegen een dier is niet duurzaam. Daar zijn andere woorden voor gemaakt. Fatsoen bijvoorbeeld en omgangsvormen.
Als het begrip duurzaam wat minder oneigenlijk gebruikt wordt valt er beter over te praten. Andijviestamppot eten is niet duurzaam. Poepen misschien weer wel.
Zoals Mark terecht aangeeft zit er een sterke politieke en persoonlijk normatieve kant aan duurzaamheid. Duurzaamheid is immers meer dan CO2, Duurzaamheid gaat ook over biodiversiteit, gezondheid, eerlijkheid, diervriendelijkheid etc. Bij Kijk of t klopt hadden we dacht ik vier grote klassen, en dik 12 parameters. De afweging van elk van deze klassen t.o.v. elkaar hangt van persoon tot persoon af. MySustainability dus.
Vleeseters kunnen prima voor optimale diervriendelijkheid zijn en biologische zonder vegan.
Vegan betekent "geen dieren gebruiken" en niet automatische biologisch.
Ik heb liever op termijn een A-H label of een 0-100% score per parameter. Ikzelf bepaal dan welke duurzaamheidsparameters ik meeweeg in mijn inkoopbeleid. Kortom, "kijk of het klopt" van bijna 15 jaar geleden.
Alle andere logo's? Mij doen ze niks.
An sich eens met je Ellen, maar zoals je zelf al aangaf bestaat duurzaamheid uit erg veel veranderingen, waarbij iedereen een andere weegfactor toekent aan wat hij of zij belangrijk vindt. Vegan ‘voor de dieren’ maakt andere keuzes dan ‘minder opwarming’ of ‘gezonder’. De breedte ervan maakt één weegfactor of label onmogelijk. CO2-we helpt als middel voor veel, maar niet alles. Dierenwelzijn valt er bijvoorbeeld buiten. Humane gezondheid ook. Transparantiemodel helpt om dat zichtbaar te maken
Verder overigens geheel eens met de verdere strekking van het artikel. Bij het bepalen van duurzaamheidsnormen zijn wetenschap en Europese afstemming belangrijk.
Bepalend zijn echter de waarden die ten grondslag liggen aan de normen. Dat dat niet evident is blijkt bijvoorbeeld dat naast de ecoscore in Frankrijk ook inmiddels de planetscore is gelanceerd. De laatste is mede ontwikkeld door het Franse instituut voor biologische landbouw en voeding. Een aantal producten scoorden laag op de ecoscore (CO2 per kg telt zwaar mee) omdat volgens het instituut dierenwelzijn, pesticidengebruik en biodiversiteit niet goed genoeg werden meegewogen in de ecoscore. Die producten scoren nu wel hoog...
Mij lijkt het verstandiger per indicator normen vast te leggen. Appels en peren optellen en delen door bananen maken normen nodeloos ingewikkeld en maakt het risico groot dat het zijn doel voorbij schiet. Voorkom dat duurzaamheid een duizenddingendoekje voor alles wordt en de vlek alleen maar viezer maakt.
#7 Ellen-Maureen,
Je hebt wat mij betreft helemaal gelijk, zo had ik eigenlijk ook moeten antwoorden. Vrijwilligheid zowel bij producent, retailer en consument leidt tot weinig, omdat het gedrag van de slechtsten altijd de maat is voor een neerwaardse spiraal.