Het LEI Wageningen UR onderzocht de vraag naar biologisch honden- en kattenvoer, in het kader van een Beleidsondersteunend Onderzoek. In het Biojournaal bericht over het rapport 'Marktverkenning van biologische diervoeding' beschrijven de onderzoekers hoe het baasje denkt over biologisch honden- en kattenvoer.

Omdat honden en katten steeds vaker als volwaardig gezinslid gezien worden, rees de vraag of we onze harige familieleden net als wij ook steeds meer biologisch willen voeden. Literatuuronderzoek en gesprekken in focusgroepen leidden tot de conclusie dat dat niet zo is.

De baasjes staan positief tegenover biologisch voer, omdat dat geassocieerd wordt met hogere kwaliteit en meer voedingswaarde. Ook geeft het EKO-label vertrouwen; de respondenten kochten al regelmatig EKO producten voor zichzelf. Maar de prijs blijkt een heuse hobbel: biologisch voor Boefje is 'een brug te ver'.

Het eten voor kat en hond wordt vooral gekocht bij supermarkten, tuincentra en dierenwinkels. Bij kattenvoer (en verwennerijen) laten baasjes zich nog al eens leiden door aanbiedingen. Hondenbaasjes blijken merkentrouw. Hebben ze een grote hond, dan gaan ze naar het tuincentrum voor zijn of haar voer.

Er zijn overigens ook baasjes die vinden dat hun huisdieren net als zijzelf vegetariër of veganist moeten worden. Daar bestaat speciaal diervoer voor. Voor honden is dat niet zo'n probleem. Zij hebben zich in snel tempo aan het mensendieet aangepast en kunnen omgaan met granen, bonen en aardappelen. Onze huiskamertijgers zijn daarentegen nog altijd vleeseters. Die zet je geen lupinebrokjes voor.

Fotocredits: minou & margot, uitsnede, Mathieu Struck
Dit artikel afdrukken