De minister weigert
Extra opmerkelijk en pijnlijk omdat de meerderheid van de Tweede Kamer deze praktijk vorig jaar heeft verboden. Die nam in april een motie van Kamerlid De Groot (D66) aan, waarin minister Schouten van landbouw werd opgedragen om het in het voorjaar kapotspuiten van weilanden met glyfosaat te verbieden. Blijkbaar weigert de minister die motie uit te voeren. Kamerlid De Groot herinnerde haar twee weken geleden per twitter nog eens aan zijn motie, tot nu toe zonder effect.
Glyfosaat, vooral bekend onder de merknaam Roundup, is een veel gebruikt onkruidbestrijdingsmiddel. Onschuldig volgens de producent en een deel van de agrariërs, ‘waarschijnlijk kankerverwekkend’, volgens het International Agency for Research on Cancer (IARC).
De oprechte intenties van de minister wachten op concrete stappen. Blijven die uit, dan is haar geloofwaardigheid in het gedingWaterleidingbedrijven beklagen zich over het middel omdat het veel te veel in het grond- en drinkwater voorkomt. De grote sterfte onder bijen heeft waarschijnlijk ook van doen met glyfosaat omdat het de darmflora van insecten aantast. Tegelijkertijd is het schadelijke behandeling van weilanden helemaal niet nodig. Milieuvriendelijke boeren laten zien dat het oude vertrouwde onderploegen prima werkt.
Kringlooplandbouw
Minister Schouten wekt de indruk serieus werk te willen maken van kringlooplandbouw. Nu is Nederland binnen Europa nog een van de landen die de meeste bestrijdingsmiddelen per hectare gebruiken. De oprechte intenties van de minister wachten op concrete stappen. Blijven die uit, dan is haar geloofwaardigheid in het geding.
Dus minister alstublieft, zet nu gewoon dat kleine stapje in de richting van een natuurrijk, mooi en productief landschap, voer de wens van de Tweede Kamer uit en verbiedt het kapotspuiten van weilanden. De bezorgde Nederlanders zullen u dankbaar zijn.
Deze opinie van Michiel Bussink, auteur en adviseur, verscheen op 21 maart ook op Trouw.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
deze past hier wel bij
Wouter #116. Ik ken enkel kalenderbespuitingen tegen schimmels, maar dat sluit niet uit dat ook tegen insecten volgens de (groei)kalender wordt gespoten. Dat weet ik dus niet.
Duim, Frans.
Kalenderspuiten is volgens jou met name gericht tegen schimmels.
Bedoel je "vooral" of "alleen"?
Frans Aarts,
Ik begrijp eigenlijk niet waarom je zo veel waarde hecht of iets nu exact volgens een definitie is die jij aanvaardbaar vindt? Wat is nu eigenlijk het drama?
Denk je dat doodspuiten van grasland beter klinkt bij het publiek dan resetten van grasland?
Of dat structureel alles wat groen is maar geen hoofdvrucht is kapotspuiten beter klinkt dan kalenderspuiten? Of dat afrijpende granen kapot spuiten zodat op een vooraf vastgesteld tijdstip (over kalender gesproken) alles in een keer rijp is beter klinkt dan kalenderspuiten bij het grote publiek?
Wellicht houden de dames en heren politici naast Exportbelangen (in Duitsland leeft de glyfosaatdiscussie nog wat heviger) ook rekening met de gevoeligheden van boeren want voor je het weet begint het gezanik (en de acties) weer dat boeren zoals altijd volledig onterecht van van alles en nog wat beschuldigd worden terwijl zij nergens iets aan kunnen doen want zij zijn vooral slachtoffer van de rest van de maatschappij.
Kenmerkend voor ‘kalenderspuiten’ is dat men het gewas gedurende het groeiseizoen permanent van een coating voorziet, die met name infecties van het blad door schimmels moet voorkomen. Omdat die coating slijt, en nieuw blad wordt gevormd, moet het coaten regelmatig worden herhaald. Het gaat dus om ziektepreventie. Kalenderspuiten komt voor bij aardappelen, met name bij de oudere rassen, tegen fytoftora (aardappelziekte). Maar ik meen dat ook in de biologische landbouw kalenderspuiten met een zwavelverbinding voor een aantal teelten, waaronder druiven, nog steeds is toegestaan.
Het hoeft dus verder geen betoog dat de veronderstelling dat glyfosaat gebruikt wordt voor kalenderspuiten onzinnig is. Na de eerste bespuiting is het gewas niet meer gevoelig voor infecties, het is immers hartstikke dood.
Van elk bestrijdingsmiddel is zeer nauwkeurig beschreven waarvoor het gebruikt mag worden en hoe het gebruikt moet worden. Die heldere beschrijving is ondermeer nodig omdat overtreding strafbaar is; de tekst moet juridisch waterdicht zijn. Ik zou het logisch gevonden hebben als in de motie, vorig jaar ingediend, die beschrijving als vertrekpunt was genomen. Dus gewoon tekstwijzingen voorstellen. Nu krijg je de indruk dat de indieners de beschrijving niet eens gelezen hebben. Er wordt wat onzin uitgekraamd (stoppen met kalenderspuiten glyfosaat) en er wordt een niet bestaande term geïntroduceerd (geen glyfosaat bij resetten grasland). Omdat de motie breed werd ondersteund krijgen we een goed beeld van de deskundigheid van de landbouwwoordvoerders in ons parlement.
Nog gekker is dat, ongeveer een jaar na dato, onze minister ook nog niet zover is dat ze de tekst van de toelating nauwkeurig heeft bestudeerd en met tekstvoorstellen komt die vervolgens met alle relevante partijen besproken zou kunnen worden. Ze herhaalt enkel de onzin van onze parlementariërs. Ze had bijvoorbeeld als aanpassing kunnen opnemen dat slechts één keer per vijf jaar een perceel met glyfosaat mag worden behandeld. Dat is voldoende om lastige meerjarige onkruiden als kweek onder de duim te houden. Een probleem is dan wel dat voor het doden van vanggewassen goede alternatieven nodig zijn. Daar kan dan de discussie over gaan.
Mijn voorspelling: de minister blijft zich charmant gedragen maar verandert niets. De onzinnige motie van de geachte parlementariërs is een godsgeschenk voor haar. Er is immers niets zo geruststellend voor een minister dan mensen mee te kunnen laten denken over het veranderen van iets wat niet bestaat, maar wel een nare klank heeft bij de onwetenden (Bennie #113 heeft dat prima verwoord).