De sprekers zoeken het antwoord in verschillende richtingen. “Economische ontwikkeling is de beste geboortebeperking”, stelt Leo van Wissen, expert op het gebied van bevolkingsgroei. “Intensiveer de landbouw”, zegt landbouwkundig expert Martin van Ittersum. “Trek de vrijhandelsverdragen onmiddellijk in”, vindt de Wageningse landbouweconoom Niek Koning. “Zorg dat vrouwen meer rechten krijgen en in staat zijn zelf de keuze te maken of ze kinderen willen, wanneer, hoeveel en van wie”, is de oproep van de Zimbabwaanse Precious Njerere, die zich vanuit Rutgers inzet voor bewustwording bij jonge vrouwen op het gebied van seksualiteit.
Er zijn 214 miljoen vrouwen in ontwikkelingslanden seksueel actief die niet zwanger willen worden, maar geen toegang hebben tot goede voorbehoedsmiddelenBevolkingsexplosie in Afrika
Om zicht op de problematiek te krijgen opent Leo van Wissen, de man van de statistieken, de avond. Hij is directeur van het Nidi (Nederlands Interdisciplinair Demografisch Instituut) en hoogleraar economische demografie in Groningen. In Azië is de grootste bevolkingsexplosie voorbij, maar de toekomstige explosie ligt in Afrika, laat hij met grafieken zien. In de rest van de wereld is de groei al aan het afnemen of krimpt de bevolking zelfs, in Afrika neemt die nog toe. In de landen onder de Sahara is de problematiek het grootst. Krijgt een vrouw In Noord Afrika gemiddeld 3,1 kinderen, in Sub Sahara Afrika krijgt ze er 4,6. Daar komt bij dat Afrikanen steeds ouder worden: de levensverwachting in Afrika neemt momenteel sterk toe.
China heeft met zijn éénkindpolitiek het geboortecijfer in korte tijd snel omlaag gekregen. Maar die gedwongen aanpak hoeft niet beter te werken dan vrijwillige geboortebeperking, zo heeft Bangladesh laten zien. Dit land heeft met een vrijwillige bevolkingspolitiek eenzelfde ontwikkeling weten te bereiken als China. Door voorlichting gingen de mensen inzien dat ze hun kinderen een betere toekomst konden bieden als ze er minder kregen. Ook de groeiende economie hielp het kindertal omlaag te brengen.
Onder de juiste omstandigheden kan bevolkingsgroei leiden tot economische groei. De toenemende rijkdom maakt investeren in landbouw en voedselproductie mogelijk. Zo is dat in veel Westerse en Aziatische landen gegaan. Demografisch dividend, wordt dat genoemd. In Afrika blijkt dit echter niet op te gaan: de bevolkingsgroei leidt juist tot een gebrek aan bestaansmiddelen en tot armoede.
De maisoogst moet van 2 naar 7 ton per hectare
Zou Afrika voldoende voedsel van eigen bodem kunnen halen door te investeren in een hogere voedselproductie? Op die vraag gaat Martin van Ittersum in. Hij is hoogleraar bij de leerstoelgroep Plantaardige Productiesystemen in Wageningen. Met zijn onderzoek richt hij zich op de zogenoemde yield gap: het verschil tussen de gemiddelde praktijkopbrengsten en de theoretisch haalbare productie bij ideale teeltomstandigheden. Terwijl West-Europese landen 75% van de haalbare productie realiseren, ligt dit percentage in Afrikaanse landen rond de 20%.
Er valt voldoende regen in Afrika. Voor een hogere productie is er een groot gebrek aan nutriënten. Daarom is veel kunstmest nodigHoeveel moet die productie stijgen als Afrika in 2050 – als er driemaal zoveel voedsel nodig is als nu – zelfvoorzienend wil zijn in de productie van granen op het huidige landbouwareaal? “Dat kan alleen als de yield gap stijgt naar 80%. De oogst van mais is nu rond de 2 ton per hectare. Die moet naar 7 ton. Water is daarbij niet het primaire probleem. Er valt genoeg regen in Afrika, al is dat soms zeer verspreid. Voor een hogere opbrengst is er een groot gebrek aan nutriënten, met name stikstof en fosfaat.” Op korte termijn is daarom veel kunstmest nodig. Organisch materiaal is ook nodig, maar biedt onvoldoende nutriënten.
In Westerse landen is de intensivering van de landbouw gepaard gegaan met een hoge druk op het milieu en kwam verduurzaming pas later op gang. “De uitdaging is dat Afrika de milieuvervuilende fase kan overslaan en direct kan overschakelen naar een duurzame, efficiënte landbouwproductie.”
Neoliberale gifbeker
Terwijl de prognoses dramatisch zijn verhoogd – geen 2 maar 4 miljard Afrikanen in 2100 – wordt er veel te weinig naar de achterliggende oorzaken gekeken, vindt Niek Koning. De Wageningse landbouweconoom heeft er net een boek over geschreven. De ontwikkeling van de landbouw is sterk afhankelijk van een stabiliserend en stimulerend landbouwbeleid. In de koloniale tijd gaven Westerse mogendheden hun wingewesten nauwelijks ruimte om hun eigen boeren te steunen. Daardoor raakten dichtbevolkte gebieden in Azië gevangen in een vicieuze cirkel van armoede, uitgeputte bodems en snelle bevolkingsgroei. Daarna kwam er actief beleid met de groene revolutie die, ondanks alle negatieve bijeffecten, een catastrofe heeft kunnen voorkomen: de voedselproductie nam toe en effende de weg voor snelle industrialisatie en toenemende welvaart. Daardoor daalde het geboortecijfer.
De groene revolutie was mogelijk doordat het Westen Azië de ruimte gaf om alsnog een actief en ondersteunend landbouwbeleid te voeren. Vanaf de jaren ’80 bekeerde het Westen zich echter tot het neoliberalisme. De vrijhandel die het predikte, dreigde het stabiliseren van de voedselmarkten onmogelijk te maken. Azië was inmiddels sterk genoeg om de Westerse druk te weerstaan en India trok in 2008 de stekker uit de Doharonde van de WTO-onderhandelingen.
Zaalimpressie, Fotocredits: Michiel Wijnbergh
Afrikaanse regeringen moesten de neoliberale gifbeker tot de bodem toe leegdrinkenIn Afrika hebben landen geen actief landbouwbeleid gevoerd en daardoor werden zij afhankelijk van het Westen. Na het klappen van de Doharonde ging het Westen hen vrijhandelsverdragen opleggen. “De Afrikaanse regeringen moesten de neoliberale gifbeker tot de bodem toe leegdrinken.” Wegen werden verwaarloosd, kunstmestsubsidies afgeschaft, landbouwonderzoek lag stil en invoerrechten om boeren te beschermen tegen goedkope importen werden onmogelijk. Afrika krijgt geen kans meer om een ondersteunend landbouwbeleid te voeren en zit nu gevangen in de vicieuze cirkel waar Azië uit ontsnapt is: de cirkel van armoede, bodemdegradatie en bevolkingsgroei.
“We kunnen nu in Amsterdam gaan roepen dat ze in Afrika meer aan geboortebeperking moeten doen of dat ze hun politieke systeem moeten verbeteren. Maar we kunnen beter de balk uit ons eigen oog halen en de vrijhandelsverdragen die we Afrika hebben opgelegd onmiddellijk intrekken.”
The power to choose
Dat geboortebeperking wel degelijk mogelijk is, vertelt de laatste spreekster, de in Zimbabwe geboren Precious Njerere. “Zorg dat vrouwen meer rechten krijgen en in staat zijn zelf de keuze te maken of ze kinderen willen, wanneer, hoeveel en van wie”, is haar pleidooi. Als Afrikaanse vrouwen keuzevrijheid krijgen, dus toegang tot anticonceptie en informatie, dan kiezen ze voor minder kinderen. Nu krijgen veel vrouwen op zeer jonge leeftijd kinderen en is er al snel weer een nieuwe generatie geslachtsrijp.
Uit onderzoek blijkt dat maar liefst 43% van de zwangerschappen in ontwikkelingslanden ongewild zijn. Daarvan eindigt de helft in een abortus. Er zijn 214 miljoen vrouwen in ontwikkelingslanden seksueel actief die niet zwanger willen worden, maar geen toegang hebben tot goede voorbehoedsmiddelen.
Njerere zet zich met veel passie in voor het programma Get Up, Speak Out!, waarin jongeren worden opgeleid om voorlichting te geven over seksualiteit en over het recht om zelf keuzes te maken. “Dat werkt het best, als jonge mensen informatie krijgen van leeftijdgenoten.” In zeven landen zijn miljoenen mensen bereikt. “Ik ben er zeker van dat the power to choose zal bijdragen aan de verdere daling van het geboortecijfer. Dan zullen vrouwen geen negen kinderen meer krijgen, zoals mijn moeder.”
De slotavond van deze tiende editie van It’s the food, my friend!’ is op maandagavond 6 mei. Thema: Nieuwe voedseltrends (vegan, leefstijlgeneeskunde) en hun impact op onze gezondheid en ons landschap. Spreker is onder meer Hanno Pijl over voedsel en leefstijl als medicijn.
Op 6 december krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Over 'kleptocratische boevenbendes' en ‘civil society’ (Jur #5 en anderen): daar hebben jullie gelijk in. Ik vind dat we de balk uit ons eigen oog moeten halen (de EPAs), maar dat wil niet zeggen dat er in Afrika’s oog alleen maar een splinter zit. Wat dat betreft gaat de vergelijking, zoals elke vergelijking, inderdaad mank. Maar aan die EPAs-‘balk’ kunnen wij iets doen, terwijl ze het kleptocratie-probleem in Afrika zelf zullen moeten aanpakken. Het probleem is dat dat probleem diep veranderd is. Laat ik herhalen wat ik in de Rode Hoed heb gezegd: “Aanvankelijk legde het Westen Afrika weinig in de weg als ze een actief landbouwbeleid wilde voeren, maar anders dan in Azië maakten de nieuwe regeringen daar geen gebruik van. Dat lag vooral aan het sociaal-politieke weefsel van Afrikaanse maatschappijen. Azië had vanouds klassenmaatschappijen en eeuwenoude staatstradities. De klassenstrijd van de boerenbevolking dwong de regeerders daar om een effectief ontwikkelingsbeleid te voeren. Maar de Afrikaanse politiek werd vooral beheerst door etnisch-cliëntelistische netwerken die elkaar bevochten om ambtenarenbanen, waarbij de boeren moesten opdraaien voor de kosten. Daardoor stagneerde de economie en rezen de overheidstekorten de pan uit. Toen het Westen zich tot het neoliberalisme bekeerde waren de Afrikaanse regeringen bedelaars in de Westerse hoofdsteden geworden. In ruil voor aalmoezen moesten zij de neoliberale gifbeker tot de bodem toe leeg drinken.”
Een uitgebreid verslag van het debat, compleet met de powerpointpresentaties, is zojuist verschenen op de website van CLM:
https://www.clm.nl/nieuws/debatserie/8-april/#verslag3
Frank Eric #6: die civil society kan er op twee (elkaar aanvullende) manieren komen. In de eerste plaats zijn daar de autonome processen binnen een maatschappij: op een gegeven moment keert de wal van het burgerverzet het schip van de zelfverrijking van de elites en hun entourage; organiseren mensen zich en komt een verandering op gang. En dat proces kan een handje geholpen worden door (meer) ontwikkelingssamenwerking via het niet-gouvernementele kanaal, dus van maatschappelijke organisatie tot maatschappelijke organisatie. Veel ontwikkelingshulp is bilateraal of multilateraal en gaat dus van Europese (of Chinese) overheid naar Afrikaanse overheid, en zeker zolang die laatste niet 'accountable' is, werk je zelfverrijking in de hand.
Inderdaad, Arnold (#8), als je er voor zorgt de condities te creëren die de potentiële groei mogelijk maken (waar Martin van Ittersum het over had), dan heb je een dusdanige uitverdunning van voedingsstoffen dat de concentratie de helft kan zijn van die in producten die b.v. door te kort aan water, licht of één of meer voedingsstoffen in hun groei beperkt zijn. Maar wat doe je als je geen voedselzekerheid kunt garanderen door (veel) te lage natuurlijke productie potentie? Voor Afrika schatte Prof. Buringh (bodemkunde, Wageningen) die indertijd op 625 kg/ha graanequivalenten; voor Nederland op 1.750 kg/ha. Bij de huidige bevolkingsdichtheid kom je dan voor respectievelijk Afrika en Nederland op 155 en 235 kg/ha, terwijl alleen al voor de energiebehoefte 250 kg/persoon/jaar aan graanequivalenten nodig zijn. Wat doe je dan?
Henk met stikstof gift krijg je door cel strekking meer productie. Maar minder inhoud en zieke gevoeliger gewassen en voedsel met minder voedende waarden. Van het aller grootste belang is in deze dus wat is het nutriënten leverend vermogen van de bodems in de teeltgebieden in die regio`s.
We moeten onze verantwoordelijkheid nemen en hun niet op het verkeerde been zetten anders krijgen we mensen met dikke buiken en die zeer ondervoed zijn.
Heeft dat hier ook niet alle schijn van door een gebrek aan of een totale onbalans aan voedingstoffen in ons voedsel?
In andere draadjes hier op Foodlog worden daar, voor een goed verstaander, al voorbeelden van gegeven.
Voor een gezonde mensheid horen voor zover onze kennis nu gaat 95 nutriënten aanwezig te zijn in de goede vorm voldoende en in een bodem op orde om de nutriënten op een natuurlijke wijze beschikbaar kunnen maken voor opname door planten, voor een gezond sterk, ziekte werend vermogen in planten. Gezonde bodem, gezonde planten, gezonde dieren en gezonde mensen.