Zoals bij de familie Iacobelli, wier tuin deels begrensd wordt door een deel van de oude stadsmuur waarop een kappertjesplant haar prachtige woekeringen de vrije loop kan laten. Zodra de ronde bloemknopjes van deze plant gevormd zijn, maar nog niet geopend, plukken de Iacobelli’s de dikke bloemknopjes van de ranken af, bestrooien ze royaal met grof zeezout, laten ze even liggen in de zon en stoppen ze dan met aanhangende zoutkristallen ter conservering in weckpotten. Op die manier kunnen ze het hele jaar rond beschikken over deze lekkernij. Een in zeezout ingelegd kappertje bewaart zijn oorspronkelijke smaak die niet verdreven wordt door inlegazijn, zoals dat bij kappertjes in ‘t zuur het geval is.

Zo heeft mevrouw Iacobelli de gewoonte om een handje van haar zoute kappertjes over gebakken paprika's te strooien even voor het einde van de bereiding. Ze verschaffen net dat kleine beetje pit waar de zoete smaak van gebakken rode paprika's stilletjes om vraagt. In zout ingelegde kappertjes smaken naar zichzelf en voegen een bijzonder accent toe aan dit gerecht, veel beter dan in azijn ingelegde kappertjes ooit zouden kunnen doen omdat die hun eigen smaak hebben weggegeven aan de azijn. Dit verrukkelijke familierecept van de Iacobelli's voor een bijzondere antipasto is de eenvoud zelve. Lang geleden kreeg ik deze tip van de zoute kappertjes bij de gebakken paprika’s van haar schoonzoon, een chocolatier die interessante contrasten voor zoete smaken hogelijk waardeert.

Benodigd voor 2 - 3 personen:
- 500 gram grote rode paprika's
- 4 eetlepels extra vergine olijfolie
- 35 gram zoute kappertjes (Italiaanse winkels)

Bereiding
Halveer de paprika's, verwijder stelen, zaadjes en zaadlijsten en snijd de vruchthelften in grote, liefst platte stukken. Doe de zoute kappertjes in een zeefje, spoel de zoutkristallen eraf af onder stromend water en laat de kappertje weken in ruim koud water gedurende de baktijd van de paprika’s.

Verhit de olie in een ruime bakpan met dikke bodem en bak daarin de stukken paprika onder nu en dan omscheppen even aan op een hoog vuur tot ze iets beginnen te kleuren. Draai het vuur dan zeer laag, leg een deksel op de pan en laat de paprika’s 40-50 minuten zachtjes bakken. Draai halverwege de baktijd de stukken paprika om; heb geduld en laat ze zachtjes verder bakken in gesloten bakpan tot ze door en door gaar zijn en de stukken aan weerszijden enigszins donker zijn langs de randen. Alleen door lang smoren op een laag vuur krijgen paprika's die heerlijk volle, zoete smaak die nodig is voor dit gerechtje.

Giet de kappertjes af, dep ze goed droog tussen keukenpapier en strooi ze over de stukken paprika. Roer alles even om in de pan en laat dit nog 5-10 minuten smoren zonder het deksel op de pan zodat de kappertjes iets van hun zoute eigenschappen kunnen afgeven aan de olie en de stukken paprika.

Het zal duidelijk zijn dat deze kappertjes het gerecht op een geraffineerde manier van zout voorzien, en ook een verrukkelijke smaaktoevoeging zijn met hun eigen smaak.

Doe alles over op een platte serveerschaal en laat vooral de olie niet achter in de bakpan maar giet die uit over de stukken paprika. Serveer deze peperoni con capperi lauwwarm of op kamertemperatuur. Eet de stukken paprika’s zoals ze komen en dep nu en dan een stukje vers stokbrood in de olie waarin ze werden gebakken. Semplice ma molto gustoso!
Dit artikel afdrukken