De populaire pro-vet wetenschapsjournalist Gary Taubes denkt dat koolhydraten ons dik maken. Empirisch bewijs én de mathematische modellen van onder meer de Amerikaanse voedingswetenschapper Kevin Hall geven geven hem ongelijk, zegt echter vitaliteitscoach Chi L. Chiu. Het zijn de calorieën die ons dik maken.
De energie - de calorieën - die we opnemen volgt een eenvoudig principe. Er komt wat in en er gaat iets uit. Wat overblijft dat ben jij. Gaat er meer energie in dan eruit gaat, dan is er simpelweg meer van jou.
Dat principe is al ontelbare malen bevestigd sinds Wilbur Atwater (1844-1907) de indirecte calorimetrie uitvond. Weinigen twijfelen nog aan het beginsel van de energiebalans. Maar deze theorie verklaart niet waaróm mensen overeten. Dat zou Gary Taubes' insuline-koolhydraathypothese van gewichtstoename wel kunnen. Deze hypothese, hier verder afgekort tot de insulinehypothese, zou de obesitasepidemie wel kunnen verklaren.
'Vetzucht is een insulinestoornis'
Insuline is een hormoon dat betrokken is bij het opslaan van vet in de vetcellen. Naar verluidt, heeft dr. Wilhelm Falta als eerste in 1923 geopperd, dat vetzucht een insulinestoornis is. Als de insulineconcentraties in het bloed hoog zijn, dan neemt de vetopslag toe en de vetverbranding af. Het is duidelijk hoe een dergelijk hormoon snel een slechte reputatie kan krijgen bij een slankminnend publiek. Aangezien het eten van koolhydraten (suikers) de productie van insuline stimuleert, zijn koolhydraten onlosmakelijk deel gaan uitmaken van de vervettende as van kwaad.
20 calorieën per dag
Taubes is niet alleen journalist, maar ook een activist. Hij schrijft, spreekt en organiseert. In een van zijn blogs refereert hij aan een hoofdstuk, 'The significance of twenty calories a day', uit zijn nieuwe boek. Daarin stelt hij dat het heel gemakkelijk is om 20 kcal per dag te overeten, want dat gaat uiteindelijk maar om een of twee hapjes aan voedsel of een paar slokken frisdrank extra. Met die 20 kcal bij elkaar opgeteld zou je na 20 jaar zo'n 20 kg zwaarder zijn, als je aanneemt dat een pond vet 3.500 kcal is.
Taubes verwondert zich over het gegeven, dat zowel slanke als obese mensen jarenlang hetzelfde gewicht kunnen behouden, aangezien 20 kcal minder is dan 1 procent van de gemiddelde daginname. Hij vraagt zich af waarom niet iedereen dik is, aangezien het wel heel gemakkelijk is om ongemerkt over je daginname heen te schieten. Hij vindt de suggestie, dat obesitas een kwestie van overeten is, daarom te simpel. Dan zou immers iedereen te dik moeten zijn. Omdat dat niet zo is, zoekt hij de verklaring in zijn hormoon-gedreven insulinehypothese.
Hoewel zijn verwondering alleszins plausibel klinkt, blijkt uit zijn voorbeeld dat hij de energiebalans niet begrijpt of verkeerd presenteert. In zijn gesimplificeerde weergave van de energiebalans houdt hij geen rekening met de energiekosten voor toegenomen massa. Als mensen iets zwaarder worden, dan neemt hun energiebehoefte om het 'nieuwe' lichaam te onderhouden en te verplaatsen eveneens toe. Weldra zullen deze meeruitgaven de 20 kcal overstijgen en bereikt men een nieuw evenwicht. Ik weet eerlijk gezegd niet of er een naam is voor, maar ik noem dit fenomeen 'het zelfremmend effect van gewichtsfluctuatie'.
Het 20 kcal probleem van Taubes is dus helemaal geen probleem. Het is gewoonweg niet mogelijk om dik te worden van 20 kcal extra. Aangezien het zelfremmend effect twee kanten uitwerkt, kan het gewicht zonder tussenkomst van hormonen of uitzonderlijke calorietelvaardigheden, jarenlang binnen een bepaalde bandbreedte blijven. Je hebt namelijk een flink exces aan calorieën nodig om buiten deze bandbreedte te treden. Hoeveel dat is, kun je het beste vragen aan échte experts van de energiebalans, zoals de Amerikaanse onderzoeker Kevin Hall.
Gevalideerd model
Dr. Kevin Hall en zijn collegae zijn experts op het gebied van de energiebalans en werken al jaren aan wiskundige modellen om menselijke gewichtsfluctuaties te voorspellen. Zij kijken naar allerlei factoren. Van de aanmaak van nieuw vet tot weefselafbraak. Ook het zelfremmend effect van gewichtsfluctuatie nemen ze mee in hun modellen. Die voorspellen dat een jonge vrouw met een BMI van 23 (normaal gewicht) dagelijks 370 kcal moet overeten om 20 jaar later op een BMI van 29 (bijna obees) uit te komen.
Die 370 kcal is aanzienlijk meer dan de 20 kcal die Taubes oppert en blijkt nodig om buiten de bandbreedte te treden. Hall heeft ook kunnen onderbouwen, dat de gemiddelde Amerikaan in 2009 zo'n 500-600 kcal meer per dag at dan in 1970 zonder dat het koolhydratengehalte relatief is toegenomen. Daarmee is de obesitasepidemie gemakkelijk te verklaren en hoeven we niet uit te wijken naar een alternatieve theorie. Het voorspellende model is gebaseerd op tientallen hypo-, eu- en hypercalorisch gecontroleerde experimenten en daarna meerdere malen onafhankelijk gevalideerd. Het model van Hall voorspelt dus consistent en het interessante is natuurlijk dat ook de insulinehypothese is geëvalueerd, maar geen plaats heeft gekregen in het model. Taubes ontkent ook niet dat een hypocalorisch dieet leidt tot afslanken, maar volgens hem komt dat niet door de negatieve energiebalans. Als je minder eet, dan zul je automatisch ook koolhydraten minderen en daarmee ook de insulineniveaus in het bloed verlagen. Mogelijk zorgt de afname van koolhydraten voor het slankmakend effect, veronderstelt Taubes.
Empirisch bewijs voor onjuistheid insulinehypothese
Die hypothese van Taubes is echter onwaarschijnlijk. Al in 1971 werden jonge obese vrouwen opgenomen, waarna ze gewichtsstabiel werden gehouden of juist in een hypocalorische situatie werden gemanoeuvreerd. Het interessante is dat de insulineniveaus alle richtingen uitvlogen, terwijl het gewicht een duidelijke caloriegerichte respons vertoonde. Als insuline de dominante oorzaak is van vervetting, dan zou dat niet gebeuren. In een ander interessant onderzoek hadden deelnemers ongelimiteerd toegang tot een milkshake-achtige machine met een mengsel van 50% koolhydraten, 15% eiwit en 35% vet. De machine hield de daadwerkelijke afname nauwkeurig bij. Als insuline daadwerkelijk het vet zou gijzelen, dan zouden alle deelnemers moeten aankomen. Ze bleven echter op gewicht of slankten af. Een deelnemer raakte zelfs ruim 30 kg kwijt in 70 dagen. Belangrijk om op te merken is dat het eerste onderzoek gebaseerd is op calorierestrictie, terwijl de ander juist ad libitum (naar eigen behoefte) is. Beide onderzoeken leveren, net als talloze andere onderzoeken uit de vorige eeuw, empirische resultaten op die in strijd zijn met wat de insulinehypothese voorspelt.
De activist in Taubes weet van geen ophouden en wil zijn hypothese, die al flinke krassen vertoont door empirische botsingen, nog eens toetsen. Hij weet veel mensen te mobiliseren en ook de charismatische dr. Peter Attia aan zich te binden. Samen zetten zij een stichting op, NuSI (Nutritional Science Initiative) en weten naar verluidt 50 miljoen dollar binnen te slepen voor onderzoek. In een theatrale zet, die briljant of bizar genoemd mag worden, vragen zij dr. Kevin Hall om het nieuwe onderzoek te leiden.
De opzet van het onderzoek is goedgekeurd door Taubes. Het gaat om 17 deelnemers die een maand lang op 25% koolhydraten (mediumcarb) leven, gevolgd door een maand met slechts 5% (lowcarb) van diezelfde macronutriënt. Het eiwitgehalte blijft in beide fases gelijk. Als de insulinehypothese klopt, dan zou er meer vet verloren moeten gaan bij het lagere koolhydratengehalte. Het experiment is inmiddels afgerond en in een spraakmakend interview valt uit de mond van Hall op te tekenen, dat de insulinehypothese nu wel definitief gefalsificeerd is.
Protesten
Critici van Kevin Hall, waaronder Michael Eades en David Ludwig, spreken er schande van en noemen Hall bevooroordeeld. Daarnaast maken zij zaak van het gegeven dat de dagelijkse energie-uitgave in de lowcarb-fase 100 kcal hoger is, een zogenaamd metabool voordeel. Beiden verwijzen naar een onderzoek van Ludwig waar dit effect al eerder is geobserveerd. Dat onderzoek heeft echter teveel beperkingen, waaronder het niet handhaven van het eiwitgehalte tussen de twee diëten. In het huidige onderzoek duurt de verhoogde energie-uitgave slechts een week en speelt daarom geen rol van betekenis. Veel interessanter is dat de vetverbranding na die week vertraagt en dat het extra gewichtsverlies gevolg is van afbraak van vetvrije massa, niet van vet. Taubes onthoudt zich van direct commentaar en Attia heeft inmiddels, zonder aankondiging of nadere toelichting, de stichting verlaten.
Het NuSI onderzoek is nog niet gepubliceerd, maar dat maakt weinig verschil. De zaak 'Taubes versus Hall' draait namelijk niet om dit meest recente experiment. Het experiment is het equivalent van een experiment, waarin getoetst wordt of met een parachute uit een vliegtuig springen veiliger is dan zonder parachute. Ook dat is nooit zo specifiek gecontroleerd getest, maar een tsunami aan indirect bewijs maakt dat ook overbodig.
Decennia aan bewijsvoering en het gecombineerde werk van Hall maken verder onderzoek naar de insulinehypothese eveneens overbodig. Als lowcarb diëten werken, dan kan het mechanisme niet verklaard worden aan de hand van de insulinehypothese. Er zijn inmiddels zoveel meer en betere hypotheses om de obesitasepidemie te verklaren dat het Hall/Taubes experiment zinloos is als verificatie- of falsificatietoets voor de insuline-koolhydraathypothese. Je mag immers niet wegkijken van de veel sterkere bewijzen in het voordeel van de gedachte dat teveel calorieën ons dik maken.
Chi L. Chiu is BOvV-lid, vitaliteitscoach en vitaliteitstherapeut.
Dit artikel afdrukken
Dat principe is al ontelbare malen bevestigd sinds Wilbur Atwater (1844-1907) de indirecte calorimetrie uitvond. Weinigen twijfelen nog aan het beginsel van de energiebalans. Maar deze theorie verklaart niet waaróm mensen overeten. Dat zou Gary Taubes' insuline-koolhydraathypothese van gewichtstoename wel kunnen. Deze hypothese, hier verder afgekort tot de insulinehypothese, zou de obesitasepidemie wel kunnen verklaren.
'Vetzucht is een insulinestoornis'
Insuline is een hormoon dat betrokken is bij het opslaan van vet in de vetcellen. Naar verluidt, heeft dr. Wilhelm Falta als eerste in 1923 geopperd, dat vetzucht een insulinestoornis is. Als de insulineconcentraties in het bloed hoog zijn, dan neemt de vetopslag toe en de vetverbranding af. Het is duidelijk hoe een dergelijk hormoon snel een slechte reputatie kan krijgen bij een slankminnend publiek. Aangezien het eten van koolhydraten (suikers) de productie van insuline stimuleert, zijn koolhydraten onlosmakelijk deel gaan uitmaken van de vervettende as van kwaad.
Het vet zou door de insuline worden 'gegijzeld' en aangezien de rest van het lichaam daardoor energie onthouden wordt, blijft men etenDe gezaghebbende journalist Gary Taubes populariseerde deze hypothese met zijn boek 'Good Calories, Bad Calories'. De obesitasepidemie zou volgens Taubes niet een kwestie van een toename in calorieën zijn, maar van koolhydraten. Het vet zou door de insuline worden 'gegijzeld' en aangezien de rest van het lichaam daardoor energie onthouden wordt, blijft men eten. Volgens sommige voorstanders van deze hypothese zou het minderen van koolhydraten ook nog eens leiden tot een hogere energie-uitgifte.
20 calorieën per dag
Taubes is niet alleen journalist, maar ook een activist. Hij schrijft, spreekt en organiseert. In een van zijn blogs refereert hij aan een hoofdstuk, 'The significance of twenty calories a day', uit zijn nieuwe boek. Daarin stelt hij dat het heel gemakkelijk is om 20 kcal per dag te overeten, want dat gaat uiteindelijk maar om een of twee hapjes aan voedsel of een paar slokken frisdrank extra. Met die 20 kcal bij elkaar opgeteld zou je na 20 jaar zo'n 20 kg zwaarder zijn, als je aanneemt dat een pond vet 3.500 kcal is.
Taubes verwondert zich over het gegeven, dat zowel slanke als obese mensen jarenlang hetzelfde gewicht kunnen behouden, aangezien 20 kcal minder is dan 1 procent van de gemiddelde daginname. Hij vraagt zich af waarom niet iedereen dik is, aangezien het wel heel gemakkelijk is om ongemerkt over je daginname heen te schieten. Hij vindt de suggestie, dat obesitas een kwestie van overeten is, daarom te simpel. Dan zou immers iedereen te dik moeten zijn. Omdat dat niet zo is, zoekt hij de verklaring in zijn hormoon-gedreven insulinehypothese.
Taubes vindt de suggestie, dat obesitas een kwestie van overeten is, daarom te simpel. Dan zou immers iedereen te dik moeten zijn. Omdat dat niet zo is, zoekt hij de verklaring in zijn hormoon-gedreven insulinehypothese.'Het zelfremmend effect van gewichtsfluctuatie'
Hoewel zijn verwondering alleszins plausibel klinkt, blijkt uit zijn voorbeeld dat hij de energiebalans niet begrijpt of verkeerd presenteert. In zijn gesimplificeerde weergave van de energiebalans houdt hij geen rekening met de energiekosten voor toegenomen massa. Als mensen iets zwaarder worden, dan neemt hun energiebehoefte om het 'nieuwe' lichaam te onderhouden en te verplaatsen eveneens toe. Weldra zullen deze meeruitgaven de 20 kcal overstijgen en bereikt men een nieuw evenwicht. Ik weet eerlijk gezegd niet of er een naam is voor, maar ik noem dit fenomeen 'het zelfremmend effect van gewichtsfluctuatie'.
Het 20 kcal probleem van Taubes is dus helemaal geen probleem. Het is gewoonweg niet mogelijk om dik te worden van 20 kcal extra. Aangezien het zelfremmend effect twee kanten uitwerkt, kan het gewicht zonder tussenkomst van hormonen of uitzonderlijke calorietelvaardigheden, jarenlang binnen een bepaalde bandbreedte blijven. Je hebt namelijk een flink exces aan calorieën nodig om buiten deze bandbreedte te treden. Hoeveel dat is, kun je het beste vragen aan échte experts van de energiebalans, zoals de Amerikaanse onderzoeker Kevin Hall.
Gevalideerd model
Dr. Kevin Hall en zijn collegae zijn experts op het gebied van de energiebalans en werken al jaren aan wiskundige modellen om menselijke gewichtsfluctuaties te voorspellen. Zij kijken naar allerlei factoren. Van de aanmaak van nieuw vet tot weefselafbraak. Ook het zelfremmend effect van gewichtsfluctuatie nemen ze mee in hun modellen. Die voorspellen dat een jonge vrouw met een BMI van 23 (normaal gewicht) dagelijks 370 kcal moet overeten om 20 jaar later op een BMI van 29 (bijna obees) uit te komen.
Die 370 kcal is aanzienlijk meer dan de 20 kcal die Taubes oppert en blijkt nodig om buiten de bandbreedte te treden. Hall heeft ook kunnen onderbouwen, dat de gemiddelde Amerikaan in 2009 zo'n 500-600 kcal meer per dag at dan in 1970 zonder dat het koolhydratengehalte relatief is toegenomen. Daarmee is de obesitasepidemie gemakkelijk te verklaren en hoeven we niet uit te wijken naar een alternatieve theorie. Het voorspellende model is gebaseerd op tientallen hypo-, eu- en hypercalorisch gecontroleerde experimenten en daarna meerdere malen onafhankelijk gevalideerd. Het model van Hall voorspelt dus consistent en het interessante is natuurlijk dat ook de insulinehypothese is geëvalueerd, maar geen plaats heeft gekregen in het model. Taubes ontkent ook niet dat een hypocalorisch dieet leidt tot afslanken, maar volgens hem komt dat niet door de negatieve energiebalans. Als je minder eet, dan zul je automatisch ook koolhydraten minderen en daarmee ook de insulineniveaus in het bloed verlagen. Mogelijk zorgt de afname van koolhydraten voor het slankmakend effect, veronderstelt Taubes.
Empirisch bewijs voor onjuistheid insulinehypothese
Die hypothese van Taubes is echter onwaarschijnlijk. Al in 1971 werden jonge obese vrouwen opgenomen, waarna ze gewichtsstabiel werden gehouden of juist in een hypocalorische situatie werden gemanoeuvreerd. Het interessante is dat de insulineniveaus alle richtingen uitvlogen, terwijl het gewicht een duidelijke caloriegerichte respons vertoonde. Als insuline de dominante oorzaak is van vervetting, dan zou dat niet gebeuren. In een ander interessant onderzoek hadden deelnemers ongelimiteerd toegang tot een milkshake-achtige machine met een mengsel van 50% koolhydraten, 15% eiwit en 35% vet. De machine hield de daadwerkelijke afname nauwkeurig bij. Als insuline daadwerkelijk het vet zou gijzelen, dan zouden alle deelnemers moeten aankomen. Ze bleven echter op gewicht of slankten af. Een deelnemer raakte zelfs ruim 30 kg kwijt in 70 dagen. Belangrijk om op te merken is dat het eerste onderzoek gebaseerd is op calorierestrictie, terwijl de ander juist ad libitum (naar eigen behoefte) is. Beide onderzoeken leveren, net als talloze andere onderzoeken uit de vorige eeuw, empirische resultaten op die in strijd zijn met wat de insulinehypothese voorspelt.
In een theatrale zet, die briljant of bizar genoemd mag worden, vragen zij dr. Kevin Hall om het nieuwe onderzoek te leidenTaubes wil niet van opgeven weten
De activist in Taubes weet van geen ophouden en wil zijn hypothese, die al flinke krassen vertoont door empirische botsingen, nog eens toetsen. Hij weet veel mensen te mobiliseren en ook de charismatische dr. Peter Attia aan zich te binden. Samen zetten zij een stichting op, NuSI (Nutritional Science Initiative) en weten naar verluidt 50 miljoen dollar binnen te slepen voor onderzoek. In een theatrale zet, die briljant of bizar genoemd mag worden, vragen zij dr. Kevin Hall om het nieuwe onderzoek te leiden.
De opzet van het onderzoek is goedgekeurd door Taubes. Het gaat om 17 deelnemers die een maand lang op 25% koolhydraten (mediumcarb) leven, gevolgd door een maand met slechts 5% (lowcarb) van diezelfde macronutriënt. Het eiwitgehalte blijft in beide fases gelijk. Als de insulinehypothese klopt, dan zou er meer vet verloren moeten gaan bij het lagere koolhydratengehalte. Het experiment is inmiddels afgerond en in een spraakmakend interview valt uit de mond van Hall op te tekenen, dat de insulinehypothese nu wel definitief gefalsificeerd is.
Protesten
Critici van Kevin Hall, waaronder Michael Eades en David Ludwig, spreken er schande van en noemen Hall bevooroordeeld. Daarnaast maken zij zaak van het gegeven dat de dagelijkse energie-uitgave in de lowcarb-fase 100 kcal hoger is, een zogenaamd metabool voordeel. Beiden verwijzen naar een onderzoek van Ludwig waar dit effect al eerder is geobserveerd. Dat onderzoek heeft echter teveel beperkingen, waaronder het niet handhaven van het eiwitgehalte tussen de twee diëten. In het huidige onderzoek duurt de verhoogde energie-uitgave slechts een week en speelt daarom geen rol van betekenis. Veel interessanter is dat de vetverbranding na die week vertraagt en dat het extra gewichtsverlies gevolg is van afbraak van vetvrije massa, niet van vet. Taubes onthoudt zich van direct commentaar en Attia heeft inmiddels, zonder aankondiging of nadere toelichting, de stichting verlaten.
Als lowcarb diëten werken, dan kan het mechanisme niet verklaard worden aan de hand van de insulinehypothese'Taubes versus Hall'
Het NuSI onderzoek is nog niet gepubliceerd, maar dat maakt weinig verschil. De zaak 'Taubes versus Hall' draait namelijk niet om dit meest recente experiment. Het experiment is het equivalent van een experiment, waarin getoetst wordt of met een parachute uit een vliegtuig springen veiliger is dan zonder parachute. Ook dat is nooit zo specifiek gecontroleerd getest, maar een tsunami aan indirect bewijs maakt dat ook overbodig.
Decennia aan bewijsvoering en het gecombineerde werk van Hall maken verder onderzoek naar de insulinehypothese eveneens overbodig. Als lowcarb diëten werken, dan kan het mechanisme niet verklaard worden aan de hand van de insulinehypothese. Er zijn inmiddels zoveel meer en betere hypotheses om de obesitasepidemie te verklaren dat het Hall/Taubes experiment zinloos is als verificatie- of falsificatietoets voor de insuline-koolhydraathypothese. Je mag immers niet wegkijken van de veel sterkere bewijzen in het voordeel van de gedachte dat teveel calorieën ons dik maken.
Chi L. Chiu is BOvV-lid, vitaliteitscoach en vitaliteitstherapeut.
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 5 april krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 5 april krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Lees ook
Na de rant tegen Taubes blijven er toch wat interessante vragen onbeantwoord. Zoals de vraag hoe dat nu werkelijk zit met die 20 kcal per dag teveel.
Blijkbaar heeft het lichaam toch één of ander feedback mechanisme om variabele intake te compenseren met variabel energieverbruik. Sterker nog, er is een voordehandliggend hormonaal mechanisme om overtollige energie niet op te slaan maar te verbranden (schildklier hormoon, uncoupling proteins en thermogenese). De consequntie van dat mechanisme is wel, dat een simpel calorie-in calorie-uit model niet voldoet, omdat basal metabolic rate (BMR) dan niet als constante kan worden meegenomen. Integendeel; stijgend energieaanbod leidt to hogere BMR en omgekeerd.
Bovendien komt dan de vraag welke (hormonale) factoren precies de BMR beïnvloeden plots centraal te staan. Taubes stelt 'insuline'; als dat weerlegd is, dat wordt het tijd voor betere hypotheses: Leptine? Ghreline?
Hoi Martijn,
Dank voor je reactie #1.
"Zoals de vraag hoe dat nu werkelijk zit met die 20 kcal per dag teveel."
Om die vraag specifieker te beantwoorden hoeven we helemaal niet uit te wijken naar een specifiek hormonaal mechanisme. Om massa te onderhouden heb je energie nodig en die kun je dus niet opslaan. Om massa te verplaatsen heb je eveneens energie nodig en ook die energie kun je niet opslaan. Laat ik dat proberen te kwantificeren aan de hand van een sterk vereenvoudigd voorbeeld (waarden zijn gebaseerd op Ainworth B 2000):
- 1 kg massa kost ongeveer 24 kcal per dag om te onderhouden.
- 1 kg massa 5 km verplaatsen kost ongeveer 5 kcal
Stel iemand komt na een tijdje 1 kg aan met het 20 kcal koekje. Dan kost het onderhoud van die kg massa meer dan het koekje aan energie kan leveren. Je bereikt de toename van een kg dus nooit, dus kun je ook niet obees worden, van dat koekje of extra hapje.
Mocht je onverhoopt toch aan die extra kg komen, dan komt bewegen er nog bovenop, want als je dagelijks die 5 km aflegt, zul je zien dat we na 4 dagen bewegen, die extra 20 kcal ook al hebben opgemaakt. Theoretisch gezien hoeft het niet eens verteerd te zijn, want als ik een kg voedsel in mijn maag heb en ik ga rondlopen, dan gebruik ik ook meer energie. Meer versjouwen is meer energie!
Je krijgt dus niet de kans om dikker te worden van die extra 20 kcal, simpelweg omdat je energie-uitgave door toegenomen massa dit al heel snel overstijgt. Wil je dikker worden dan zul je door dit elastiek heen moeten duwen tot het knapt en daar heb je een veelvoud van die 20 kcal voor nodig. Het is een buitengewoon slecht begrepen principe., ook door Taubes kennelijk. En dan hebben we het niet over dat Taubes voorspelbaar achterwege laat, dat er ook dagen zijn waarop je een hapje of twee minder eet.
Mijn berekeningen zijn extreem simplistisch en nu gebaseerd op slechts een handjevol factoren. Voor het complete model verwijs ik je graag naar de link in het artikel.
Hoe de invloed van veel koolhydraten en insuline bij vetvorming en overgewicht exact is wordt verschillend gedacht. Waar ik nergens lees of hoor is dat b.v. Remco Kuipers in zijn boek "Het Oerdieet"schrijft over de snelheid van de verschillende energiedragers die uit voedsel uit het spijsverteringskaneel beschikbaar komen. Bij vetten is dat 2 kcal/minuut, bij eiwitten 4 kcal, en bij koolhydraten is dat 10 kcal.per minuut, normaal veel meer dan het verbruik.
Bij koolhydraatrijke voeding schiet de suikerspiegel (spike) omhoog indien dat verbruik lager ligt dan de inname. Het lichaam vangt de overdaad aan beschikbare suikers weg d.m.v. insuline en slaat het op als vet, meest als buikvet. Dit ook ter bescherming van de hartspier en organen in de buikholte.
De vetreserves worden weer aangesproken zodra bloedsuikers dalen onder het gewenste niveau en omgezet als (glucose) suiker. Echter, zolang er nog meer of minder insuline in het bloed aanwezig blokkeert het de opname uit de (reserve)vetopslag en ontstaat er een energiecrash en moeten wij nodig weer eten om snel onze energie aan te vullen. Dat werkt het best met snel opneembare koolhydraten, en bij herhaling raken veel mensen gemakkelijk in de vicieuze cirkel van eten, kort energie, dip, weer eten enzovoort. De terugkeer uit reserves zal minder aangesproken worden en gewichtstoename wordt bevorderd. In LCHF kringen meldt men ook veel dat dit eetpatroon ook meer energie geeft en makkelijker calorieën verbruikt.
Sinds 1977/1978 zijn westerse voedingsadviezen sterk op vetarme consumptie gericht.
Veelal is dit ruimschoots gecompenseerd door extra koolhydraten, en de statistieken van overgewicht, obesitas en welvaartsziekten zijn evenredig toegenomen. De kosten-verslindende moderne geneeskunde heeft dit niet kunnen keren.
De vetarme hypothese, sterk aangestuurd door onderzoek Van Ancel Keys (met veel vraagtekens)
is m.i. een grote miskleun in de geschiedenis geweest met dramatische gevolgen voor talloze onwetenden die een hoge prijs van welvaartsziekten en verloren levensjaren meekregen.
Dank Jan voor je reactie #3,
Je hebt allemaal prachtige en intelligente verklaringen voor waarom koolhydraten bij zouden kunnen dragen aan vervetting, maar het probleem is dat ze allen struikelen over empirische conflicten:
Als koolhydraten het probleem vormen, waarom hebben we dan geen obesitas gezien bij traditionele diëten zoals in Okinawa (85e% KH) en bij de Kitava indianen (69e% KH). Zover ik weet zijn er geen traditioneel levende volkeren die lowcarb (<20 e%) eten, ook de Massai en de Inuit niet. En nee, ze bewegen ook niet absurd veel!
Misschien is het dan niet de hoeveelheid koolhydraten, maar het type, kun je veronderstellen. Waarom heeft 30 jaar onderzoek naar de glykemische index and klinische experimenten met de glykemische index niet geleid tot verschillen in uitkomsten? In een experiment werden highcarb, hoog-glykemisch, low-carb en laag-glykemisch in alle mogelijk combinates uitgetest. Er bleek geen verschil te zijn de uitkomsten. Niet in gewicht of in andere klinisch relevante indicatoren zoals insulineresistentie.
In mijn artikel beschrijf ik een experiment met de milkshake machine. Met 50e% KH ligt dat dicht bij wat we de afgelopen 30 jaar aan koolhydraten binnenkrijgen. Toch werd niemand dikker in dat experiment, ondanks dat ze onbeperkt mochten eten.
Inzoemend op de insulinehypothese is het goed om te weten dat insuline een glucose-gedoseerd verzadigend effect heeft, dus waarom zou dat moeten leiden tot overeten? Daarnaast zal eiwit, zeker uit zuivel in isocalorische hoeveelheid, leiden tot gelijke insuline afgifte als koolhydraten. Dat terwijl zuiveleiwit doorgaans succesvol ingezet wordt bij afslanken (op korte termijn). De reactieve hypoglykemische respons is een argument dat we in de vorige eeuw al begraven hebben.
Er zijn veel theoriëen en het hebben van een theorie is goed. Het hebben van data is veel beter.
@Chi, #2 Nou begrijp ik niet waarom mensen nog dik worden, als meer gewicht = meer verbruik. Maar goed.
Mbt #4 De glycemische index is zelf een onbetrouwbare maat, omdat die index eigenlijk twee effecten meet: namelijk de toename van de glucose spiegel, en het feedback effect van insuline: Een effect dat zelf weer afhangt van de glucose spiegel. Er zijn dus grote methodologische problemen met de glycemische index, waarvan de afwezigheid van lineariteit (twee keer keer zoveel glucose geeft geen twee keer zo grote AUC) er maar eentje is. De glycemische index is daarmee ongeschikt voor het bestuderen en verklaren van metabole effecten.